Pi had het zwaar in die sloep, alleen met die tijger. Thor Heyerdahl had het ook niet makkelijk toen hij maandenlang op zee rondzwierf. Het grote verschil: Thor koos er zelf voor.
Veel mensen van boven de veertig zijn er mee opgegroeid, maar het boek dat Heyerdahl schreef over zijn ontberingen op de Stille Oceaan wordt door de huidige generatie nog maar mondjesmaat gelezen, waardoor zijn naam bij velen onbekend is. Dat is ook te wijten aan de filmindustrie: buiten zijn eigen documentaire Kon-Tiki , die in 1951 een Oscar won voor Beste Documentaire, zijn er domweg geen verfilmingen. Tot nu toe. Blijkbaar vonden de Noren het hoog tijd worden hun held in de schijnwerpers te zetten en kosten noch moeite werden gespaard om de Kon-Tiki expeditie zo indrukwekkend mogelijk naar het witte doek te vertalen. Het resultaat is duidelijk bedoeld om met Hollywoodfilms te kunnen rivaliseren en doet zeker niet onder voor menig Amerikaans historisch epos.
Onenigheid
Kon-Tiki gaat over Heyerdahls extreme aanpak om een antropologisch verschil van mening op te lossen. Hoewel de meeste wetenschappers in 1947 meenden dat de Polynesische eilanden vanuit Azië gekoloniseerd werden, vindt hij voldoende bewijzen die het tegendeel beweren en aantonen dat de kolonisten uit het afgelegen Zuid-Amerika kwamen. Een plaatselijke mythe vertelt dat de inboorlingen van de eilanden afstammen van Tiki, die als eerste mens vanuit het oosten naar Polynesië kwam gevaren. Heilig ervan overtuigd dat deze legende op waarheid berust, besluit Heyerdahl (Pål Hagen) zijn gelijk te halen op de meest onweerlegbare manier denkbaar. Met een onervaren vijfkoppige bemanning vertrekt hij op een balsa-houten vlot vanuit Peru, vastberaden de oversteek naar de verre eilandjes (8000 kilometer!) te herhalen, enkel uitgerust met de primitieve middelen van duizenden jaren eerder, een radio voor noodgevallen en een frisse dosis lef en optimisme. Zo begint een schier onmogelijke trektocht over de oceaanwoestijn, een waanzinnige opgave waarvan iedereen, inclusief Thors vrouw, dacht dat geen van de avonturiers het zou overleven. Dat het Heyerdahl uiteindelijk toch lukt, komt niet als een verrassing; Kon-Tiki moet het meer van de dynamische uitwerking dan van het simpele concept hebben.
Magie
Zes man op een vlot op een eindeloze watervlakte, in constante strijd met de elementen en hun eigen angst; dat Kon-Tiki meer een avonturenfilm is dan Heyerdahls biografie ontkent de film niet. Regisseurs van dienst zijn Joachim Rønning en Espen Sandberg, buiten Noorwegen hoofdzakelijk bekend van de matige actiekomedie Bandidas (2006), maar in eigen land doorgebroken met het oorlogsdrama Max Manus (2008) over de gelijknamige Noorse oorlogsheld. Wegens dit succes werd het relaas van de andere grote Noorse held Heyerdahl hen hoopvol toevertrouwd, met als resultaat de duurste Noorse filmproductie ooit. Het onderwerp bleek aan hen welbesteed, want de film is een gelikt avontuur geworden, rijkelijk gevuld met schitterende panorama's van de wijdse oceaan, aantrekkelijke shots van exotische tropische paradijsjes en boeiende confrontaties met allerlei zeedieren. Die laatste categorie vormt zonder twijfel het meest aantrekkelijke aspect tijdens de trektocht, waarin magische ontmoetingen met fluorescerende vissen en een enorme walvishaai worden afgewisseld met spannende actiescènes waarin de bemanning uit de bek van hongerige haaien moet zien te blijven. De gedachte dat het merendeel van deze beestjes uit de computer is getoverd dringt zich zelden op, wat aangeeft dat het effectenteam waar voor zijn geld heeft geleverd.
Waanzin
Feit blijft dat het menselijke aspect van Kon-Tiki toch de drijvende kracht achter het verhaal is. In dit opzicht komt de film er iets minder goed vanaf. Kon-Tiki toont hoofdpersoon Heyerdahl, vanuit wiens ogen we de reis maken (net als in de documentaire), als een charismatische jongeman die gelooft in zijn gelijk en anderen ertoe beweegt in hém te geloven. Tegelijkertijd schuilt er iets onheilspellends in zijn obsessie de reis koste wat kost af te maken, zelfs als dat levens in gevaar brengt. Dat hij vrouw en kinderen achterlaat om op waanzinnige wijze zijn theorie te testen zonder onze sympathie te verliezen, is te danken aan de uitstekende vertolking door Hagen, die hem charmant weet te houden ondanks zijn tekortkomingen. De rest van de bemanning komt helaas minder goed uit de verf en blijft op de achtergrond, met uitzondering van ex-koelkastverkoper Watzinger (Anders Christiansen), die al snel aan de druk ten onder gaat en daardoor laf overkomt. Rønning en Sandberg gaat het dan ook voornamelijk om de reis zelf en niet om menselijk conflict. Dat blijkt ook uit het aandikken van gebeurtenissen om meer actie te scheppen, zoals een haaienaanval op een overboord geslagen bemanningslid: waar het boek slechts enkele roofvissen vermeldt, toont de film er vijf keer zo veel. Ook staat de film niet te lang stil bij de totstandkoming van de reis, maar gaat het er eerder om Thor snel op zee te krijgen. Dit zijn echter logische keuzes, want de opzet om de film onderhoudend te houden slaagt met vlag en wimpel.
Conclusie
Kon-Tiki is zowel een oerdegelijke avonturenfilm als een ode aan het doorzettingsvermogen van Heyerdahl zelf. Tegelijkertijd is de film niet bang de tekortkomingen van de held aan te kaarten: iemand die zulke waanzinnige risico's neemt moet wel een onverbeterlijke waaghals zijn. Het is jammer voor Rønning en Sandberg dat hun film niet met een Oscar bekroond is zoals Heyerdahls eigen documentaire destijds, maar ondanks een wat vrije vertaling van de geschiedenis vertaalt het duo zijn historische zeereis op meeslepende wijze naar het witte doek om diens prestatie met een nieuwe generatie te delen.