Een moeder en haar twee zoontjes wonen samen op een boerderij, schijnbaar gelukkig. Maar dan wordt de moeder vermoord en blijven haar kinderen achter.
Kid (Bent Simons) is zeven jaar en woont met zijn iets oudere broertje Billy (Maarten Meusen) en zijn moeder (Gabriela Carrizo) op een boerderij. Zoals andere kinderen gaat hij naar school, haalt hij kattenkwaad uit en hangt hij te veel voor de televisie. Dat zijn typische kinderleven op het punt staat ingrijpend te veranderen, heeft hij niet door, ook al ziet hij meerdere malen hoe zijn moeder bedreigd wordt door een man die geld van haar wil hebben. Voor Kid betekent dit niets, totdat ze vermoord wordt en Kid en Billy alleen achterblijven. Vervolgens wordt het duo door hun oom en tante in huis opgenomen en moeten ze leren leven met hun verlies. Hoe gaan zulke jonge kinderen om met de gevolgen van zo'n schokkend incident? De Vlaamse cineaste Fien Troch doet in Kid een poging deze vraag te beantwoorden, maar blijft steken in haar eigen ingetogen en afstandelijke stijl.
Kinderlijke onsamenhangendheid
Troch staat erom bekend dat ze haar publiek aan het werk zet door bewust te kiezen voor een minimalistische, niet altijd even heldere uitwerking. Haar kijkers moeten puzzelen om het verhaal volledig te begrijpen en alles in de juiste context te kunnen plaatsen. Kid doet wat dat betreft niet onder voor haar eerdere werk, waaronder Een Ander Zijn Geluk (2005) en Unspoken (2008). Tot aan de dood van de moeder wordt het verhaal hoofdzakelijk gevormd in een hoeveelheid losse flodders, op zichzelf staande shots en gefragmenteerde scènes die niet eenduidig naar een bepaald punt toe lijken te werken. Het gaat hier voornamelijk om de wereld van Kid en Billy die lopen te spelen en te rotzooien, zoals jochies dat doen. De kinderlijke verwondering over kleine alledaagse dingetjes typeert voor Troch hun belevingswereld. Ze mag dan misschien wel gelijk hebben, het maakt de film er niet aantrekkelijker of begrijpelijker op. Alleen een aantal shots vanuit Kids gezichtspunt waarin hij ziet hoe zijn moeder steeds meer door haar kwelgeest onder druk gezet wordt – hoewel hij natuurlijk te jong is om te begrijpen wat er precies aan de hand is – vormt een duidelijke richting in de film, tot aan het onvermijdelijke moment toe.
Volwassen onverschilligheid
Ook na de moord blijft zulke oversubtiele filmtaal echter de maat aangeven. Het verwachte, concretere beeld van hoe de plotselinge gewelddadige dood van een ouder een kind beïnvloedt, blijft afwezig. Er wordt natuurlijk wel enige verandering in het gedrag van de broertjes getoond, maar ook die blijft in Trochs uitvoering opvallend minimaal. Daarin schuilt de kern van Kid , het laten zien hoe dergelijke trauma's een kind van binnen verteren zonder voor de buitenwereld merkbaar te zijn. Maar het aangeven van een wezenlijke verandering van deze kinderen doet Troch zo afstandelijk, dat de kijker er maar met moeite grip op kan krijgen. We zien wat zij zien, maar wat we zien is domweg niet genoeg om hen aan te voelen. Dat de film toch eindigt in een emotionele climax - haast een stijlbreuk vergeleken met de rest van de film - mag daarom een prestatie genoemd worden. Kid eindigt zo alsnog in een sterk tranentrekkend moment dat we nauwelijks aan zien komen.
Overheersende apathie
De rol van Kid is wat dat betreft te introvert gespeeld. Wat er precies in het joch omgaat wordt nooit echt duidelijk en zijn verrassend dramatische beslissing aan het einde van de film wordt er onvolledig door verklaard. Hoofdrolspelertje Simons beschikt simpelweg niet over de noodzakelijke acteerkwaliteiten om de emotionele diepgang van zijn koppie af te kunnen lezen. Meusen gaat het wat dat betreft beter af in de rol van Billy. Hij speelt overtuigend een jongetje dat probeert er het beste van te maken, maar toch zichtbaar geregeerd wordt door een gevoel van gemis. Ook hij kan de film echter niet redden van een overdaad aan geforceerd, apathisch acteerwerk van zowel kinderen als volwassenen. Trochs beslissing om bijna alle rollen te laten spelen door onervaren autochtonen uit de streek waar ze Kid filmde, levert misschien authenticiteit op, maar is geen schot in de roos, gezien de hoeveelheid suffige, apathische blikken die het oplevert.
Conclusie
Fien Troch heeft met Kid de beste bedoelingen om de wereld van een kind na een traumatische ervaring voor een volwassen publiek inzichtelijk te maken, maar slaagt daar niet in. Ze wil het de kijker bewust niet te makkelijk maken en gebruikt afstandelijke stijlmiddelen om haar eigen kijk op de emotionele innerlijke onrust van een verward kind weer te geven, waardoor de film gebukt gaat onder een overschot aan lange, stille shots van starre blikken die de emotie juist doen verstommen. Het maakt het te moeilijk daadwerkelijk met de kinderen mee te leven, laat staan te begrijpen wat er precies in hen omgaat. Maar het neemt niet weg dat Kid op eigen wijze een intrigerend thema voorschotelt dat eindigt in een alsnog verrassend onvoorspelbare climax.