Een Poolse priester worstelt met zijn geloof enerzijds en zijn menselijke hunkering naar liefde anderzijds. Dat hij homoseksueel is, helpt ook niet echt.
Adam (Andrzej Chyra) is priester in een kleine gemeenschap op het Poolse platteland, waar hij sociaal onaangepaste jongens discipline bijbrengt. Hij komt aanvankelijk over als een energieke, optimistische priester, overtuigd van zijn geloof en het belang dat met anderen te delen. Echter, er sluimert iets onder het oppervlak. Dat blijkt wel uit de overduidelijke kwaliteiten die hij tentoonstelt in zijn roeping, maar die hij bewust onderbenut laat in het rurale gat waar hij werkt. Adam is niet zo gebalanceerd als hij zijn naasten wil laten geloven. De vele shots van de halfnaakte jongenslichamen en Adams gekwelde, begerige blik laten er al snel weinig illusie over bestaan dat hij homoseksueel is. Voor hem vormde het priesterschap een poging tot ontsnapping aan zijn natuurlijke driften, maar zo makkelijk ging dat uiteraard niet. En nu zit hij gevangen tussen zijn sterke geloof en zijn verlangen naar de herenliefde.
Onmacht der liefde
Wie vermoedt datIn The Name Ofhet terrein van misbruik van jongens door seksueel gefrustreerde priesters zal verkennen, heeft het mis. Regisseuse Malgoska Szumowska (Elles) zoekt het niet in zulke actuele, maar sensationele thematiek. Dat is een goede keuze, zeker voor het huidige Polen dat nog kampt met een reputatie van intolerantie jegens homoseksualiteit. De combinatie priesterschap en kindermisbruik zou slechts negatief bijgedragen hebben aan het aldaar opkomende maatschappelijk debat omtrent het onderwerp. Szumowska's sleutelwoord is liefde, of preciezer de wens naar liefde maar de onmacht om lief te hebben. De film had evengoed de liefde tussen een geestelijke en een vrouw kunnen inzetten, want de wederzijdse liefde die Adam koestert voor de jongen Lukasz (Mateusz Kosciukiewicz) verschilt inhoudelijk weinig van de alledaagse liefde tussen man en vrouw. Misbruik komt er niet aan te pas. Zo beschouwd breektIn The Name Of een lans voor het feit dat homo's op dezelfde wijze liefhebben als hetero's. Dat klinkt weinig verrassend, maar is desondanks prijzenswaardig in het overwegend streng katholieke Polen waar dit nog niet de gangbare opvatting is. Voor Adam is elke vorm van liefde echter een zonde, want de strikte regels van zijn religie maken liefde, homoseksueel of niet, überhaupt onmogelijk.
Discrete intolerantie
In the Name of is niet een film waarin de protagonist moet kiezen tussen zijn religieuze overtuiging en zijn seksuele voorkeur, maar één waarin hij moet leven met zijn zelfverkozen geestelijke lijdensweg. Adams opvattingen over zijn geloof staan hem immers geen keuze toe. Homoseksualiteit is een zonde, zo vertelt hij zichzelf en zijn pupillen. Ondanks hun onverdraagzaamheid blijken zij zelf ook niet bestand tegen hun lichamelijke driften. Adam masturbeert in bad, terwijl zijn jongens stiekem homoseksueel gedrag, wegens gebrek aan vrouwelijk gezelschap in hun omgeving, niet kunnen ontwijken. Adam probeert het op subtiele wijze te onderdrukken: als hij twee jongens seks op een bank ziet hebben, gaat de bank de deur uit. Szumowska gaat discreet te werk en velt geen oordeel, noch over homoseksualiteit, noch over de twijfelachtige rol van het geloof. Dat is verstandig, maar ook een beetje teleurstellend. Een Nederlands publiek heeft minder moeite de kerk te veroordelen voor haar restrictieve opvattingen en Adam zelf voor zijn drang zijn aard te negeren. Als hij naar de fles grijpt om zijn ongeluk over zijn geaardheid te verdrinken voel je geen medelijden, maar meer een gevoel van 'eigen schuld, dikke bult'. Maar dat komt vooral doordat de gangbare Hollandse tendens tegenover uitingen van homoseksualiteit weinig overeenstemt met de Poolse.
Nederland-Polen
Het tekent de verschillen met de Poolse volksgeest dat de minder belangrijke vormen van maatschappelijk typerende intolerantie die Szumowska inIn The Name Of laat passeren door de Nederlandse kijker als ongemakkelijker worden ervaren dan haar hoofdonderwerp. Voor een Nederlands publiek is de alledaagse kleinschalige wreedheid van de ruige jongeren onder elkaar en het openlijk antisemitische en homohatende gescheld waarvan zij zich bedienen, schokkender dan de openbaring dat zowel priesters als homoseksuelen gewone mensen zijn die gewone behoeftes kennen. Daardoor is de film interessanter als inkijkje in de Poolse samenleving dan als schets van de onderdrukkende relatie tussen religie en (homo)seksualiteit.
Aapjes en uitbarstingen
Hoewel thematisch niet vernieuwend buiten Polen kan Szumowska vaardigheid niet ontzegd worden. Ze haalt het beste uit haar hoofdrolspeler, waardoor Chyra een bijzonder sterke Adam neerzet met subtiel onderhuidse, opgekropte emoties die slechts tot een uitbarsting kunnen komen. Zijn tegenspelers maken daarnaast minder indruk, maar spelen hun rol overtuigend genoeg. Chyra's spel wordt bijzonder fraai aangevuld met Szumowska's lyrische en kleurrijke cinematografie, die de film visueel naar een hoger plan tilt. Haar neiging tot het inzetten van metaforen levert echter wisselvallige resultaten op. Als zijn dorpsgenote Ewa Adam probeert te verleiden ligt de symboliek er wat te dik bovenop, ook al wijst hij haar af. Beter geslaagd is de scène waarin Adam en Lukasz aapje spelen in een maisveld, een afspiegeling van hun primitieve driften die zij, ongezien door anderen, de overhand laten voeren en tot een onvermijdelijke climax zullen komen. Een climax waarvan de consequenties vervolgens alleen langer uitgerekt worden dan noodzakelijk.
Conclusie
In Polen mag het onderwerp dan nog een taboe heten, het uitgangspunt van een seksueel onderdrukte priester die worstelt met zijn homoseksualiteit is in Nederland beduidend minder schokkend. Dat verkleint de beladenheid en de actualiteit van de thema's dieIn The Name Ofaankaart. Maar het neemt niet weg dat de film zich bedient van uitstekend spel, in het bijzonder Chyra als de getormenteerde Adam. Samen met Szumowska's bij vlagen poëtische regie zorgt dat ervoor dat In The Name Oftoch een afdoende intrigerende film blijkt, die weliswaar niet bijster veel toevoegt, maar wel aangrijpend genoeg is.