Na veertien jaar is het park eindelijk weer open.
Twee jaar geleden kreeg Steven Spielbergs dino-avontuurJurassic Parkeen re-release in 3D, waarmee de status van de film als tijdloze klassieker bevestigd werd. De alweer twintig jaar oude film hield zich tussen het hedendaagse blockbustergeweld opvallend goed staande, want de baanbrekende effecten staan ook nu nog als een huis. Zelfs het als gimmick toegevoegde 3D-effect bleek zich kwalitatief moeiteloos te kunnen meten met wat we vandaag de dag in de bios aantreffen. Even leek het erop dat we met de terugkeer van de originele film een nieuw vervolg niet nodig hadden, maar uiteraard gold de heruitbreng hoofdzakelijk als opwarmertje voor een nieuw deel. Dat vervolg is nog eens twee jaar later gearriveerd onder de nieuwe noemerJurassic World. Spielberg liet de regie over aan de relatieve nieuwkomer Colin Trevorrow, die slechts de koddige 'oddball comedy' Safety Not Guaranteedop zijn naam had staan. De nieuweling toont zich echter een geslaagd student van de meester en maakte vanJurassic Worldeen aanvaardbare opvolger. Dat de film desondanks zijn voorganger nergens evenaart, valt in de lijn der verwachting.
Oude dino's
Jurassic World is zowel een bevestiging van als een breuk met het verleden. John Hammonds eerste droom, het oude 'Jurassic Park', is niet meer, maar heeft plaatsgemaakt voor een moderne variant. Op het afgelegen tropisch eiland Isla Nublar heeft een andere excentrieke miljardair de oude plannen in een nieuw jasje gestoken en een vergelijkbaar park gebouwd. Met opvallend succes. Ten tijde van de aanvang van de film draait 'Jurassic World' al een decennium lang zonder problemen. Duizenden toeristen bezoeken elk jaar het eiland en er is er nog nooit eentje opgepeuzeld. Het gevaar komt onderhand niet meer van de dinosauriërs, maar van de bezoekers zelf. Het tot leven wekken van prehistorische dieren is dankzij het succes van het park een geaccepteerd gegeven geworden, waardoor de bezoekersaantallen en dus de inkomsten teruglopen. Het is haast onvoorstelbaar, maar van een woeste T-Rex zijn de verwende toeristen simpelweg niet meer onder de indruk. Nieuwe attracties met meer klauwen en tanden moeten het park uit het slop zien te redden.
Ontembaar
En dus krijgt Ian Malcolm met zijn chaostheorie alsnog gelijk. Zelfs als de illusie van controle compleet lijkt, gaat het dankzij de eigen hoogmoed van de mens alsnog mis. De bioscoopganger zou het niet anders willen zien, want ondanks de spectaculaire beelden die het werkende park met zijn diverse oogstrelende attracties – waaronder een aquarium, een monorail en zelfs een kinderboerderij – oplevert, moet het natuurlijk misgaan om in de gewenste dinosaurusactie te resulteren. In een poging meer bezoekers te trekken creëren de genetici van het park een geheel nieuwe soort die aan de eisen van het management voldoet. Men neme een snufje DNA van de ene dinosaurus en een toefje van de andere, en zo wordt de Indominus Rex geboren. Dat het enorme roofdier dankzij zijn genetische samenstelling volstrekt onvoorspelbaar is dondert niet, zolang het de toeristenstroom maar laat aanzwengelen. Natuurlijk breekt het hoogst intelligente beest los met precies de dodelijke gevolgen die de kijker voorgeschoteld wil zien. En dan krijgen de 20.000 aanwezige parkbezoekers opeens meer spanning dan ze voor ogen hadden...
Tora Boraptor
Zoals het een film uit de Spielbergschool betaamt, bevinden zich onder die bezoekers ook twee kinderen, de neefjes van parkmanager Claire (Bryce Dallas Howard). De hautaine carrièrevrouw heeft het te druk met het runnen van het park om de jochies, die net een scheiding doormaken (hoe Spielbergiaans wil je het hebben!), haar volledige aandacht te geven, waardoor het duo op eigen houtje het park verkent. Recht op de muil van het hybride monster af. Gelukkig kan Claire rekenen op de hulp van de stoere Owen (Chris Pratt), die zich dankzij zijn Raptor-research prima weet te handhaven in de strijd tegen het monster. De Raptorfluisteraar is dankzij het geleidelijk ontwikkelen van een band met een viertal Raptors het alfamannetje onder de dino's geworden. Tegenwerking ondervindt hij van beveiligingsmanager Hoskins (Vincent D'Onofrio), die onfrisse plannen koestert jegens de door Owen getemde maar nog steeds levensgevaarlijke Raptors. De ex-militair heeft het krankjorume idee gekregen de beestjes als levende wapens in te zetten. 'Hadden we die maar in Tora Bora!' buldert hij, waarmee het scenario nogmaals de waanzin van de mens in zijn streven naar totale controle over de oncontroleerbare natuur onderstreept. Als de Indominus echter slachtoffers onder zowel mens als dino blijft maken moet Owen wel toegeven. Met man en macht en Raptor rukt men uit om de ontembare peperdure attractie te beteugelen en zo werkt Trevorrow naar een zinderende, maar toch wat voorspelbare, finale toe.
Geen 1993 meer
De Indominus en de getemde Raptors vormen voor de kijker eveneens de hoofdattractie, want niemand zal ontkennen datJurassic Worldop narratief niveau wel wat veel overeenkomsten metJurassic Park kent. Daarom dringt een hardnekkige vergelijking met de originele film zich voortdurend op. Is World Parkwaardig? Evenals de film van Spielberg kent Trevorrows werk een geslaagde combinatie van actie, humor en subtiele horror. Zo magisch als die eerste film wordt het echter nooit, maar dat mocht men simpelweg niet verwachten. Net zoals de parkbezoekers die verveeld met hun telefoons rondlopen omdat gekloonde dinosauriërs onderhand gemeengoed zijn geworden, is ook de bioscoopganger verwend door digitaal tot leven gewekte dino's, die dankzij het pionierswerk van Spielbergs film haast alledaags zijn geworden. Het erfgoed van JPweerhoudt JWervan verrassend of vernieuwend te zijn. Ook al zien de dinosauriërs in alle soorten en maten er weer fantastisch uit, het lijkt onmogelijk datJurassic World de huidige jongere generatie dat magische gevoel meegeeft datJurassic Parkin 1993 nog kon opwekken.
Deze dinosaurus wordt mede mogelijk gemaakt door McDonalds
Wat overblijft, is een onmiskenbaar vaardig gemaakte Hollywoodblockbuster, waarbij het acteerwerk, de muziek en het design allemaal puik in orde zijn, maar overduidelijk niet zo iconisch als het origineel. Thematisch gezien blijft deJurassic toon gelukkig nog gehandhaafd, al missen we een aanstekelijk snugger type als de altijd gelijk hebbende Malcolm. Trevorrow neemt net als Spielberg de tijd om intrigerend te reflecteren op de menselijke zucht naar onrealistische controle. Het krankzinnige plan een dodelijke kruising te ontwikkelen zonder rekening te houden met de onvoorspelbare gevolgen biedt daartoe ruim de gelegenheid. 'Je krijgt precies wat je wilde hebben', reageert de geneticus bits als de miljardair vraagt waarom zijn nieuwe dino toeristen opvreet. Net zoals inJurassic Park blijkt vooruitgang nog steeds verstoken van verantwoordelijkheid en wijzen de betrokken partijen, het geld en de kennis, met opgeheven vingers naar elkaar als de pleuris uitbreekt. Daarnaast voegt het script nog wat hilarische kritiek op de huidige commerciële markt toe, wanneer blijkt dat bedrijven Jurassic Worlds attracties kunnen sponsoren. 'Plak uw naam op onze nieuwe attractie, maar klop niet bij ons aan als het uw doelgroep verslindt', kan als devies gesteld worden. Met het toevoegen van dergelijk geslaagd commentaar bewijst Trevorrow zich opnieuw een uitstekend discipel van grootmeester Spielberg.
Conclusie
Trevorrow toont zich geen tweede Spielberg, maar is desondanks een capabel regisseur die een fijne maar typische zomerblockbuster aflevert. Wie ervan uitging datJurassic World de magie van de originele film zou evenaren koesterde natuurlijk te hoge verwachtingen. Toch blijft de film een voortdenderend spektakelstuk rijkelijk gevuld met momenten van spanning, avontuur en humor en natuurlijk de hordes dinosauriërs waar de toeschouwer op rekent. Bovendien houdt de film vast aan de originele boodschap en doet daar een leuk anti-commerciëel schepje bovenop. Ondanks het bij vlagen voorspelbare Hollywoodscenario zal de film jong en oud voldoende weten te boeien om het voortbestaan van deJurassicreeks voor nog een generatie te garanderen.