Op 22, 23 en 24 maart vond voor de derde keer hetFood Film Festival plaats, met een keur aan films waarin voedsel en eten een belangrijke rol spelen, maar ook met events, feesten, culinaire ervaringen en een voedselmarkt. Het festival is een initiatief van Youth Food Movement (YFM), een organisatie die ons bewust wil maken van voedelkeuzes.
Op het festival waren ook een aantal inspirerende gasten aanwezig, onder wie New York Times columnist Mark Bittman, culinair recensent Johannes van Dam en hoogleraar Louise Fresco. Die laatste heeft samen met Helen Westerik een voor filmliefhebbers aangenaam boek geschreven:De rol van eten in speelfilms (2010). Daarin bespreken ze films waarin eten - en alles wat daarmee te maken heeft - een belangrijk bestanddeel vormt, zoalsThe Godfather (I,II,III),Goodfellas (1990) ofTokyo Sonata (2008, Kurosawa). De echte foodfilms, waarin alles om eten
draait, komen natuurlijk ook aan bod,Julie & Julia (2009) van Nora Ephron,Eat, Man, Drink, Woman(1994) van Ang Lee en de klassiekerLa grande Bouffe (1973) van Ferreri. En dan zijn er nog de foodfilms waar je niet met een lege maag naar toe moet gaan, omdat de feestelijke eet- en drinkfestijnen in deze films zo aanstekelijk werken, het voedsel er zo appetijtelijk uitziet en er zo zichtbaar van genoten wordt, dat het water je voortdurend in de mond loopt. Zie bijvoorbeeld het genoemdeEat, Man, Drink, Womanmaar ookNabette's Feast enCon aqua para chocolata. Of kijk eens in gezelschap naarBella Martha (No reservations is de Amerikaanse remake ervan uit 2007), waarin de work-alcoholic-kok Martha verliefd wordt op een zorgeloze Italiaanse kok aan wie alles swingt. Doe er dan nog een lekker filmwijntje bij (Bottle shock ofSideways) en iedereen zit te genieten. Op het festival belichtten Fresco en Westerik in een film van 60 minuten,The Hamburger Scenes, met behulp van filmscenes de rol van fast food in speelfilms, en dan met name de hamburger. Er draaide ook een aantal speelfil De klassiekerChunking Express (1994) van Wong Kar Wei, waarin het eten in een snackbarstalletjes de verhalen verbindt, en er was de Nederlandse premiere van de Iraanse speelfilmHotchpotch van Forouzesh (2012), waarin een vader na het overlijden van zijn vrouw bij de geboorte van hun eerste kind op zoek gaat naar moedermelk op het Iraanse platteland. Ook waren er nog een aantal korte speelfil
Documentaires
De meeste van de ongeveer 30 films waren animaties en vooral documentaires. Een aantrekkelijke combinatie van film en eten was de vertoning van de documentaire L'Amour des moules van Willemiek Kluijfhout waarin de levenscyclus van de mossel centraal staat en waarin mensen aan het woord komen van wie het leven verweven is met dit schelpdiertje. Verder was er de al van tv bekende documentaireRauwer van Anneloek Sollart, die de vijftienjarige Tom portretteert. Hij krijgt van zijn moeder niets anders dan groente, fruit en noten voorgeschoteld. Alleen een dieet van plantaardige rauwe voeding schaadt volgens haar de gezondheid niet. Dat Tom niet meer naar school gaat, volgens artsen ondervoed is en van zijn sociale omgeving geisoleerd raakt, lijkt de missie van zijn moeder niet te stoppen.
Koeien
Een mooi portret was de Nederlandse documentairevan Onno Gerritse (2013 - wereldpremiere), waarin boer Jan Dirk van de Voort het verhaal van zijn koeien vertelt. Hij gebruikt geen antibiotica en geen kunstmest meer. Bovendien mogen zijn koeien hun hoorns behouden. Na aanvankelijke problemen (ziekten en dood) betaalt de nieuwe aanpak zich nu ten volle uit. In het begin van de film houdt de boer omstanders een koeienvlaai onder de neus: "Net een zalfje zo mooi." De melk is heerlijk en zijn kaas kan wedijveren met de allerbeste Parmezaan. Dat alles is een dansje waard met de gehoornde dames, die veel blijer zijn geworden. Behalve de paardenfluisteraar is er nu dus ook de koeiendanser.
Hummus
Veel aandacht trok de Nederlandse premiere van de documentaireMake hummus not war (2012) van de Australische filmer Trevor Graham, waarin de vraag gesteld wordt wie nou het gerecht hummus heeft bedacht: de Israeliers, de Palestijnen of de Libanezen? Dat was de inzet van de zogenaamde Hummus-Oorlog in 2008, toen Libanon de Israelische export van hummus als een nationaal product aan de kaak stelde. De media bemoeiden zich ermee en de verschillende partijen daagden elkaar uit het grootste bord met hummus te produceren.
Het twistpunt zelf is een heel simpel gerecht: een puree van kikkererwten met sesampasta, knoflook, zout, olijfolie en citroen. Eenvoudig, voedzaam, gezond en goedkoop, maar de emoties zijn er dus niet minder om. Graham gaat op zoek naar de ultieme hummus in achterafstraatjes van Jeruzalem, Tel Aviv en Bethlehem. Hij eet hummus bij een Palestijnse boer die kilometers moet omlopen om bij zijn land te komen, in een Joodse nederzetting op dezelfde Westbank, en in een chique restaurant in Beirut. Israeliers, Palestijnen, Libanezen, ze weten allemaal, al dan niet met de Bijbel in de hand, duidelijk te maken dat de hummus het onvervreemdbare eigendom is van juist hun volk. De ironie wil dat in de meeste Israelische restaurants Palestijnen in de keuken staan om het gerecht te bereiden. Hummus is inmiddels ookbig business. In de VS doet inmiddels vooral Israel goede zaken, tot grote ontevredenheid van Libanon. Graham probeert zijn zegslieden vreedzame uitspraken te ontlokken. Soms lukt dat ook. De kok van een oud restaurant in Beirut zegt, dat alles goed zou komen, als de partijen maar gezamenlijk een goed bord hummus zouden eten. En een Palestijn in Oost-Jeruzalem vertelt met trots, dat er in zijn restaurant zowel Palestijnen als Israelische soldaten komen om zijn hummus te proeven. "Van oudsher zijn wij een enkel volk." Misschien is dat zo, maar voor vrede is toch meer nodig dan een goed bord hummus.
Hummus stond ook op de kaart in Studio K in Amsterdam. Na het vertonen van de film was er veel vraag naar dit gerecht, waarvan de herkomst dus omstreden is. Dat laatste maakte de bezoeker niet zoveel uit. Het bord hummus was in ieder gevalgood, clean & fair, zoals in het programmaboekje was beloofd.