In Klassiekers Revisited deze keer Polanski’s eerbetoon aan de film noir met een hoofdrol voor de neus van Jack Nicholson.
Robert Towne is een geniale scenarist en in 1973 had hij een ijzersterke inval, maar producent Robert Evans had andere ideeën. Hij bood Towne 125.000 dollar om een bewerkt scenario te schrijven van Scott Fitzgerald’s The Great Gatsby . Towne voelde zich niet geroepen om een literair meesterwerk te verminken en weigerde. Hij vroeg wel 25.000 dollar om zijn oorspronkelijke idee Chinatown te mogen schrijven. Evans aarzelde, gaf hem groen licht en vertelde jaren later: “Iedereen zei dat ik gek was… totdat ze Chinatown zagen”. Dit briljante scenario won in 1975 de Oscar voor best originele scenario en The Great Gatsby werd in 1974 verfilmd met een scenario van Francis Ford Coppola.
Towne kreeg het idee voor Chinatown van een Hongaarse zedenrechercheur die in L.A.’s Chinatown werkte. Hij vroeg hem wat hij zoal deed in dat hectische gekkenhuis. “Zo min mogelijk”, was het antwoord. “In Chinatown, met alle rumoer, verwarring en dialecten weet je niet goed wie wat doet, tegen wie en of iemand een deel van de oplossing is of juist het probleem. Daarom doe ik zo min mogelijk.” Chinatown is dus synoniem voor chaos en rumoer. Vandaar de legendarische slotzin: Forget it, Jake, it’s Chinatown .
De neus van privérecherche J.J. (Jake) Gittes (Jack Nicholson) heeft het zwaar te verduren in Chinatown. De neus is gehavend, bebloed, dan weer bedekt met een pleistertje dan met een prop watten en pleisters. Nicholson raakte bijna zijn neus echt kwijt tijdens het draaien. Robert Towne vond het een geestig idee dat een te nieuwsgierige rechercheur bijna zijn neus verliest. Regisseur Roman Polanski deed er een schepje boven op: hij speelt een figurantenrol (zoals Hitchcock vaak deed) als de boef met het mes in Jack’s neus. Maar Polanski zinspeelt steeds tijdens het draaien hoe onhandig hij is. Hij zegt dat hij bang is dat hij Jack’s neus helemaal af gaat snijden. Jack’s gezicht in de bewuste scene is dus niet voor niets overtuigend nerveus. De neus is een van de vele gedenkwaardige details in de film, want wie aan Chinatown denkt ziet gelijk de gehavende neus van Jack Nicholson op zijn netvlies.
Het verhaal ging niet om sieraden, geld of standaard misdaad, maar om een combinatie van water en macht. Een intrigerende combinatie vond Towne. De privérecherche J.J. 'Jake' Gittes heeft zich gespecialiseerd in huwelijkszaken. Hij is ingehuurd door Evelyn Mulwray wanneer ze vermoedt dat haar man Hollis, hoofd van L.A.’s watervoorzieningen, vreemdgaat. Jake gaat op onderzoek uit en in het daaruit voortvloeiende schandaal blijkt dat hij werd ingehuurd door een imitator en niet door de echte Evelyn Mulwray (Faye Dunaway). Wanneer Hollis Mulwray dood is aangetroffen raakt Jake verzeild in een complex web van moord, incest en gemeentelijke corruptie rondom de watervoorraad van Los Angeles. Hij krijgt te maken met de megalomane miljardair Noah Cross, de verpersoonlijking van het kwaad.
Producent Robert Evans wilde per se een Europese regisseur voor deze oer-Amerikaanse film. Een visie gekleurd door het oog van de buitenstaander levert scherpzinnige en realistische observaties op, de Oostenrijker Fritz Lang liet dit zien in The Big Heat (1953). Amerikaanse mainstream regisseurs zijn minder gecharmeerd van realisme. Zij gaan gebukt onder het juk van de Hollywood geldschieters, de beschermheren van de brandschone Amerikaanse droom. Zelfs Woody Allen zegt dat hij films maakt over een New York dat niet bestaat, het is zijn fantasie over hoe hij de stad graag ziet, slechts een sprookje. Sinds het einde van het tijdperk van de film noir (1940-1960) hebben Amerikanen weinig op met verval en tragische helden: een happy end is bijna een levensbehoefte geworden.
De Poolse regisseur Roman Polanski was de meester van de tragiek, zelfs zijn eigen leven leek op een film noir. Hij was een voor de hand liggende keuze voor Chinatown en hij nam de klus graag aan. Deprimerende, tragische verhalen inspireren hem. Hij had een heldere visie voor ogen, hij wilde een klassieke film noir maken: donker, onheilspellend met een onvervalste femme fatale en een eigenzinnige, cynische held. Dit waren de handelsmerken van het genre met hoogtepunten als John Huston’s The Maltese Falcon (1941), Billy Wilder’s Double Indemnity (1944) en Robert Aldrich’s Kiss me Deadly (1955).
J.J. (Jake) Gittes is een held in de geest van thrillerschrijver Raymond Chandler’s Philip Marlowe of Mickey Spillane’s Mike Hammer. Tijdens het schrijven van het scenario had Towne voor de rol altijd Jack Nicholson voor ogen. Faye Dunaway is een femme fatale pur sang en de chemie tussen die twee is spectaculair. De vileine Noah Cross wordt ijzingwekkend gespeeld door acteur/regisseur John Huston, die The Maltese Falcon regisseerde. Polanski was vastberaden uitsluitend het perspectief van Jake Gittes te volgen, alles zien we door zijn ogen. En als de wat hoekige plot te ingewikkeld dreigt te worden, vertraagt Polanski het tempo, dit is geen Seven of The Usual Suspects. Zelfs in 1974 was die traagheid een doorn in het oog van sommige critici. Maar Jake krijgt de tijd, je hoort hem bijna nadenken.
Zes mensen zijn medeverantwoordelijk voor dit meesterwerk. De aanwezigheid van een supertrio zowel voor als achter de schermen was doorslaggevend. Off Screen: producent Evans, scenarist Towne en ‘master of misery’ Roman Polanski. On Screen: Faye Dunaway, Jack Nicholson en filmicoon John Huston. Deze zes hoofdrolspelers zorgden ervoor dat het geheel vele malen groter werd dan de som der delen. Desondanks hielden Polanski, producent Evans en scenarist Towne zelden op met ruziën, maar het leverde magisch werk op. De tragische apotheose van Chinatown is klassieke film noir, maar voordat het zover was, vochten Towne en Polanski elkaar bijna de studio uit over de juiste afloop. Polanski’s liefde voor de tragiek zegevierde.
Chinatown benadert perfectie: scenario, licht, geluid, de soundtrack van Jerry Goldsmith, regie en acteren: alles is even memorabel als de gehavende neus van Jack Nicholson. De Europeaan Polanski en de Amerikaanse film noir waren voor elkaar geschapen. Chinatown is van een verleidelijke poëtische eenvoud en een magistraal eerbetoon aan een uitgestorven genre. Het was tevens de laatste film die Polanski in de Verenigde Staten zou maken.
“ Forget it, Jake, it’s Chinatown.” Onvergetelijk. Ga dat (weer) zien.
Robert Towne is een geniale scenarist en in 1973 had hij een ijzersterke inval, maar producent Robert Evans had andere ideeën. Hij bood Towne 125.000 dollar om een bewerkt scenario te schrijven van Scott Fitzgerald’s The Great Gatsby . Towne voelde zich niet geroepen om een literair meesterwerk te verminken en weigerde. Hij vroeg wel 25.000 dollar om zijn oorspronkelijke idee Chinatown te mogen schrijven. Evans aarzelde, gaf hem groen licht en vertelde jaren later: “Iedereen zei dat ik gek was… totdat ze Chinatown zagen”. Dit briljante scenario won in 1975 de Oscar voor best originele scenario en The Great Gatsby werd in 1974 verfilmd met een scenario van Francis Ford Coppola.
Towne kreeg het idee voor Chinatown van een Hongaarse zedenrechercheur die in L.A.’s Chinatown werkte. Hij vroeg hem wat hij zoal deed in dat hectische gekkenhuis. “Zo min mogelijk”, was het antwoord. “In Chinatown, met alle rumoer, verwarring en dialecten weet je niet goed wie wat doet, tegen wie en of iemand een deel van de oplossing is of juist het probleem. Daarom doe ik zo min mogelijk.” Chinatown is dus synoniem voor chaos en rumoer. Vandaar de legendarische slotzin: Forget it, Jake, it’s Chinatown .
De neus van privérecherche J.J. (Jake) Gittes (Jack Nicholson) heeft het zwaar te verduren in Chinatown. De neus is gehavend, bebloed, dan weer bedekt met een pleistertje dan met een prop watten en pleisters. Nicholson raakte bijna zijn neus echt kwijt tijdens het draaien. Robert Towne vond het een geestig idee dat een te nieuwsgierige rechercheur bijna zijn neus verliest. Regisseur Roman Polanski deed er een schepje boven op: hij speelt een figurantenrol (zoals Hitchcock vaak deed) als de boef met het mes in Jack’s neus. Maar Polanski zinspeelt steeds tijdens het draaien hoe onhandig hij is. Hij zegt dat hij bang is dat hij Jack’s neus helemaal af gaat snijden. Jack’s gezicht in de bewuste scene is dus niet voor niets overtuigend nerveus. De neus is een van de vele gedenkwaardige details in de film, want wie aan Chinatown denkt ziet gelijk de gehavende neus van Jack Nicholson op zijn netvlies.
Het verhaal ging niet om sieraden, geld of standaard misdaad, maar om een combinatie van water en macht. Een intrigerende combinatie vond Towne. De privérecherche J.J. 'Jake' Gittes heeft zich gespecialiseerd in huwelijkszaken. Hij is ingehuurd door Evelyn Mulwray wanneer ze vermoedt dat haar man Hollis, hoofd van L.A.’s watervoorzieningen, vreemdgaat. Jake gaat op onderzoek uit en in het daaruit voortvloeiende schandaal blijkt dat hij werd ingehuurd door een imitator en niet door de echte Evelyn Mulwray (Faye Dunaway). Wanneer Hollis Mulwray dood is aangetroffen raakt Jake verzeild in een complex web van moord, incest en gemeentelijke corruptie rondom de watervoorraad van Los Angeles. Hij krijgt te maken met de megalomane miljardair Noah Cross, de verpersoonlijking van het kwaad.
Producent Robert Evans wilde per se een Europese regisseur voor deze oer-Amerikaanse film. Een visie gekleurd door het oog van de buitenstaander levert scherpzinnige en realistische observaties op, de Oostenrijker Fritz Lang liet dit zien in The Big Heat (1953). Amerikaanse mainstream regisseurs zijn minder gecharmeerd van realisme. Zij gaan gebukt onder het juk van de Hollywood geldschieters, de beschermheren van de brandschone Amerikaanse droom. Zelfs Woody Allen zegt dat hij films maakt over een New York dat niet bestaat, het is zijn fantasie over hoe hij de stad graag ziet, slechts een sprookje. Sinds het einde van het tijdperk van de film noir (1940-1960) hebben Amerikanen weinig op met verval en tragische helden: een happy end is bijna een levensbehoefte geworden.
De Poolse regisseur Roman Polanski was de meester van de tragiek, zelfs zijn eigen leven leek op een film noir. Hij was een voor de hand liggende keuze voor Chinatown en hij nam de klus graag aan. Deprimerende, tragische verhalen inspireren hem. Hij had een heldere visie voor ogen, hij wilde een klassieke film noir maken: donker, onheilspellend met een onvervalste femme fatale en een eigenzinnige, cynische held. Dit waren de handelsmerken van het genre met hoogtepunten als John Huston’s The Maltese Falcon (1941), Billy Wilder’s Double Indemnity (1944) en Robert Aldrich’s Kiss me Deadly (1955).
J.J. (Jake) Gittes is een held in de geest van thrillerschrijver Raymond Chandler’s Philip Marlowe of Mickey Spillane’s Mike Hammer. Tijdens het schrijven van het scenario had Towne voor de rol altijd Jack Nicholson voor ogen. Faye Dunaway is een femme fatale pur sang en de chemie tussen die twee is spectaculair. De vileine Noah Cross wordt ijzingwekkend gespeeld door acteur/regisseur John Huston, die The Maltese Falcon regisseerde. Polanski was vastberaden uitsluitend het perspectief van Jake Gittes te volgen, alles zien we door zijn ogen. En als de wat hoekige plot te ingewikkeld dreigt te worden, vertraagt Polanski het tempo, dit is geen Seven of The Usual Suspects. Zelfs in 1974 was die traagheid een doorn in het oog van sommige critici. Maar Jake krijgt de tijd, je hoort hem bijna nadenken.
Zes mensen zijn medeverantwoordelijk voor dit meesterwerk. De aanwezigheid van een supertrio zowel voor als achter de schermen was doorslaggevend. Off Screen: producent Evans, scenarist Towne en ‘master of misery’ Roman Polanski. On Screen: Faye Dunaway, Jack Nicholson en filmicoon John Huston. Deze zes hoofdrolspelers zorgden ervoor dat het geheel vele malen groter werd dan de som der delen. Desondanks hielden Polanski, producent Evans en scenarist Towne zelden op met ruziën, maar het leverde magisch werk op. De tragische apotheose van Chinatown is klassieke film noir, maar voordat het zover was, vochten Towne en Polanski elkaar bijna de studio uit over de juiste afloop. Polanski’s liefde voor de tragiek zegevierde.
Chinatown benadert perfectie: scenario, licht, geluid, de soundtrack van Jerry Goldsmith, regie en acteren: alles is even memorabel als de gehavende neus van Jack Nicholson. De Europeaan Polanski en de Amerikaanse film noir waren voor elkaar geschapen. Chinatown is van een verleidelijke poëtische eenvoud en een magistraal eerbetoon aan een uitgestorven genre. Het was tevens de laatste film die Polanski in de Verenigde Staten zou maken.
“ Forget it, Jake, it’s Chinatown.” Onvergetelijk. Ga dat (weer) zien.