Op 22 mei wordt het nietsvermoedende winkelende publiek opgeschrikt door een zelfmoordaanslag in een winkelcentrum. Wie zijn de slachtoffers en waarom heeft de dader dit gedaan? 22 Mei probeert via de duistere gedachtenwereld van één van de slachtoffers antwoord te geven op die vragen.
Een jongeman slentert onopvallend een winkelcentrum binnen om zichzelf en vervolgens een aantal anderen van het leven te beroven. Dit gruwelijke scenario roept bij menigeen waarschijnlijk herinneringen op aan de ramp die zich op 9 april 2011 in Alphen aan den Rijn voltrok. En het zou van de zotte zijn om nu, een dikke maand na de rampdatum, al met een verfilming te komen. Het is dan ook puur toeval dat de film 22 Mei zo bizar kort volgt op de schietpartij. De film toont een onvoorziene gelijkenis met de ramp in Alphen aan den Rijn, zij het met een ander plan de campagne . In 22 mei wandelt een jongen, behangen met explosieven, een winkelcentrum binnen en blaast zichzelf te midden van het winkelend publiek op. De ingeslapen beveiliger Sam, die op dat moment buiten het winkelcentrum een oogje in het zeil houdt, haast zich naar binnen om de gewonden hulp te bieden. Dan wordt het zwart zijn ogen en het volgende moment zet hij het op een lopen. Overmeesterd door angst en paniek rent hij in gedachten het onbekende tegemoet. Hij vlucht door de verlaten straten van de stad totdat hij verschillende slachtoffers van de ramp tegenkomt. Zij vertellen hem wie ze waren en hoe ze de dag van de aanslag hebben ervaren. Uiteindelijk belandt hij bij de jongen die de aanslag pleegde en krijgt hij inzicht in zijn motieven.
Visueel artiest
Koen Mortier is een visueel artiest. Met zijn speelfilmdebuut Ex-drummer (geschreven door Herman ‘ik bef niet meer’ Brusselmans) liet hij al zien dat hij tot vernuftige filmtechnieken in staat is. Zo begon de film met het terugspoelen van beelden en stonden ruimtes letterlijk op hun kop. Ex-drummer was heftig en werd door velen ook wel bestempeld als ‘de Vlaamse Trainspotting’. De film was een typisch geval van ‘love it or hate it’, maar of je de film nu ingenieus of afstotelijk vond, het gros van de mensen die Ex-drummer hebben gezien, zal nog lang met een flinke filmkater hebben gezeten. Van iemand die een zeer geslaagde poging deed de hel te visualiseren werd dan ook een hoop verwacht. Mortier trok in ieder geval een blik met Ex-acteurs open om dat effect te bereiken. Sam Louwyck die de rol van beveiliger Sam voor zich neemt, zagen we in Ex-drummer als Ivan van Dorpe. Ook Jan Hammenecker en Barbara Callewaert speelden rollen in deze film. De vraag is echter of je het met een paar puike acteurs redt. Ex-drummer werd neergepend door de excentrieke schrijver Herman Brusselmans, die over een behoorlijke zieke geest beschikt. Voor 22 Mei schreef Mortier het scenario zelf. De aanslagen op het WTC in New York, 11 september 2001, brachten hem op het idee een verhaal te schrijven over een beveiliger die zich bleef afvragen of hij het drama had kunnen voorkomen. De beveiliger had de daders hoogstwaarschijnlijk gezien, maar hij had het kwaad niet in hen herkend. De vraag is nu of Mortier hiermee opnieuw in staat is om de kijker door een ware hel te laten gaan. Hetzij ditmaal de hel van een zelfmoordaanslag.
Ziek van verdriet
We zien op de beeldbuis de meest verschrikkelijke rampen voorbij komen: vliegtuigen storten neer, mensen blazen bussen op en scholieren moorden hun klasgenoten uit. Die beelden leiden tot verbazing, ongeloof en heel misschien, bij de tere zieltjes onder ons, tot een voorzichtige traan. Waarom liggen we niet dagenlang ziek in bed van verdriet? Misschien omdat we niemand van de slachtoffers echt kennen. We worden pas echt geraakt als het gaat om iemand die ons naar het hart staat. In een film is het de taak van de filmmaker om ons zo dicht bij de personages te brengen, dat we ons miserabel gaan voelen als hen wat overkomt. 22 Mei streeft ernaar het verhaal achter de aanslag te vertellen. Wie zijn de slachtoffers, hoe zagen hun levens er uit? En waarom heeft de dader de aanslag gepleegd? Dat zijn vragen die logischerwijs bij de toeschouwer opkomen en die vormen dan ook een goed uitgangspunt voor de film.
Is dit de dood?
Echter, als je die levensverhalen wilt vertellen, moet je dat volledig doen. Mortier heeft duidelijk moeite een keuze te maken tussen datgene waar hij zo goed in is: de schoonheid van de filmtechniek laten zien en het vertellen van een meeslepend verhaal. De nadruk ligt in 22 Mei vooral op het visuele aspect. Met het ontploffen van de explosieven daalt er een grijze stofwolk neer, die de rest van de film niet meer verdwijnt. Het grijze gebied staat symbool voor hetgeen we niet kunnen vatten. Is dit de dood? De kijker kan naar hartelust spelen met de interpretatie van de beelden. De locaties worden steeds benauwder en leger. Alles wat we zien draagt bij aan het kille en ondefinieerbare gevoel dat de dood kan achterlaten. Datzelfde gevoel krijg ik helaas ook bij de personages. Alleen voor Sam lukt het om een vorm van begrip op te brengen. De rest van de bijfiguren blijft oninteressant en afstandelijk. Misschien was dat wel het bedoelde effect van Mortier; geen van de slachtoffers goed leren kennen, zoals dat ook het geval is bij een echte ramp, en van een afstandje de situatie met lichte verbazing gadeslaan.
Conclusie
Mortier heeft met 22 Mei een reeks aan kunstzinnige beelden afgeleverd die absoluut geen straf is om naar te kijken. De beelden kunnen van alles betekenen en de vrije interpretatie geeft veel (grijs) stof tot nadenken. Wat er echter ontbreekt in 22 Mei is een degelijk verhaal met een paar aimabele personages. Het lijkt erop dat Mortier de mensen achter de slachtoffers wilde laten zien, maar de focus op het visuele beperkt de speeltijd van de personages aanzienlijk en dat zorgt ervoor dat die mensen blijven wat ze aan het begin van de film al waren: anonieme slachtoffers van een ramp. Uiteindelijk word je als kijker niet meegesleurd de hel in, maar blijf je gewoon zitten waar je zit. In je comfortabele bioscoopstoel.