Liam Neeson gooit al zijn clichés in de strijd.
Een wat verlopen grommende oudere agent, zo zien we acteur Liam Neeson de laatste jaren veelvuldig op het witte doek. En niet zonder succes: niet voor niets staat de teller voorTakeninmiddels op drie. InA Walk Among The Tombstones wordt dat imago nog een tandje aangezet als hij als privé-detective en voormalig agent alle remmen losgooit: de stem nog rauwer, het uiterlijk nog ongewassener en zijn persoonlijk leven nog rommeliger. De vraag is of Liam Neeson hier meer van weet te maken dan een optelsom van wat bij elkaar geraapte stijlfiguren.
Aan stukken
Het verhaal begint in 1991 als we Matt Scudder (Liam Neeson) zien falen als agent in een schietpartij waar hij toevallig bij aanwezig is. Meteen erna belanden we in 1999. Matt draagt nog wel zijn politiebadge, maar hij is vlak na het incident uit '91 opgestapt en is sindsdien privé-detective geworden. Van een paar kleine zaken wordt hij ineens gevraagd om een grote zaak op te lossen. In korte tijd zijn een aantal vrouwen ontvoerd en aan stukken gesneden teruggevonden. De kidnappers lijken iets met het drugsmilieu te maken te hebben, net als één van de mannen van wie de vrouw het slachtoffer is en Matt voor deze klus inschakelt. Ondertussen sluit Matt ook nog vriendschap met een jonge zwarte dakloze die zich uiteindelijk aan Scudder gaat binden.
Valkuilen
Op het eerste gezicht is het verhaal, gebaseerd op een boek van Lawrence Bock, een niet erg originele mengeling van een spannende thriller, vermengd met de persoonlijke problemen van degene die de zaak op moet lossen. Op zich kan er met een goed geschreven script, vaardige dialogen en een spannende cast veel worden gered. Helaas zijn de makers bij deze film veelvuldig in de valkuilen met clichés gedonderd. Het verhaal laat zich behoorlijk voorspellen, de interactie tussen de personen is weinig bijzonder en de afloop is voorspelbaar - watkillingis voor een thriller. Alleen een aantal scénes met het jongetje en een paar spanningsmomenten zijn geslaagd en steken daardoor meteen boven de rest uit.
Millennium
De Millenniumbug (waarover in 1999 gezegd werd dat alle computersystemen bij de overgang naar het jaar 2000 op hol zouden slaan) komt veelvuldig terug in de film, maar heeft verder geen enkele functie. En zo zijn er nog wel meer elementen te zien die niets meer toevoegen dan een wat simpele en onnodige tijdsbepaling. Dat Scudder met zijn zoektocht vooral zichzelf een spiegel voorhoudt, wordt er scène na scène ingewreven, net als problemen uit zijn jeugd nog steeds zouden doorwerken. Alles wordt uitgelegd, waardoor er aan de verbeelding niets wordt overgelaten. Hierdoor wordt de thriller vooral een samenraapsel aan clichés. Dat het slot pathetische trekjes heeft, verbaast na bijna twee uur dan ook weinig meer.
Conclusie
Liam Neeson heeft in het verleden wel degelijk bewezen interessante rollen aan te kunnen. Helaas lijkt hij nu ten prooi te vallen aan typecasting, en wel voor de rol van wat verlopen (ex-)agent. Dat dit de laatste jaren voor hem weinig goed geschreven rollen oplevert, kan je Neeson maar deels kwalijk nemen. Maar jammer is het wel.