Weet Lodewijk Crijns het venijn van het gelijknamige boek ook in de film te verwerken?
In 2008 gooide Robert Vuijsje hoge ogen met zijn autobiografische roman Alleen maar nette mensen . Dat zijn volgens de moeder van de hoofdpersoon David Samuels de bewoners van het chique en bekakte Amsterdam Oud-Zuid. David is er volledig op uitgekeken en valt alleen nog maar op zwarte vrouwen met grote borsten en dikke billen in de Bijlmer. De roman veroorzaakte opschudding, was geestig maar hier en daar ook schrijnend. De film mikt met zijn muziek, bonte kleuren, snelle tempo en vele grappen op een jonger publiek. De vraag is of dat niet ten koste gaat van het venijnige commentaar op de multiculturele samenleving in het boek.
Pendelen tussen Oud-Zuid en de Bijlmer
David (Géza Weisz) verveelt zich bij zijn vriendinnetje van het Barlaeus Gymnasium. Van pa moet hij gaan studeren maar hij weet niet wat, en hij is het politiek correcte gebabbel van zijn ouders en hun vrienden helemaal beu. Dan ziet hij de Surinaamse Rowanda (Immanuelle Grives) met deinende billen in tijgerprint voorbij wiegen en hij weet het: zij is het. Zelf ziet David eruit als een Marokkaan (een running gag door de hele film heen). Daarom draagt hij een kettinkje met een davidster. Als 'bakra' valt hij dus op een 'tanga'. Vuijsje kreeg bij het verschijnen van zijn boek het verwijt van racisme, maar hij zet de verschillende culturele groepen die Nederland rijk is, snedig naast en tegenover elkaar. Intellectuele joden en textieljoden in Oud-Zuid, Surinamers, Antillianen en Afrikanen in de Bijlmer, Marokkanen tegenover Turken. De oordelen over en weer zijn net zo divers als de groepen zelf.
Tegenstellingen
De Bijlmer queen Rowanda weet wel wat ze wil: een man die niet liegt en niet gierig is. Als David daaraan voldoet, kan hij rekenen op hete seks. Dan moet hij natuurlijk niet zo dom zijn om achter andere vrouwen aan te zitten, want dan kan hij meteen lik op stuk verwachten. Een vorige man die haar dat flikte, heeft ze in brand gestoken. Wederzijds bezoek aan Oud-Zuid en de Bijlmer leveren vooral komische scenes op, hoewel de tegenstellingen ook behoorlijk schrijnend zijn. Rowanda wordt geconfronteerd met een tafel vol met feestelijk uitgedoste en ingewikkelde hapjes, waarna de eerste vraag is wat haar vader eigenlijk doet. In het huis van Rowanda eten ze op de bank , dus ook de ouders van David. De door hen meegebrachte dure fles wijn blijft onaangebroken.
Kabullafeesten
Natuurlijk gaat David, naïef als hij is, wel op onderzoek uit, daarin begeleid door een neef van Rowanda. Zo komt hij op seksueel getinte kabullafeesten waar flink met de heupen en billen geschud wordt. Ook raakt David verzeild in een kelderbox, waar seks geruild wordt tegen wat beltegoed en waar David zich laat pijpen door een jonge moeder. Dergelijke schokkende momenten worden direct versneden met scènes waarin luchtigheid weer de boventoon voert. Zo beleeft David als een soort schelm verschillende erotische avonturen, maar zonder kleerscheuren komt hij er niet vanaf. Een snorder en zijn bijrijder (een kleine rol van Robert Vuijsje) nemen hem te grazen en takelen hem vreselijk toe. Zo verschijnt hij zijn Rowanda weer onder ogen, die inmiddels het één en ander gehoord heeft en er nog een schepje bovenop doet. In Oud-Zuid is hij dan ook al niet meer welkom.
Sterke rollen
Géza Weisz speelt de rol van David, die experimenteert en tussen wal en schip dreigt te vallen, met verve. Soms is hij stuntelig, dan weer vertelt hij (in een voice-over) en gedraagt hij zich als het personage dat het ook allemaal niet weet, als de man die het allemaal maar overkomt. Maar hij kan ook heel venijnig uithalen, als hij het over zijn eigen joodse achtergrond heeft of als de moeder van Rowanda alle Surinamers als eeuwige slachtoffers van slavernij ziet. Imanuelle Grives (die voor de rol vijftien kilo aankwam en die geen actrice maar maatschappelijk werker van beroep is) weet van haar personage een vrouw met pijn te maken, door mannen bedrogen en verraden. Haar Rowanda, met twee gouden tanden, felgekleurde nepnagels en glittermobiel tussen enorme borsten, is een vrouw, die snel uit haar evenwicht kan zijn maar ook heel moedig is. Annet Malherbe en Jeroen Krabbé maken van de ouders van David twee heerlijke types en vormen een komisch contrast met hun tegenpolen in de Bijlmer.
Zedenschets
Regisseur Lodewijk Crijns heeft met de verfilming een eigentijdse zedenschets neergezet, maar het is geen bijtende satire geworden, geen echte confrontatie met onze hokjesgeest. Daarvoor mikt hij te veel alleen maar op de lach. Er zit heel veel vaart in de film, veel vindingrijkheid, een flinke stoot energie en vele scènes werken op de lachspieren, maar de hoofdpersoon is niet de anti-held uit het boek die tobt met zijn identiteit. Hij blijft een soort moderne uitvreter die in de rondte wil neuken maar zijn tragische kanten worden in de regie van Crijns heel gemakkelijk weggelachen. Die koddige oppervlakkigheid wordt versterkt door het einde waarin de regisseur wel op een heel krampachtige manier probeert de kijker vrolijk naar huis te sturen.
Conclusie
Lodewijk Crijns heeft met Alleen Maar Nette Mensen een bijzonder energieke film gemaakt, die een satirische kijk geeft op (voor)oordelen over groepen in onze cultureel diverse maatschappij. Ondanks het goede spel gaat het hekelen van onze hokjesgeest niet al te diep, omdat Crijns voortdurend mikt op de lach, waardoor het komische steeds de boventoon voert. Het slot is alleen maar lollig, en dat doet afbreuk aan de strekking van het boek en aan de paar schrijnende momenten die wèl in de film zitten.