Een orka-trainster die na een heftig ongeluk in een rolstoel belandt en een ex-boxer die met zijn zoontje langs de zelfkant van de samenleving zwerft, levert samengevoegd onder regie van Jacques "Un Prophète" Audiard een staaltje overtuigend acteervuurwerk op.
MetUn Prophètebrak regisseur Jacques Audiard in 2009 door bij het grote publiek. De film kreeg in Cannes dat jaar de Grand Prix en sleepte later ook een Oscarnominatie binnen. Net als in deze en eerdere films (Sur Mes Lèvres, De Battre Mon Coeur S'est Arrêté) draait het inDe Rouille et d'Osom de moeizame relatie tussen twee personen die ieder op een bepaalde manier buiten de samenleving staan. In het spanningsveld dat hieruit voortkomt, dat soms knettert en dan weer soepel meebeweegt, voelt Audiard zich als een vis in het water.
Uitsmijter
De Belgische ex-bokser Alain van Versch, bijgenaamd Ali (Matthias Schoenaerts), neemt na het op de klippen lopen van zijn relatie zijn zoontje Sam op sleeptouw naar zijn zus in Antibes, Zuid-Frankrijk. Onderweg schrapen ze uit vuilnisbakken in de trein hun eten bij elkaar. Vanuit het kleine rommelige huis van zijn zus probeert Ali aan een baantje te komen. Uiteindelijk wordt hij aangenomen als uitsmijter in een nachtclub. Daar ontmoet hij Stéphanie (Marion Cotillard). Na een broeierige nacht verliezen ze elkaar weer uit het oog. Totdat Stéphanie na een heftig ongeluk met een orka haar beide benen verliest. In de depressie waar ze vervolgens in belandt, komt de gedachte aan die nacht met Ali weer naar boven en zoekt ze hem weer op. Wat volgt is een heftig spel van aantrekken en afstoten, waarbij Ali zich, haast tegen zijn zin, aan haar gaat hechten en Stéphanie langzaam de rauwe en directe kant van haar karakter ontdekt. Dit krijgt een climax in het feit dat ze Ali gaat coachen in streetfighting, waarbij tegen geld alles is toegestaan.
Melodrama
In de handen van een andere regisseur had het verhaal makkelijk kunnen ontaarden in een sentimentele en ongeloofwaardige film. Het is de kracht van Audiard dat hij de randen ervan opzoekt, maar er - op een enkele scène na - altijd binnen blijft. Als kijker wordt je continu heen en weer geslingerd tussen melodrama en verstilling, tussen heftige emoties en gepaste afstand. Dit wordt ook zichtbaar in het camerawerk, dat soms dicht op de huid van de acteurs zit en ze haast hinderlijk volgt en dan weer in brede panorama's afstand neemt van de karakters en in brede kaders en langzame bewegingen de omgeving en context laat zien. Deze twee vormen worden in de montage effectief afgewisseld. Ook de muziek laat eenzelfde afwisseling zien. Waar soms het gebruik van muziek bewust wordt vermeden, zijn in andere scènes popmuziek en de klassieke klanken van Alexandre Desplat (The King's Speech) nadrukkelijk aanwezig en verdringt het letterlijk de dialogen.
Kracht
De grote kracht van de film is - letterlijk en figuurlijk - de Belgische acteur Matthias Schoenaerts (Rundskop). Ondanks zijn fysieke rol van uitsmijter en straatvechter is het vooral het gevecht wat hij in zijn hoofd voert, dat Schoenaerts zichtbaar weet te maken. Het is Audiard niet te doen om onze sympathie voor Ali of Stéphanie te winnen. Beide personages zijn op momenten onhebbelijk en irritant. Maar juist de innerlijke strijd die beiden voeren, maakt de film geloofwaardig én meeslepend. Met dank aan het sterkte script van Jacques Audiard zelf, samen met Thomas Bidegain.
Conclusie
De Rouille et d'Os is een meeslepend en intelligent melodrama. Een enkele keer overheerst het sentiment, maar daar staan zoveel krachtige en overtuigende momenten tegenover, dat je het regisseur Audiard graag vergeeft. Naast het camerawerk en het bijzondere gebruik van muziek en geluid zijn het met name de acteerprestaties van Cotillard en Schoenaerts die indruk maken. Laatstgenoemde laat met het aannemen van dit soort films en het afwijzen van een aantal grote Hollywood-rollen in ieder geval zien dat het hem met name om uitdagend acteren gaat. Mede hierom een naam om heel goed in de gaten te blijven houden.