De tweede film dit jaar waarin Nicolas Cage tegen demonen en occultisten vecht. Iets wat de meeste acteurs niet eens in hun hele carrière halen.
Er zijn films die bijna geheel gemaakt zijn om zoveel mogelijk Academy Awards binnen te slepen. The King’s Speech is hier een goed voorbeeld van. Er zijn ook films die geen enkele prijs willen winnen, maar gewoon het bioscooppubliek willen entertainen. Het liefst ten koste van alles, met name de goede smaak. Drive Angry is hiervan een mooi voorbeeld.
Nicolas Cage speelt John Milton, een ex-occultist die het intrekken van zijn sekte-lidmaatschap moet bekopen met de dood. Terwijl hij brandt in de hel, ziet hij via Hel-O-Vision hoe zijn dochter ook de sekte instapt, er een kind verwekt en daarna uit de weg wordt geruimd. Nu wil de leider van de sekte Miltons kleinkind opofferen om Satans komst naar de aarde te bespoedigen. Reden genoeg voor Milton om, tot de tanden bewapend, in een muscle-car uit de hel te ontsnappen. Dat gaat bijzonder gemakkelijk; er zijn zelfs demonen in dienst die ontsnapte gevangen weer terug moeten halen.
Grindhouse
Drive Angry lift mee op de Grindhouse-revival die begon met films als Deathproof en Planet Terror . Verwacht veel extreme gore, naakte vrouwen en dialogen die balanceren tussen vermakelijk fout en irritant slecht. Met name de slechteriken lijken te zijn afgestudeerd bij Dokter Evils school voor antagonisten. Zo heeft de cultleider (gespeeld door Billy Burke) zijn loopstaf vervaardigd uit een sleutelbeen van Miltons dochter, alsof hij wist dat haar vader uit de hel zou terugkomen. Ondertussen steelt William Fichtner in iedere scene de show als de Accountant, één van de demonen. Met Christopher Walken-achtige zekerheid jaagt hij op Milton, al lijkt hij er nooit echt moeite voor te doen. Daarentegen speelt Cage zijn rol verrassend mild. Omdat zijn personage het laatste decennium gemist heeft, gedraagt en kleedt hij zich als een Terminator, alleen met minder spieren en meer haar. Op een enkele scene na doet Cage helaas niets met de rol. Amber Heard vult het vrouwelijk schoon-quotum mooi op, en steelt net als Fichtner scènes van de hoofdrolspeler wat betreft stunts en oneliners. Kortom, de film is een parade aan gemiste kansen voor Cage om zijn beruchte krankzinnigheid toe te passen.
Drive Angry lift mee op de Grindhouse-revival die begon met films als Deathproof en Planet Terror . Verwacht veel extreme gore, naakte vrouwen en dialogen die balanceren tussen vermakelijk fout en irritant slecht. Met name de slechteriken lijken te zijn afgestudeerd bij Dokter Evils school voor antagonisten. Zo heeft de cultleider (gespeeld door Billy Burke) zijn loopstaf vervaardigd uit een sleutelbeen van Miltons dochter, alsof hij wist dat haar vader uit de hel zou terugkomen. Ondertussen steelt William Fichtner in iedere scene de show als de Accountant, één van de demonen. Met Christopher Walken-achtige zekerheid jaagt hij op Milton, al lijkt hij er nooit echt moeite voor te doen. Daarentegen speelt Cage zijn rol verrassend mild. Omdat zijn personage het laatste decennium gemist heeft, gedraagt en kleedt hij zich als een Terminator, alleen met minder spieren en meer haar. Op een enkele scene na doet Cage helaas niets met de rol. Amber Heard vult het vrouwelijk schoon-quotum mooi op, en steelt net als Fichtner scènes van de hoofdrolspeler wat betreft stunts en oneliners. Kortom, de film is een parade aan gemiste kansen voor Cage om zijn beruchte krankzinnigheid toe te passen.
Pulp in 3D
Het is niet verrassend dat Drive Angry de 3D Avatar -technieken meer op een grove wijze als Resident Evil: Afterlife en Piranha 3D toepast dan op een subtiele manier als in Tron: Legacy . Er worden meer kogels naar de kijker afgevuurd dan in een gemiddeld potje Call of Duty: Black Ops . Toch verdient de film pluspunten voor het entertainmentgehalte, zeker voor het begin wanneer de film op zijn best is. Regisseur Patrick Lussier begaat namelijk in de tweede helft een grote fout: hij begint zijn film serieus te nemen. Opeens worden de actiescènes opgevolgd door lange gesprekken tussen Cage, Heard en oude bekenden. Milton vertelt aan zijn publiek wat het ergste aan de hel is, terwijl niemand dat ook maar iets kan schelen. Grindhouse hoort actiepulp te zijn. Quentin Tarantino maakte dezelfde fout met Death Proof , maar hij kon terugvallen op een meesterlijk scenario en een paar van de beste auto-achtervolgingen ooit. In beide gevallen verbleekt Drive Angry niet volledig, maar moet het wel doen met een positie in de schaduw van een betere film als Machete en de eerder genoemde actiepulp.
Het is niet verrassend dat Drive Angry de 3D Avatar -technieken meer op een grove wijze als Resident Evil: Afterlife en Piranha 3D toepast dan op een subtiele manier als in Tron: Legacy . Er worden meer kogels naar de kijker afgevuurd dan in een gemiddeld potje Call of Duty: Black Ops . Toch verdient de film pluspunten voor het entertainmentgehalte, zeker voor het begin wanneer de film op zijn best is. Regisseur Patrick Lussier begaat namelijk in de tweede helft een grote fout: hij begint zijn film serieus te nemen. Opeens worden de actiescènes opgevolgd door lange gesprekken tussen Cage, Heard en oude bekenden. Milton vertelt aan zijn publiek wat het ergste aan de hel is, terwijl niemand dat ook maar iets kan schelen. Grindhouse hoort actiepulp te zijn. Quentin Tarantino maakte dezelfde fout met Death Proof , maar hij kon terugvallen op een meesterlijk scenario en een paar van de beste auto-achtervolgingen ooit. In beide gevallen verbleekt Drive Angry niet volledig, maar moet het wel doen met een positie in de schaduw van een betere film als Machete en de eerder genoemde actiepulp.
Conclusie
Drive Angry biedt goed vermaak en krijgt op grond hiervan drie sterren. Maar eigenlijk verdient regisseur Lussier een draai om zijn oren, omdat hij een film met demonen, muscle-cars, god-dodende wapens, 3D, Nicolas Cage en de cliché-vrijkaart die iedere Grindhouse-film automatisch krijgt, niet tot briljant entertainment kan verheffen. Er zijn regisseurs die het met minder hulpmiddelen wél voor elkaar krijgen.
Drive Angry biedt goed vermaak en krijgt op grond hiervan drie sterren. Maar eigenlijk verdient regisseur Lussier een draai om zijn oren, omdat hij een film met demonen, muscle-cars, god-dodende wapens, 3D, Nicolas Cage en de cliché-vrijkaart die iedere Grindhouse-film automatisch krijgt, niet tot briljant entertainment kan verheffen. Er zijn regisseurs die het met minder hulpmiddelen wél voor elkaar krijgen.