De tweede film van Leonard Abrahamson en schrijver Mark O'Halloran Garage heeft op het filmfestival in Cannes én het Ierse IFTA verschillende prijzen in de wacht weten te slepen. Een triest en boeiend drama op het Ierse platteland.
Josie is een simpele ziel die al zijn hele leven als pompbediende werkt in een klein dorpje in Ierland. Zijn leven is één grote sleur, en daar houdt Josie van. In het dorpje waar hij is opgegroeid en waar hij iedereen nog kent van de basisschool, woont en werkt hij al zijn hele leven. In het weekend drinkt hij een pintje, en wandelt hij wat rond om zijn ene slechte been in conditie te houden.
Goedgehumeurde man
Josie lijkt van dit voorspelbare en simpele leven te houden. Hij is een positieve goedgehumeurde man en lijkt gelukkig te zijn met de kleine dingen, zoals een praatje over het weer of een onderonsje met een paard in de wei. Dat de dorpsbewoners hem niet voor vol aanzien merkt hij eigenlijk niet zo. Hij is eraan gewend om een beetje gesard te worden en ondergaat het goedmoedig en gelaten. Pat Shortt acteert hier subliem als dommige Josie. Dat deze man eigenlijk als komiek voor volle zalen speelt is bijna niet voor te stellen, zo goed speelt hij de rol van licht verstandelijk en lichamelijk beperkte sul.
We zien Josie iedere ochtend opstaan en zichzelf, slecht ter been, naar zijn werk slepen, op een krukje bij de benzinepomp wachten op wat klanten en vervolgens weer dezelfde route naar huis terug lopen. Dag in dag uit. Een gezapig, saai en voorspelbaar leven dat je als kijker onwillekeurig veroordeelt, óf waar je ontzettend medelijden mee hebt. Josie is aandoenlijk en sympathiek, maar ruilen met hem zou niemand willen.
Makreel uit blik
Elke handeling die Josie uitvoert, zijn strekoefeningen, avondeten maken, de olieflessen opruimen, alles ademt zo’n zinloosheid uit dat alleen al kijken naar Josie’s leven je bijna moedeloos maakt. Iedere dag weer hetzelfde, wéér makreel uit blik, weer hetzelfde plichtmatige praatje over het weer… Abrahamson brengt dit zo goed in beeld dat je Josie wel door elkaar zou willen rammelen. Josie wil namelijk wel meer. Hij wil echte vrienden, hij wil de verkoopster Carmel, hij wil respect van de mannen in de bar, maar het lukt hem gewoon niet. Hij is te onnozel, te dom, en de mensen in het dorp weten niet wat ze met hem aan moeten.
Op een goede dag krijgt Josie een hulpje bij de pomp; de vijftienjarige puber David. De sullige Josie is vriendelijk tegen hem en geleidelijk begint het contact met David en Davids vrienden Josies leven te veranderen. Hij heeft er een kameraad bij die hem niet veroordeeld en accepteert hoe hij is en dat doet Josie goed. Dankzij David krijgt Josie meer zelfvertrouwen en langzaamaan permitteert hij zich te veel in de vriendschap. In zijn naïviteit gaat Josie over de schreef.
Conclusie
Garage is een trieste, soms humoristische en aangrijpende film. Het onvermogen van Josie om een leuker en interessanter leven te leiden is vooral aan het einde van de film pijnlijk goed in beeld gebracht. Garage is geen film met veel spanning en actie, maar een trage film die zich van langzaam uitvouwt tot een diepzinnig drama.
Heel geleidelijk en geraffineerd wordt het leven van een simpele, dommige man uitgediept. Het soort man die iedereen wel kent en waar je nooit zo over nadenkt. Na het bekijken van de film word je zelf aan het denken gezet; hoe behandel ik zulke mensen? En besef ik wel wat een beetje vriendelijkheid doet met mensen? Een bijzondere, indrukwekkende film die je aanzet tot zelfreflectie. Een buitengewoon goede prestatie van Abrahamson en Pat Shortt.
Titel: | Garage | |
Genre: | Drama | |
Regie: | Leonard Abrahamson | |
Cast: | Pat Shortt, Anne-Marie Duff, Tommy Fitzgerald, e.a. | |
Te koop: | 16 april 2009 | |
Trailer: | - |