InIk wil gelukkig zijnportretteert Annette Apon de grootste vooroorlogse actrice van Nederland: Fien de la Mar. Ze speelde in revues, cabaret, operettes, film en toneelstukken. Komisch en tragisch. Ze kon eigenlijk alles. Ze was de grootste maar ook de wispelturigste, en ging er uiteindelijk aan onderdoor. Aantrekkelijk voor filmliefhebbers en kenners van theaterhistorie.
Verpletterend
Op haar achttiende (1916) stond Fien de la Mar al in Carré. Ze was de dochter van een een revuemeisje en een onbekende vader. Napoleon (roepnaam Nap) de la Mar trouwde met haar moeder en erkende de dochter. Evenals zijn vader was hij artiest en hij werd de leermeester van Fien. Dankzij hem kwam ze bij de revue van Louis Davids. Haar eerste toneelrollen speelde ze bij het Rotterdamsch-Hofstad-Toneel. In alle genres blonk ze uit. Ze maakte geen onderscheid tussen hoge of lage cultuur. Ze excelleerde in beide. Ze bleek een uitzonderlijk talent te zijn, maar ook een moeilijk karakter te hebben. Ze kon haar medespelers inspireren en tot grote hoogte brengen, maar soms ook verstek laten gaan en zich overgeven aan drank en liefde. Voor sommigen was het alsof ze met twee personen te maken hadden.
In de jaren dertig speelde ze in acht films, waaronder De JantjesenBleeke Bet(beide 1934). In de laatste zingt ze het liedjeIk wil gelukkig zijn. Ook in films was haar uitstraling verpletterend. Ze had geen methode, ze speelde intuitief. Met minimale middelen bracht ze een personage tot leven, een hele wereld. Ze wist eigenlijk niet hoe ze het deed, ze deed het meteen goed. "Het was meer dan wonderlijk, het was eigenlijk tovenarij", zei een tijdgenoot van haar. Haar laatste film (Ergens in Nederland, 12 april 1940) werd verboden door de Duitsers. Ze trad niet toe tot de Kultuurkamer; daardoor kwam er voorlopig een einde aan haar rollen.
Vergankelijk
Hoe breng je de vergankelijke reputatie van zo'n toneelvedette in een documentaire tot leven? Apon laat hedendaagse acteurs (off) herinneringen van Fiens oud-collega's voorlezen en combineert die met foto's, toneelregistraties, historische archiefbeelden en fragmenten uit haar filmrollen. Ze laat bovendien de actrice Johanna ter Steege zich tussendoor transformeren (rok, schoenen, blouse, schmink, pruik) tot Fien de la Mar. Zo draagt ze een tekst van Martie Verdenius voor over het gebombardeerde Rotterdam, zoals Fien de la Mar het in 1941 deed maar waarvan geen registratie meer bestaat. Ter Steege bereidt zich terdege voor waar De la Mar haar teksten uit de losse pols deed, 'een beetje los uit de mond', zoals Verdenius zei, maar toch heel gelaagd.
Tragisch einde
In 1941 trouwde Fien met de architect Piet Grossouw, haar grote liefde, met wie ze roerige tijden beleefde. Na de oorlog kocht hij een gewezen schoolgebouw aan de Marnixstraat, vlakbij het Leidse Plein, en liet het tot theater verbouwen. Hij vernoemde het naar zijn vrouw en haar vader. Fien speelde er prachtige rollen maar niet voor heel lang. Grossouw bewoog zich niet in de theaterwereld en Fien kon niet met geld omgaan. Na drie jaar ging het theater failliet. In 1952 nam Wim Sonneveld het over en doopte het om tot Nieuwe de la Mar Theater. Van de Ende heeft het inmiddels onder dezelfde naam nog weer vernieuwd. In 1959 begon Fien de la Mar weer met optredens en in 1960 keerde ze weer terug naar 'het grote toneel'. Maar intussen had ze haar grote liefde tot het einde verzorgd. Ze werd depressief, deed een zelfmoordpoging, en belandde in een psychiatrische inrichting. Ze kwam er weer bovenop, kreeg rollen, ook op tv, maar voor haar hoefde het eigenlijk niet meer. In 1965 sprong ze uit het raam, waarna ze in het ziekenhuis overleed. De film laat met respect en vol liefde zien, dat ze zoveel talenten had, maar niet goed wist hoe ze die moest hanteren. Ook de kijker van vandaag valt op, hoe los en tegelijkertijd diep haar spel was.
Conclusie
InIk wil gelukkig zijn portretteert Annette Apon aandachtig en vol liefde een groot actrice, die in film en op toneel kon toveren, maar daarbuiten de controle over haar eigen leven soms volledig kon verliezen.