Omar Sy speelt de rol van Monsieur Chocolat, de eerste zwarte circusarties in Parijs eind 19de begin 20ste eeuw. Samen met zijn partner, de clown Footit, beleeft hij weergaloze successen, juist omdat hij in hun acts steeds letterlijk en figuurlijk de onderliggende partij is, om wie het publiek moet lachen. Uiteindelijk tegen zijn zin. Een stukje beschamende racistische Franse geschiedenis.
Romantisch
De film vertelt het waar gebeurde verhaal van Rafael Padilla, rond 1868 in slavernij geboren op Cuba, als tiener verkocht aan een handelaar in Spanje. Hij ontsnapte op zijn veertiende. Dan komt hij (zonder papieren) terecht bij een provinciaals Frans circus, waar hij als de wilde Afrikaan Kananga de toeschouwers de stuipen op het lijf jaagt. Ze hebben nog nooit een zwarte man gezien. Op hetzelfde moment solliciteert de clown Footit (James Thierree) in hetzelfde circus maar hij kan de kortzichtige manager niet overtuigen. Dan maakt Footit kennis met Kananga en de twee beginnen samen het clownsduo Footit en Monsieur Chocolat. Al snel slaat de act aan, vooral door het feit dat Chocolat voortdurend de klappen krijgt, wat het publiek doet juichen en schaterlachen. We zien delen van hun nummer "Monsieur Chocolat, bent u daar?" Footit zoekt in de donkere piste met een kaarsje naar zijn partner. Chocolat staat pal voor hem en trekt rare gezichten, maar Footit ziet hem niet. Het is pikdonker.
Al snel wordt het duo te groot voor het kleine circus. Het wordt gecontracteerd door het moderne Nouveau Cirque in Parijs. Ze breiden hun repertoire uit op het stramien van de witte clown en de domme zwarte August, waarbij de laatste steevast de bespotte underdog is. Er ontwikkelt zich een band tussen de twee clowns. Footit is de serieuze hardwerkende artiest, die Chocolat gevoel voor timing en ritme bijbrengt en hem de nodige theatrale foefjes en technieken aanleert. Chocolat vergaapt zich aan het verdiende geld (wel de helft van zijn partner), aan vrouwen, en lijkt niet bestand tegen de verleiding van drank en drugs. Zijn vriendinnetje uit het circus in de provincie reist hem achterna, maar stelt vast dat hij haar brieven niet eens geopend heeft.
De Frans-Marokkaanse regisseur Roschdy Zem heeft de Belle Epoque prachtig gevisualiseerd, met veel aandacht voor kostuums en decors. We zien veel fragmenten uit acts van Footit en Chocolat, die in hun tijd werkelijk een vernieuwing betekenden, en die voor de film ontwikkeld zijn door James Thierree, de oprichter van een modern circusgezelschap, en kleinzoon van Charlie Chaplin. Maar het verhaal blijft wel erg aan de romantische kant, en als Chocolat zich echt begint te verzetten tegen de racistische stereotypen die hij moet spelen, zijn we al ver over het midpoint van de film heen.
Racistische stereotypen
Rafael bezoekt, nog voordat hij naar Parijs gaat, ergens een museum van veertien uitheemse producten. Hij ziet zich geconfronteerd met exotische bezienswaardigheden die worden getoond in de context van de opvatting dat 'wilden' getemd moeten worden. Zijn beeld verandert pas echt, als hij in Parijs wordt opgepakt omdat hij geen papieren heeft. Zijn oude werkgever heeft de politie daarover getipt.
Hij wordt in de gevangenis geworpen en ontmoet daar een eveneens zwarte man, die van wege zijn politieke ideeen vastzit. Deze laat zich smalend uit over hoe hij zich als Monsieur Chocolat laat gebruiken. Vanaf dat moment gaat hij zich verzetten tegen de racistische stereotypen die aan zijn artiesten bestaan kleven. Tegen zijn partner, die alles voor hem doet, maar absoluut aan het patroon van hun acts wil vasthouden, tegen jaloerse collega's, tegen de directeur die een affiche wil waarop Chocolat als een halve wilde staat afgebeeld. Hij wil een echte rol spelen, die van Othello, daarin gesteund door een weduwe met twee kinderen. Maar in die rol wordt hij beschimpt en uitgejouwd. Door de hele film blijft Zem de nadruk leggen op de vriendschap met Footit, die hem ook aan het eind van zijn leven komt opzoeken.
Zem vertelt een heel wat minder schrijnend en verontrustend verhaal dan zijn Frans-Algerijnse collega Abdellatif Kechiche deed in
Black Venus noire (2010), waarin hij een portret geeft van de Zuid-Afrikaanse Saaertje Baartman die begin 19e eeuw als de 'Hottentot Venus' van kermis naar kermis reisde om als een wild dier bespot en bekeken te worden. Hetzelfde thema vinden we bij voorbeeld inEl Negro en ik(2004) van de non-fictie auteur Frank Westerman. Aanleiding is zijn bezoek aan een museum ergens in Spanje waar het opgezette lichaam van een dode zwarte man als bezienswaardigheid wordt tentoongesteld. Vergeleken daarbij blijft de film van Zem aan de brave kant.
Nostalgie
Voor een circusliefhebber zijn de beelden van Zem prachtig; ze roepen een lekker gevoel van nostalgie op. En het is heerlijk om Omar Sy en James Thierree aan het werk te zien. Het zijn twee voortreffelijke artiesten, al is de chemie tussen hen niet zo groot als tussen Sy en zijn tegenspeler inLes Intouchables.
Conclusie
Monsieur Chocolatlaat een beschamend stukje Franse racistische geschiedenis zien, al vertelt regisseur Zem een verhaal dat eerder romantisch en braaf is dan dat het de navrante en schrijnende kanten van een superiere westerse houding en de daaruit voortkomende racistische stereotypering van 'wilden' uit andere culturen toont.