Zal Tim Oliehoeks derde speelfilm de nare smaak van Spion van Oranje weg kunnen spoelen?
Oliehoek kwam in 2005 letterlijk en figuurlijk knallend op het Nederlandse filmpodium met de sleeperhit Vet Hard , een over de top actiefilm met lompe humor en een glansrol voor Jack Wouterse. Meteen was het duidelijk wat voor vlees we in de kuip hadden: een veelbelovend regisseur met een talent om actie en slapstick op Hollywood-wijze in beeld te brengen, zelfs met een Nederlands budget. Zijn tweede speelfilm, Spion van Oranje , kwam in 2009 uit en was op ieder vlak overkill, met in de hoofdrol een luidruchtige wanna-be Austin Powers die bewees dat Bob de Rooij niet het irritantste typetje is dat Paul de Leeuw ooit heeft gespeeld. Gelukkig toont Pizzamaffia dat die film een eenmalige flater was.
Klassieke tweestrijd
De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van Khalid Boudou, schrijver van onder meer Het Schnitzelparadijs . Hoofdrolspeler Bram (Iliass Ojja) rijdt samen met neef Haas (Mamoun Elyounoussi) pizza’s rond voor de familie-eettent. Zijn oom Faris is de bevlogen pizzabakker, terwijl pa boven de boekhouding doet. Helaas zijn de relaties verkild, doordat er iedere maand minder geld in de kassa zit. Brams vader weet zeker dat zijn bloedeigen broer hem besteelt. Tijdens een fikse ruzie stapt oom Faris op en begint hij nog geen week later een pizzeria aan de overkant van de straat. De klassieke tweestrijd tussen broers en neven barst los, en Bram ziet zijn toekomst bij de luchtmacht en de relatie met zijn vriendin Alice (Sallie Harmsen) in duigen vallen.
Uitwerking
Het verhaal is het grootste probleem van Pizzamaffia ; het plot is zo oud als het verhaal van Mozes. Zelfs de montage waarin beide partijen om de beurt elkaar proberen te saboteren, ontbreekt niet. Er zitten een paar twists verwerkt op weg naar het eind, maar geen enkele verrast of laat zelfs maar een wenkbrauw omhoog krijgen. Gelukkig vallen er wel genoeg complimenten te geven over de uitwerking, waarmee Oliehoek zijn talent opnieuw toont. Zo weet hij de scooterraces tussen Bram en Haas zinderend te maken, zonder naar een epileptische The Fast and the Furious -montage te gaan of andere platgetreden paden te betreden. Natuurlijk zijn de achtervolgingen ook zo goed omdat je meeleeft met de personages, die prima vertolkt worden door de jonge acteurs. Vooral Ojja weet Bram, ondanks het clichématige verhaal, als een interessant hoofdpersonage neer te zetten.
Lachsalvo’s
Wat betreft humor krijgt Pizzamaffia slechts een enkele keer de lachers op z’n hand, maar wanneer het gebeurt, doet Oliehoek het voortreffelijk. Met afstand de grappigste scène is wanneer Brams vader een hilarisch grote kakkerlak aantreft op de tafel van een Surinaams stel. Achteraf een vrijwel overbodige scène, maar niettemin prima slapstick dat helaas hand-in-hand gaat met Haas die citaten van Scarface en Taxi Driver door elkaar haalt.
Conclusie
Pizzamaffia is clichématig maar toch het bekijken waard, alleen al vanwege de spannende races tussen beide pizzabezorgers. Oliehoek bewijst opnieuw dat hij, mits hij de kans en een goed script krijgt, kan uitgroeien tot dé actieregisseur van Nederland.