Een taxichauffeur zet een camera op zijn dashboard en neemt de gesprekken met zijn passagiers op. Er komt volk van allerlei pluimage langs: een paar oude vrouwen, een klein meisje, een gewonde man, een voormalig buurjongetje van de chauffeur, een schnabbelaar die illegale dvd's verkoopt. En allemaal doen ze hun zegje en hebben ze hun mening over de maatschappij en actualiteit. Het resultaat: Taxi Teheran..
Gouden Beer
Misschien klinkt het niet direct als een origineel concept, maar in de handen van de Iraanse regisseur Jafar Panahi wordt zo'n film een meesterwerk dat de Gouden Beer wint op het filmfestival in Berlijn. De passagiers zijn acteurs en bekenden van de regisseur, het kleine meisje is zijn nichtje, en de taxichauffeur is de regisseur zelf. Hij wordt ook door iedereen herkend en als meneer Panahi aangesproken. Alles is ongetwijfeld in scène gezet, maar ziet eruit als een documentaire, alsof het heel spontaan is opgenomen en alsof iedereen verrast is dat deze grote regisseur achter het stuur van een taxi gekropen is.
Docufictie
Zoals in zijn meeste films laat Panahi fantasie en werkelijkheid ongemerkt in elkaar overlopen, iets wat zijn stijl ontzettend fascinerend maakt. Je moet goed zoeken om te zien waar realiteit en fictie in elkaar overlopen. Panahi speelt zichzelf, een regisseur met een verbod om films te maken die stiekem toch een camera in een taxi wegmoffelt om zo toch te kunnen doen waar zijn hart ligt. "O, meneer Panahi! U dacht zeker dat ik u niet zou herkennen? U bent vast weer stiekem een film aan het maken!", zegt de dvd-handelaar, zodra hij hem onder vier ogen spreekt. Hij heeft het bij het rechte eind. In 2010 kreeg Panahi van de Iraanse overheid een beroepsverbod voor 20 jaar, maar dit is alweer de derde film die hij sindsdien stiekem maakte en illegaal het land uit wist te smokkelen. Terwijl hij die eerste twee films nog in het diepste geheim in een afgesloten huis maakte, rijdt hij nu openlijk door Teheran met zijn taxi. "Juist als ik in een hoekje gedrukt word, wordt mijn drang om films te maken nog sterker", zei hij in een interview.
Land van tegenstrijdigheden
De gesprekken in de taxi gaan schijnbaar over alledaagse dingen, maar intussen weet Panahi een prachtige dwarsdoorsnede van de Iraanse maatschappij te schetsen. Het is een samenleving vol gewone mensen, die vaak een bijna westers levenspatroon hebben, maar tegelijkertijd moeten al die mensen aan streng islamitische regels voldoen. Een vrouw kan een baan als advocaat hebben, maar mag niet als toeschouwer bij een mannenvoetbalwedstrijd zijn. Je kunt gewoon naar een cafeetje gaan, maar je kunt er geen alcohol bestellen. Je mag er wel films maken, maar alleen als je het verhaal vertelt dat voldoet aan de normen van de theocratische eindbazen, die alle beslissingen van de volksvertegenwoordiging met een veto van tafel kunnen vegen.
Censuur
In dat dubbele land bevinden de passagiers van Panahi's taxi zich. Zijn nichtje, bijvoorbeeld, die voor school een film mag maken - ja, uiteraard wel onder de voorwaarden van de censors. Die heeft ze netjes in haar Angry Birds-kladblok opgeschreven: respect voor de hoofddoek en de islamitische zeden, geen contact tussen mannen en vrouwen, geen pessimistische kijk op de werkelijkheid, enzovoorts. Maar mijn oude buurman die net ook in de taxi zat en niet aan de officiële uiterlijke criteria van een good guy voldoet, vraagt Panahi zich af, hoe moet het daar dan mee? "Dat is het echte leven! Deze regels gelden voor films", aldus zijn nichtje. Zo schept de censuur een eigen werkelijkheid, waarin iedereen zich aan de islamitische regels houdt, de schijnwerkelijkheid waar Panahi al zijn hele carrière tegen strijdt.
Dubbele moraal
Taxi Teheran lijkt "goed" af te lopen, volgens de regels van de censuur: Panahi gaat een achtergelaten portemonnee terugbrengen naar een eerdere passagier, zoals het hoort. Je ziet vanaf het dashboard hoe hij de taxi verlaat. Dan komen er twee motorrijders aan: zwarte kleren aan, helm op, onherkenbaar. Zijn ze hem gevolgd? Zijn het misschien de geheim agenten die hem altijd op afstand volgen? Ze kijken even of hij uit zicht is, tikken het ruitje in en jatten de camera, die vervolgens in een tas verdwijnt. Zwart scherm, einde film. Hypocrisie werd zelden scherper aan de kaak gesteld.
Conclusie
Taxi Teheran, een fictiefilm die niet van echt te onderscheiden is, toont het moderne Iran in al zijn facetten: een heel normaal land met heel normale mensen, maar ook een hypocriete politiestaat. Zo'n land heeft filmmakers als Panahi broodnodig. Laten we daarom hopen dat hij nog veel van dit soort pareltjes maakt.