Een kinderboek, verfilmd door een van Hollywoods enfant terribles. Risico volop voor Jonze's interpretatie van Maurice Sendaks Where the Wild Things Are .
Where the Wild Things Are markeert regisseur Spike Jonze’s tijdelijke scheiding met fantasievol scriptschrijver Charlie Kaufman, die hiervoor Adaptation en Being John Malkovich neerpende. Dat moet geen probleem opleveren bij de verfilming van een, voornamelijk door plaatjes beslagen kinderboek, geschreven door Maurice Sendak in 1963, zou je denken. Toch is Where the Wild Things Are heel iets anders geworden dan enkel een kinderfilm en weet Jonze een fantasierijke en karakteristieke ‘touch’ aan het simpele gegeven te geven.
‘Voor jong en oud’
Max en de Maximonsters , zoals de titel in het Nederlands luidt, vertelt het verhaal van de ietwat egocentrische Max die zich onbegrepen voelt en na een ruzie met zijn moeder het huis uit rent. Verkleed in een grijs wolvenpak belandt hij na een zware boottocht in een groot bos waar grote, wilde monsters huizen. Deze kronen Max tot hun koning, een rol die hem zal confronteren met een hoop menselijke zaken.
Where the Wild Things Are is een van de weinige als ‘kinderfilm’ bestempelde films die voor een tweedeling in de term ‘voor jong en oud’ zorgt. Beide groepen kunnen nog volop samen genieten van dit lieve filmpje, maar multi-interpretabel is een term die goed samengaat met Where the Wild Things Are . ‘Jong’ zou het avontuur kunnen missen van een spectaculairder genre-genoot, maar heeft in principe nog genoeg te beleven met de monsters, en ‘oud’ realiseert zich weer hoe uniek en mooi dat jong zijn ook alweer is. Je zou spontaan je kind achter het computerscherm willen plukken en buiten in de vrije natuur los willen laten na het zien van dit post-moderne sprookje. Spike Jonze heeft zijn eigen interpretatie ook beschreven als niet zozeer een film voor kinderen, maar vooral als een film over de fantasierijke en avontuurlijke wereld van een jong kind. Jonze slaagt hier bijzonder goed in, want het speelse spat van het scherm af. De monsters brengen hun dag door zoals een kind dat zou doen in een bosrijk gebied waar volop gebouwd, gespeeld en oorlogje gevoerd kan worden. Dit laatste uit zich in een zeer leuke en inventieve scène. De wereld die Max vindt, is er eentje die nostalgie in zijn puurste vorm is.
‘Less is more’
Deze wereld, bestaande uit een bos en een woestijn is nihilistisch, zeker in vergelijking met het gros van fantasy fil Hier is geen plek voor gevangen prinsessen, gevaarlijke vijanden of tovenarij, maar zien we enkel een plaats waar de Maximonsters alleenheersers zijn en de focus meer bij de onderlinge relaties ligt. Ook de Maximonsters blijken over menselijke emoties te beschikken en hierin ligt de confrontatie van Max met volwassen zaken en de echte wereld. Moraal komt even om de hoek kijken, maar Jonze heeft dit wijselijk op een zijspoor gelaten. Where the Wild Things Are draait om het mooie van de kinderlijke eenvoud. ‘Let the rumpus start!’ is een van Max’s quotes uit de film en die beschrijft als geen ander wat de werkelijke boodschap is van deze aandoenlijke boekverfilming.
Where the Wild Things Are onderscheidt zich ook van andere moderne genre-genoten in de terugkeer van het traditionele monster design. Om The Jim Henson Company weer heerlijk ouderwets aan het werk te zien is een ware verademing met alle overdaad aan CGI bij menig fantasy film van de laatste jaren. Digitale bewerking is aanwezig, maar Spike Jonze weet perfect het traditionele tastbare met het progressieve digitale te vermengen. Computeranimatie is beperkt gebleven tot hulpmiddel ter bevordering van gezichtsexpressies. Max begeeft zich tussen echte wezens en dat doet de beleving erg goed. ‘Less is more’ lijkt het uitgangspunt van Spike Jonze te zijn geweest en wanneer deze aanpak een geweldige synergie beleeft met de voice-acting van de overtuigende cast, mag je spreken van een succesvolle aanpak. Bijzonder om James ‘Tony Soprano’ Gandolfini in de huid van Carol te zien kruipen.
Conclusie
Where the Wild Things Are is een andere, doch zeer geslaagde film van Spike Jonze geworden. Dit is een ode aan de jeugd en de speelsheid van onze kinderen. De Maximonsters weten hier een uiterst passende en treffende metafoor voor te zijn en wanneer Jonze ook geheel begrijpt dat je fantasie pas echt wordt geprikkeld met tastbare monsters, mogen we spreken van een zeer geslaagde terugkeer naar kwalitatieve sprookjesvertellingen. ‘Let the rumpus start!’ en bekijk deze film snel samen met je kinderen, met het hele gezin, of gewoon in je eentje.