Documentaires en Arthouse, daar gaat Philip Fokker graag voor zitten.
Nieuws uit Hollywood bereikt hem sporadisch, behalve als er een Marvel of DC logo op staat...
Als columnist voor MovieScene kan ik natuurlijk zo’n beetje schrijven over van alles en nog wat, als het maar een link heeft met cinema. Als schrijver is het columnistenschap een van de fijnste: weinig regels en vrij kunnen vertellen over een onderwerp waar je in geïnteresseerd bent.
Ik probeer in mijn columns vaak verschillende films of filmgerelateerde zaken de revue te laten passeren maar soms ontkom ik er niet aan om, bijna als een recensie, de aandacht te vestigen op één film in het bijzonder. Mijn bezoek aan Miroslav Slaboshpitsky’s dreunde nog een paar dagen in mijn herinnering door. En ook nu, een aantal weken later, merk ik dat als ik scènes terug haal, ik wederom in dezelfde verstilde melancholische sfeer geraak.
Als nieuweling aankomen bij een internaat. Het zijn momenten die in de recente film- en literatuurgeschiedenis vaak genoeg voorbij zijn gekomen. Boyhood eindigt er zo een beetje mee: het hoofdpersonage laat zijn spullen achter in een studentenkamer alvorens te vertrekken op een road trip met kersverse vrienden Dalton en Nicole. Maar daar waar je naar de aftiteling van Boyhood kijkt met een gevoel van hoop op een mooie tijd voor Mason, daar weet je dat de deur die in het slot valt achter The Tribe’s Grigoriy Fesenko het sluitstuk is van een afrekening en een ongewisse toekomst voorspelt.
In The Tribe is de enige taal die je ziet gebarentaal omdat alle belangrijke personages in de film doofstom zijn. Wat overblijft, is de stilte tijdens conversaties en de geluiden van de omgeving: een Oekraïense kostschool in een besneeuwde grauwe typische Oostblok stad. Als de acteurs geëmotioneerd raken, stoten ze onverstaanbare klanken uit, maar voor de rest komt het geluid van de omgeving waar de scènes zich afspelen.
Vreemd genoeg word je tijdens het kijken naar deze film niet alleen een betere observant (niet afgeleid door dialogen) maar ook een veel scherpere luisteraar. De omgevingsgeluiden zijn bijna een personage op zich. Ze dringen zich en eisen een hoofdrol op, ongehinderd door verbale interactie. Het geluid van een houten hamer, een achteruit rijdende vrachtwagen, het verscheuren van een paspoort, een nachtkastje.
The Tribe is een uitdaging voor de zintuigen. Het feit dat de meeste bioscoopbezoekers geen gebarentaal verstaan, betekent niet dat men het plot niet begrijpt. Maar dat is niet waar de zintuigen worden uitgedaagd. Door aandachtiger te moeten kijken en luisteren, krijgt de sfeer van de film meer kans om zich in je herinnering te nestelen. De identificatie met de hoofdrolspelers lijkt intenser te zijn en als je na het verlaten van de bioscoop de straat op stapt, lijkt ook de realiteit een optater te hebben gekregen.