De voorspelbaarheid van het oppervlakkige domineerde woensdagavond de People’s Choice Awards te Los Angeles.
De hegemonie van The Hunger Games is een prachtig voorbeeld van hoe het grote geld nog steeds met verve triomfeert. Vooral het Amerikaanse publiek laat, bij gebrek aan gedegen cultuurkennis, de interessantere filmproducties van 2012 graag links liggen. De keuze van het publiek om films als Ted te waarderen met een bokaal is ronduit armoedig. Bovenal is de keuze voor The Hunger Games volstrekt curieus. Deze verfilming lijkt in alle opzichten op het esthetische en narratief interessantere Battle Royale dat in 2012 in geremasterde versie weer op de markt kwam, en hoger werd aangeslagen dan het vehikel van Jennifer Lawrence.
Waar zijn de Zero Dark Thirty’s, The Masters’s en Argo’s tijdens een dergelijke ceremonie? Ach, een aanzienlijk deel van het Amerikaanse publiek zal dankzij een structureel gebrek aan aanbod nooit in de gelegenheid komen om dergelijke films te zien. In Fly-Over Land (Het Midwesten) is in ieder geval geen behoefte aan verdieping en zelfs in New York blijkt het naarstig zoeken naar een aantrekkelijk filmhuis. De People’s Choice Awards zijn exemplarisch voor de grote kloof tussen artistiek en commercieel succes. In tegenstelling tot de National Critic Assocation Awards, waarbij films als Amour domineerden, kiest het publiek voor laagdrempelige prullaria.
Dan mogen we in Nederland tevreden zijn met het feit dat nog zoveel mensen de Franse film Intouchables hebben gezien. Deze film staat ook op de shortlist voor de Oscars en de Bafta’s. Wij zijn blijkbaar niet bij voorbaat allergisch voor alles wat vreemd en verfrissend is, een fenomeen dat in de volksmond nog wel eens wordt gedefinieerd als kunst. En we weten Franstalige cinema blijkbaar beter te waarderen dan onze buren aan de overkant van de Atlantische Oceaan. Overigens is Intouchables helemaal niet zo kunstzinnig, zeker ten opzichte van Amour. Maar dat terzijde.