Documentaires en Arthouse, daar gaat Philip Fokker graag voor zitten. Nieuws uit Hollywood bereikt hem sporadisch, behalve als er een Marvel of DC logo op staat...
Over documentaires en kunstmatige intelligentie.
Documentaire is een afgeleide van het woord document dat weer van het Latijnse documentum afstamt. De kern van het woord betekent “leerzaam of waarschuwend voorbeeld” en die betekenis komt weer van docere dat staat voor onderwijzen, inlichten en meedelen.
Zoals je in mijn korte bio al kunt lezen, ben ik gek op documentaires. Veel van mijn (triviale) algemene ontwikkeling heb ik te danken aan uren en uren tv, YouTube en bioscoopbezoek. Zo belandde ik vorige week in de Amsterdamse bioscoop Kriterion waar in het kader van het Movies That Matter festival de documentaire Inequality For All werd getoond. De documentaire behandelt de economische crisis van de afgelopen jaren in het licht van de inkomensongelijkheid in de Verenigde Staten. De charismatische econoom Robert Reich vertelt aan de hand van begrijpelijke voorbeelden en interessante (dus niet oersaaie) grafieken hoe het zover heeft kunnen komen met onze economie en wat de eventuele oplossing zou kunnen zijn voor zowel de crisis als het terugdringen van extreme inkomensongelijkheid in de VS. De economie en de crisis die daar een onderdeel van is, zijn in essentie zo ingewikkeld dat de meeste mensen zich er niet mee willen bemoeien en al lang blij zijn als zij hun natje en droogje kunnen veiligstellen.
Een documentaire als deze kan dan ook, als hij genoeg bezoekers trekt, belangrijk zijn in de educatie van een breder publiek over de hedendaagse economische problemen, die overigens verrassende parallellen vertoont met de crisis die rond 1930 het Noord-Amerikaanse continent trof. Inequality For All is een interessante en leerzame blik over de schouder, een documentaire die een ieder zou moeten zien die aan de borreltafel of bij de koffieautomaat het gesprek over de crisis naar een hoger plan wil tillen. Maar ook speelfilms kunnen een leerzaam of waarschuwend voorbeeld zijn. Waar Inequality For All retrospectie stimuleert, daar lijkt de speelfilm Her de bioscoopbezoeker te willen laten nadenken over het belang dat razendsnelle technologische ontwikkelingen in ons dagelijks leven innemen.
In januari van dit jaar had het magazine voor uitkeringsgerechtigden (MUG) een over eenzaamheid. Eenzaamheid is een onbegrepen verschijnsel, stond in dikke letters boven de foto van een ietwat oudere man op een park bankje op de omslag van het magazine. En eenzaam wil natuurlijk niemand zijn. Ook Theodore, de hoofdpersoon uit Spike Jonze’s laatste film, vind het maar niets om solitair door het leven te gaan en schaft daarom het spiksplinternieuwe OS1 aan. OS1 is volgens de reclame campagne het allereerste bestuurssysteem met kunstmatige intelligentie. Theodore wordt al snel verliefd op de vrouwelijke stem van zijn OS1 die hem vanuit verschillende hardware dagelijks gezelschap houdt. De film speelt zich af in de niet al te verre toekomst en haakt handig in op de discussie over onder andere sociale media. Zo werkt Theodore bij een bedrijf waar hij brieven schrijft voor mensen die geen tijd of geen talent hebben om voor hun geliefden iets moois op (digitaal) papier te zetten. Als een ware kameleon wisselt de hoofdpersoon tijdens zijn baan van identiteit om zo de klanten van deze, voor ons nog steeds vreemde, service te bedienen.
Zoals wel vaker in de liefde kent de relatie van Theodore met Her zijn hoogte en dieptepunten maar uiteindelijk stelt de film ons ook de vraag of onze relatie met de kunstmatige intelligentie die ons meer en meer omringt niet steeds meer gaat lijken op de relaties van vlees en bloed die wij onderhouden met de mensen om ons heen.