Over de raakvlakken tussen film, fotografie en schilderkunst.
Inderdaad. Als je het bijschrift voor de kleine tentoonstelling van Annegien van Doorn bij Foam (Fotografiemuseum Amsterdam) leest, staat het er: 'Multimedia installatie'. Videokunst op drie afzonderlijke schermen in het midden van de ruimte. Aan de muren werken met kleurrijke titels als “Don’t fuck with my porcelain”. Kleurrijk maar vooral ook humoristisch, zo blijkt als ik de korte films in Foam bekijk.
Van de eerste film vergeet ik de titel op te schrijven, maar hij zou met gemak 'Fresh' kunnen heten. Een spuitbus met luchtverfrisser spuit aan een stuk haar maaginhoud leeg in een bosrijke omgeving, tot ze er bij omvalt. Het tweede op een steekwagen vastgebonden beeldscherm vertoont de videoDomestic science 2013.Huis, tuin- en keukengeweld met grapefruits die onder tafelpoten uit elkaar spatten, pakken vla die gewurgd worden en tubes tandpasta die een langzame pijnlijke dood sterven onder een dichtslaande deur. Voor het werk2 minutesis de camera ingezoomd op de bovenkant van een draaiende wasmachine. Het bovendek van de beste vriend van huismannen- en vrouwen (mijn oma vertelt zo nu en dan nog wel eens hoe lang het duurde om met de hand de was te doen van een familie met elf gezinsleden) fungeert als een dansvloer. Op de dansvloer staan Spa Rood en Spa Blauw met inhoud en zonder dop vurig om elkaar heen te draaien. Origineel, dynamisch, vrolijk stemmend. Dus in plaats van naar de film te gaan, kan ik je aanraden om voor het zelfde geld (letterlijk en figuurlijk) bij Foam aan de Amsterdamse Keizersgracht binnen te wandelen om naar het werk van Van Doorn te gaan kijken. De films van fotograaf Richard Mosse krijg je daar dan als bonus bij, net als de fotografie van de Japanner Daisuke Yokota.
Waar Richard Mosse probeert om oorlogsfotografie op een nieuwe manier te benaderen, lijkt het werk van Yokota een aaneenschakeling van bevroren filmbeelden. Het valt te bewonderen dat Mosse zo een zware taak op zich heeft genomen en hij is naar mijn mening ook niet echt geslaagd in zijn opzet. Dit omdat ik denk dat oorlogsfotografie een 'what you see is what you get' benadering verdient. Paarse jungle en natuurfotografie, geënsceneerde gevechtsscènes en poserende rebellen zijn in zijn werk te zien. Het feit dat hij bijvoorbeeld 16mm infrarood film heeft gebruikt, net als militairen op patrouilles vroeger, laat me eerlijk gezegd koud. Laat maar gewoon de verkrachte en daarna vermoorde vrouwen lichamen zien en de door machetes in stukken gehakte kinderlichaampjes, Richard. Dat zet mensen volgens mij meer aan het denken dan toneelspelletjes met rebellen en paarse kleurschakeringen, dat is het enige ethische probleem dat in mijn gedachten gecreëerd wordt, als ik zijn tentoonstellingThe Enclave bekijk.
Daisuke Yokota’s zwart wit fotografie is dromerig en mysterieus. Blijf vooral lang genoeg staan bij ieder beeld zodat je fantasie de ruimte krijgt, om even na te denken over wat je precies ziet, om als het ware de film die Yokota met één foto aanzwengelt te laten beginnen op je eigen geestesoog.
Niet naar de bioscoop voor film, maar naar het museum dus. De filmShirley, visions of realityvan Gustav Deutsch doet echter precies het omgekeerde. In deze bijzondere productie gebruikte Deutsch om zijn verhaal te vertellen ter inspiratie een aantal werken van schilder Edward Hopper (1882-1967). De gehele film is geschoten in de stijl van Hopper’s werk, de scènes zijn bewegende schilderijen die maar een fractie, een seconde, gelijk zijn met hun in musea wereldwijd te bewonderen canvassen evenknieën. In mei en juni organiseert Eye rondom deze film een aantal interessante bijeenkomsten, houd hun website dus in de gaten.