Dag 1 van het festival, van een uitgevallen Hollandse trein naar een wankel vissersbootje voor de kust van Kenya.
De kop is eraf! Dat moest de uitgevallen Fyra ook hebben gedacht de eerste festivalochtend. En zie dan met het nieuwe NS-rooster maar eens lekker snel van Amsterdam in Rotterdam te komen. Maar de festivalmagneet is gelukkig sterker dan de spoorwegen.
Rotterdam is altijd weer spannend om naar toe te gaan. Even 10 dagen uit de cocon die Amsterdam heet, even 10 dagen de Cineville-pas niet hoeven gebruiken, alhoewel deze pas - primeur! - vanaf 6 februari ook in Rotterdam, Den Haag en Delft te gebruiken is. En met filmhuizen als het vernieuwde LantarenVenster en het Haags Filmhuis is dat een mooie uitbreiding.
Op weg van het station naar het Schouwburgplein verbaas ik me weer over de voortvarendheid van bouwen. Niet alles is even goed gelukt, maar de bravoure en energie spat er wel vanaf. Daarom blijft Rotterdam ook dé plek voor het IFFR. De variatie aan films brengt dit gevoel goed tot uitdrukking. "Cinema heeft ongekende mogelijkheden ons de wereld te laten zien", aldus festivaldirecteur Rutger Wolfson op de openingsavond. En dat blijkt ook bij de films die ik op de eerste festivaldag zag.
De dag begon metL'estate di Giacomo(Summer of Giacomo), die zich net als Les Géants , Verano , It Looks Pretty From A Distance en Abrir Puertas Y Ventanas afspeelt op een warme lome zomerdag. Het lijkt erop dat we hier het eerste festivalthema te pakken hebben. De film kabbelt wat voort als de hoofdpersonen, een dove jongen en een vriendin, een lange wandeling door het bos maken en wat zwemmen in een meertje. Pas het laatste kwartier wordt de film interessant als de filmmaker meer inzoomt op zijn huidige relatie en de jongen meer van zichzelf laat zien.
Cornelia Frente Al Espejo(ja, het IFFR is goed voor je talenkennis, enfin, de titel betekent zoveel alsCornelia en haar spiegel) is een Argentijnse film over een vrouw die altijd actrice heeft willen worden, maar door haar moeder hierin is tegengehouden. We volgen haar in een groot landhuis (weer een link met Abrir Puertas Y Ventanas ) waar ze mensen ontmoet die haar moeten weerhouden van het plegen van zelfmoord. Maar of ze deze mensen werkelijk ontmoet of dat het haar fantasie is, daar wordt op een bijzondere manier mee gespeeld. Een hoog literair toneelgehalte,waardoor ik soms even weggleed in de comfortabele Pathé-stoel, maar er zit een mooie melancholieke sfeer in.
The Invaderwas wederom een sterke film uit België. Wat kunnen zij daar wat ons hier niet lukt? In ieder geval sterke films maken die je ook nog eens aan het denken zet.The Invaderwas niet alleen het thema van de film, maar ook bij de vertoning; een haast continue invasie-alarmgeluidje vanuit de zaal gaf de film een extra betekenis.
De dag eindigde met de documentaireWavumbavan de Nederlandse regisseur Jeroen van Velsen. De regisseur zat zelf op een boot vlakbij de kust van Kenya, waar de film zich ook afspeelt, maar de cameraman had hem exclusief aan de telefoon. Wat festivaldirecteur Wolfson deed verzuchten: "Kon het maar altijd zo, scheelt een hoop gedoe!"
Hopelijk meer gedoe - want dat is wel het leukste - op dag 2!