Dag twee: met een treurige Tsjechische film en een dronken regisseur uit Finland.
De dag begon in het nieuwe LantarenVenster, met 6 mooie zalen een echte aanwinst voor het festival. Niet om de hoek van het Schouwburgplein - het hart van het festival- maar met de festival-tuktuk ben je er in een paar minuten.
De film was Four Sunsvan de Tsjechische regisseur Bohdan Sláma. Met de filmWild Beeswon hij in 2002 een Tiger Award op ditzelfde festival. De verwachtingen waren dan ook hooggespannen. Het verhaal gaat over een gezin waarvan de zoon zich onttrekt aan de invloed van de ouder,s die op hun beurt hun relatie niet kunnen redden. Daartussen door loopt nog een Tsjechische hippie die druk met magische stenen bezig is en een punkgroepje die - hoe clichee - wiet bij elkaar snaait.
Op zich kan elk uitgangspunt - hoe absurd dan ook - natuurlijk uitmonden in een goede film. Helaas is dit bij deze film niet het geval. De film hangt van ongeloofwaardige dialogen aan elkaar, het acteren is erg zwak - op de zoon na - en het sentiment wat de regisseur er soms in stopt, pakt averechts uit.
Dan was de Zuid-Koreaanse filmThe Day He Arriveseen stuk beter. De vertoning begon 10 minuten later, wat een norse oude festivalbezoeker een zaalwacht deed toesnauwen wat een schande dit toch was en dat dit vroeger nooit gebeurde. Het feit dat flexibiliteit, spontaniteit en een onverwoestbaar humeur toch echt verplichte eigenschappen voor een festivalbezoeker horen te zijn, waren duidelijk niet aan hem besteed.
De film zelf was het tegendeel van de net genoemde festivalganger: opgewekt, humoristisch, soms wat flauw en amateuristisch, maar altijd energiek met het hart op de juiste plaats.The Day He Arrives - in zwart-wit - gaat over een regisseur die geen films meer maakt, maar nog overal herkend wordt. Telkens ontmoet hij op dezelfde plekken zijn vrienden, actrices en zijn ex. Een soortGroundhog Day goes Asia.
Naast de Q&A sessies, korte interviews met acteurs of regisseurs na afloop van films, vinden er in het Oude Luxor bij een aantal films ook lange interviews plaats, de zogenaamde Big Talks. Meestal verlopen die vlekkeloos, maar vandaag maakte de Finse regisseur Aki Kaurismäki (Le Havre) er een bizarre gebeurtenis van. Al rokend en met een paar glazen teveel zat hij op het podium, waardoor er weinig zinnigs uit de man kwam. Het publiek eiste op een gegeven moment dat de man zou ophouden en de film kon beginnen, wat een aantal leuke tweets opleverde.
De avonden eindigde bizar met de - volgens mij - fake-documentaireThe Ultimate Pranx Case, over drie jongens die een meisje in hun huis lokken om daar flauwe grappen mee uit te halen. Het begint onschuldig, met toastjes van hondevoer en drugs in wijn, maar eindigt met grof geweld. Alles is opgenomen met beveiligingscamera's en verstopte camcorders. Of het echt is of niet zal nog wel voer voor debat zijn, net als bijCat Fishvorig jaar, maar het spel van de jongens komt wel erg theatraal over. Ook lijken de zinnen teveel gescript om spontaan over te komen.
Genoeg theater voor vandaag, morgen meer!