Jaap: De verlegen filmmaker

Columns
door Admin
maandag, 30 mei 2011 om 8:00
krzysztof kieslovski
Schuwe filmmakers, we zagen het recent weer op het Filmfestival in Cannes met Terrence Malick. Maar is hij de uitzondering of juist de regel?
Jaap Mees is sinds hij op zijn zevende jaar in de bioscoop zag in de ban van de magie van film. Hij belandde daarom op de Filmschool in Londen toen hij ouder was en schreef voor diverse sites in Engeland. Tegenwoordig is hij filmmaker en schrijft onder meer voor filmblad Skrien en MovieSense.
jaap foto
Op het laatste filmfestival in Cannes won regisseur Terrence Malick de felbegeerde Gouden Palm voor zijn lang verwachte film The Tree Of Life. Hij nam de prijs niet zelf in ontvangst, omdat hij een publiciteitsschuwe man is. Zijn producenten deden dat en eerder tijdens de officiële presentatie van de film op de beroemde rode loper noemde Brad Pitt, die één van de hoofdrollen speelt, Malick een architect en geen verkoper. Malick, die magnifieke films maakte als Days of Heaven en The Thin Red Line , houdt niet van al die nogal hysterische aandacht van de elkaar verdringende paparazzi. Hij staat erom bekend zelden of nooit een interview te geven en dat is zijn goed recht.
Er zijn wel meer filmmakers, vaak niet de minste, die niet zo gek zijn op publiciteit. Ingmar Bergman was ook niet erg gesteld op de pers, hij richtte zich liever op zijn werk in het theater of op de filmset. Net als zijn personages in zijn films was hij een nogal teruggetrokken, in zich zelf gekeerde man.
krzysztof kieslovski
Krzysztof Kieslovski
Zoals het schuchtere, gevoelige, fantasierijke jongentje in De Grote Stilte en ook zijn jonge, verwonderd om zich heen kijkende alter ego dat laat dat zien in Bergmans laatste grote film Fanny and Alexander . Bergman was goed voor zijn cast en crew maar enigszins wantrouwend tegenover de buitenwereld.
Van de grote Poolse filmmaker Kieslowski ( Dekaloog -serie) is bekend dat, als hij op het International Film Festival in Rotterdam was, hij het liefst wat door de stad ging lopen in plaats van al de journalisten te woord te staan of films te bekijken. Woody Allen, die de laatste jaren op het filmfestival van Cannes één van de belangrijke gasten is, staat erom bekend dat hij niet houdt van het hele media circus. Maar misschien is zijn aanwezigheid in Cannes te verklaren, omdat hij voor de financiering van zijn films de laatste jaren meer op Europa is aangewezen. Zo draaide hij de afgelopen jaren zijn films in steden als Londen, Barcelona en Parijs. Als het niet echt hoefde om acte de présence te geven, zou hij veel liever naar een baseball wedstrijd gaan kijken of een partijtje op zijn saxofoon gaan blazen.
Abderrahmane Sissako
Abderrahmane Sissako
Een andere goede filmmaker is de Fransman Olivier Assayas ( L’Eau froide), die dit jaar in de jury zat. Op persconferenties was goed te zien dat hij zich niet helemaal op zijn gemak voelde, omdat hij soms nerveus tijdens de persconferenties met zijn handen zat te friemelen. Er is trouwens een overeenkomst tussen Bergman en Assayas’ films; beiden zijn erg gefascineerd door het menselijke gezicht en laten dat in hun films zien met grote close-ups. Een andere wat verlegen overkomende regisseur is de Afrikaan Abderrahmane Sissako, die onder andere de schitterende humane films Bamako en Waiting for Happiness maakte. Enkele jaren geleden zei hij in een interview dat hij vroeger dacht dat hij te verlegen was om films te maken, en dat hij bang was dat zijn stem te zacht was.
Het idee dat een film regisseur perse als een generaal met een megafoon in de hand over zijn troepen moet heersen, is gedateerd. Dat stamt meer uit de tijd van mannetjesputters als John Ford en de charismatische Orson Welles. Een filmmaker en een scenarioschrijver zijn vaak scherpzinnige observeerders, die van buiten naar binnen leven. Die binnen wereld proberen ze zo waarheidsgetrouw mogelijk uit te drukken. Filmmakers zijn echt niet alleen maar extravert, maar kunnen net zo goed stil en verlegen zijn. Er zijn net zoveel verschillende filmmakers als er menstypes zijn. Het gaat er uiteindelijk om dat ze trouw zijn aan zichzelf en proberen zo oprecht mogelijk te communiceren met hun publiek.
Delen met