Peter: Never change a winning team?

Columns
door Admin
maandag, 02 april 2012 om 8:00
johnny depp tim burton

“Never change a winning team”, zeggen ze weleens en dat is zeker in de filmwereld het geval.

Peter de Jonge plunderde op jonge leeftijd wekelijks de videotheek leeg en kwam thuis met de meest slechte actiefilms, uitgekozen met goedkeuring van zijn vader. Diezelfde vader viel ooit 's avonds op de bank in slaap, waardoor Peter op negenjarige leeftijd al te zien kreeg. Sindsdien is zijn filmsmaak, naar eigen zeggen, sterk verbeterd.

peter de jonge foto

Er zijn talloze voorbeelden van regisseurs die steevast met dezelfde acteur of actrice werken, puur omdat ze elkaars creativiteit naar grotere hoogtes doen stijgen. Gouden koppels zoals Martin Scorsese en Robert De Niro, Alfred Hitchcock en James Stewart, Werner Herzog en Klaus Kinski en Woody Allen en Mia Farrow hebben parels van films opgeleverd en zijn het bewijs dat de band tussen regisseur en acteur van het meest essentiële belang is. De passie bij dit soort samenwerkingen springt van het scherm af en dat is prachtig. Dit is ook te zien bij een ander ‘gouden koppel’ die ik nog niet genoemd heb, namelijk Tim Burton en Johnny Depp. Samen hebben ze prachtige films zoalsSleepy HollowenEdward Scissorhandsgemaakt en ook dit jaar kunnen we een film van dit duo verwachten. Schitterend!

Toch moest ik even diep zuchten toen ik na lang wachten de trailer van Tim Burtons nieuwste, Dark Shadows genaamd, voor ogen kreeg. De trailer voelde bekend aan. Net zoals de trailer van Tim BurtonsSweeney Todd, begint die met een voice-over die het verhaal uitlegt over een normale man (Johnny Depp) die door een bizarre samenloop van omstandigheden compleet verandert en ademt de trailer een zelfde soort sfeer uit alsSweeney Todd. In principe niet zo vreemd, een goede regisseur kenmerkt zich immers door een unieke, maar eigen stijl en dat kan van Tim Burton zeker gezegd worden. Er is echter nogal een verschil tussen een eigen stijl hebben en het gebruiken van een zelfde soort verhaallijn met vergelijkbare personages. Een regisseur die met iedere film met iets nieuws komt, maar hiervoor wel zijn eigen stijl gebruikt, daar zal niemand kritiek op hebben. Maar het wordt een probleem wanneer een regisseur dit niet doet en het meer op een gevalletje ‘one trick pony’ begint te lijken.

Nu wil ik zeker niet stellen dat een briljant regisseur als Tim Burton een one trick pony is, maar er valt wel iets op aan te merken dat de beste man de afgelopen zeven jaar steevast Johnny Depp in de hoofdrol heeft gecast. Zo speelde Depp in die zeven jaar de Mad Hatter in Alice in Wonderland, Sweeney Todd in... juist, verzorgde hij de stem van Victor Van Dort in de stop-motionCorpse Brideen was hij te zien als Willy Wonka inCharlie and the Chocolate Factory. Stuk voor stuk mooie en kwalitatief hoogstaande films, maar het duo valt wel heel erg in herhaling en het gevaar dat het op een routineklus begint te lijken ligt op de loer. Zo lijken die unieke Tim Burton en Johnny Depp ineens heel wat minder uniek en dat kan toch niet de bedoeling zijn. Je zou zelfs kunnen stellen dat Johnny Depp getypecast wordt, gezien de personages die hij in Burton zijn films vertolkt vaak erg op elkaar lijken.

Wat mij betreft mag Tim Burton Johnny Depp daarom best voor een paar jaar op vakantie sturen (de Caraïben schijnt mooi te zijn) en als we toch bezig zijn, dan mag hij zijn vrouw Helena Bonham Carter (die sinds 2001 in maar liefst zeven films van Burton gespeeld heeft) voortaan ook gewoon thuislaten. Het is tijd dat Burton het roer om gaat gooien en zichzelf gaat herontdekken door iets meer risico te nemen en met nieuwe, frisse acteurs te gaan werken. De stop-motion Frankenweenie , die ook dit jaar uitkomt en waarin zowel Depp als Carter niet in te bekennen zijn, is al een stap in de goede richting. Laten we hopen dat hij dit doorzet en ook in zijn live-action films wat meer gaat afwisselen, zodat we nog heel wat jaren kunnen genieten van een bijzonder creatief en, daar kunnen we toch vanuit blijven gaan, uniek regisseur.

Delen met