Een Fellini achtig moordmysterie, vertelt vanuit het oogpunt van een dwars kereltje met een hazenlip, en een politiecommandant die zichzelf al te serieus neemt.
‘De duivel is in ons midden’, zo merkt Rogier van der Weyden (Bernard Pruvost) op. Als commandant heeft hij de leiding over het onderzoek naar een mysterieuze moord in een Noord-Frans dorpje. Lichaamsresten zijn aangetroffen in een koe. Die koe is op onverklaarbare wijze belandt in een oude oorlogsbunker. Met een helikopter wordt het karkas uit het bouwsel getakeld. Van der Weyden’s iele rechterhand Carpentier (Phillipe Jore) merkt op dat het tafereel hem doet denken aanLa Bête Humaine, van Emile Zola. De commandant wuift de intellectuele aspiraties van zijn knecht weg. Hij moet er niets van hebben. Er is werk te doen. Verderop kijkt P’tit Quinquin (Alane Delhaye) met zijn vriendjes stiekem naar de politie.
Rariteitenkabinet
Duizendpoot Bruno Dumont, bekend van films alsFlandresschakelt zo telkens tussen de politieagent en het belhameltje, twee personages die op zijn zachtst gezegd nogal van de norm afwijken, alhoewel dat van toepassing is op vrijwel alle groteske clownachtige acteurs in de serie. Het zijn allemaal karikaturen.P’tit Quinquin is een rariteitenkabinet, waarmee Dumont memoreert aan vaudeville, carnaval en het circus. Hij koppelt die rijke verwijzingen aan de bewoners van het dorp, waarvan hun gelaten lijken aangetast door decennialange inteelt. Quinquin’s broer Dany (Jason Cirot) heeft een hersenbeschadiging, zijn vader heeft grote groeven in zijn gezicht door de zon en zijn opa is dement. Aan iedereen mankeert wel wat, net als in het echte leven, maar dan uitvergroot.
Klucht
Het is alsof de tijd heeft stilgestaan en we terugkeren naar vroeger. Die periode waarin mensen zich bewogen op 22 frames per seconde, en daardoor wat houterig oogden. Want wie acteur Pruvost ziet lopen, kan slechts twee kanten op. Of hij is gezegend met groot acteertalent, of hij heeft zoveel drugs gebruikt dat zijn motoriek daardoor is beschadigd. Het draagt bij aan de algehele kluchtige sfeer. Dumont verwerkt talloze curieuze wendingen in het verhaal, zoals de scene waarin Quinquin aan de slag moet als misdienaar en zich misdraagt tijdens een uitvaartdienst.
Sketches
Het door Dumont bedachte absurdisme werkt uitstekend met de non-acteurs die hij na uitvoerig onderzoek castte. Van de introverte Mohamed (Baptiste Anquez) tot Quinquin’s vriendin Eve (Lucy Caron), het zijn uitsluitend intrigerende wezens. Je blijft met verbazing en nieuwsgierigheid naar ze kijken. Het scenario past uitstekend bij hun onervarenheid. De overtuigende cast sprankelt van het scherm af. Bovenal isP’tit Quinquin door die combinatie ontzettend grappig. Alhoewel Dumont ook serieuze onderwerpen als latent racisme aanstipt, wordt er continu gegiecheld, als de jongens in de botsautootjes zitten en de koster uitmaken voor rotte vis of als rare opa het servies zomaar op tafel gooit.P'tit Quinquin zit vol met dergelijke sketches die de serie verrijken.
Conclusie
Het is geen wonder datCahiers Du Cinema, het Franse magazine voor filmliefhebbers, nota bene deze serie op nummer één plaatste van de beste films van 2014.P’tit Quinquin is een geslaagd experiment. Wie risico neemt, door met onervaren acteurs te werken, moet beloond worden.