Interview Emma Thompson, Nanny McPhee and the Big Bang

Interviews
maandag, 22 maart 2010 om 8:00
emma thompson
Interview met Emma Thompson, uit Nanny McPhee and the Big Bang

emma_thompson
Hoe was het om weer terug te gaan naar het personage?
Om het weer te doen was heel erg interessant, maar ook heel anders, ik wist natuurlijk hoe de make up zou zijn, maar wanneer je dan weer op de set staat met nieuwe kinderen en een nieuwe crew, ze weten wie Nanny McPhee is omdat ze de eerste film hebben gezien, maar als ze haar in het echt zien, dan komt ze toch heel krachtig over. Er is ook bijna niets meer van mijzelf over. Ze noemden mij ook voortdurend Nanny McPhee, "good morning, Nanny McPhee, how are you doing Nanny McPhee?". En als ik als Emma de schrijver op de set ben is het toch anders. Nanny McPhee is een heel krachtig personage.
Waarom wilde je doorgaan met een tweede deel?
Ik vond het eerste deel een geweldige creatieve uitdaging en ik realiseerde mij al vrij snel dat het in wezen westerns zijn, en dat is mijn favoriete genre, al sinds mijn kindertijd. Ik was het zat om me te steeds moeten identificeren met Clint Eastwood dus zocht ik een nieuwe vorm van identificatie, niet toen ik tien jaar was, maar het is wel zo dat het verhaal van de 'out-of-town'- vreemdeling die zorgt voor conflicterende situaties en dan weer vertrekt, alleen in een western voorkomt. Je kunt deze vorm dan ook gebruiken om elk gewenst verhaal te willen vertellen, of het nu een comedy is of een thriller, kijk maar naar de vele duizenden verhalen die op deze manier verteld worden. En dat gaat terug tot de Grieken en hiermee is het dus ook een eeuwenoude traditie. En daarom kan ik een verhaal over conflicten schrijven, want dat interesseert mij immers heel erg.
Het is heel grappig hoe je dit zo zegt want het einde van deze film deed mij denken aan Shane , waarin dat jongetje...
Absoluut ja! Het is inderdaad Shane . Dat kind dat roept: "Shane, Shane". "Nanny McPhee, Nanny McPhee". Het is precies hetzelfde einde.
En heb je, tijdens het schrijven, enige beperkingen gehad die je hadden kunnen belemmeren?
Nee niet echt, ik had wel praktische beperkingen in de zin dat we film voor hetzelfde budget moesten draaien, dat is een hele belangrijke beperking. Soms zie je films die heel succesvol zijn en waarbij het budget twee keer zoveel is, dat zie je gewoon. Voor deel één had ik een geweldige openingsscène geschreven, heel grappig met een verteller, maar het was te gecompliceerd en die scène is nooit in de film beland, ook al vond ik hem heel leuk. Nu weet ik dat en je kunt iets niet te weten komen door het niet te doen, juist door het te doen leer je het.
Kun je je een Nanny McPhee 3 voorstellen?
Alleen als jullie deze een miljoen keer gaan bezoeken ja, want dan komt er weer geld binnen bij Universal Pictures, want zij zullen alleen voor een derde deel betalen als dat succesvol is. Ik vind het een hele goede film, maar dat is niet belangrijk, als hij geld oplevert dan maken we er nog één, zo niet, dan niet.
In deze film leert de kijker maar heel weinig van de achtergrond van Nanny McPhee, is dat een bewuste keuze geweest tijdens het schrijven?
Ik denk dat het heel belangrijk is dat je niet weet waar ze vandaan komt of waar ze naartoe gaat, dat moet gewoon een mysterie blijven. Wel heb ik met mister Edelweiss, het vogeltje in de film, haar kwetsbaarheid willen tonen; hij verveelt haar immer behoorlijk en ze heeft ook minder geduld met hem dan met de kinderen. Dus binnen de zen-vrouw die Nanny McPhee is, zit wel degelijk iets menselijks en tegelijkertijd ook iets heel gewoons. Daarom ben je als kijker aan het scherm gekluisterd, juist omdat Nanny McPhee die meerdere lagen heeft. En zo moet het ook gaan in drama; verschillende lagen van karaktereigenschappen dusdanig ontwikkelen zodat je een omschakeling kunt maken. Je moet als schrijver weten hoe grappig de rol van sergeant Jeffreys is, voordat je overgaat op een serieus gesprek tussen vader en zoon, hoe ver ga je hierin? Dat maakt het zo interessant.
Hoe heb je, naast de invloeden van het genre van de western, op het niveau van dialoog een referentiekader aangehouden? Je schrijft immers niet alleen dialoog voor volwassenen, maar ook en vooral voor kinderen.
Ik heb, als scenarioschrijver die dialoog schrijft, gesproken met een fantastisch toneelschrijver, Thomas Stockwell genaamd, die zei: "A certain screenplay really is about dialogue". In veel scenario's spreekt men met eenzelfde stem, terwijl dat in de 'echte' wereld niet zo is. Ik ben gezegend omdat ik een acteur ben, waardoor ik kan doen alsof ik elk van de personages ben en dan kan denken over datgene wat ik in naam van het personage zou zeggen. Als ik schrijf, acteer ik de verschillende personages en dat geeft mij de verschillende stemmen of dialogen. Als ik dan de toon heb, weet ik welke zinnen de personages wel en niet zouden gebruiken. Zo heeft Cyril, het jongetje dat naar het platteland wordt gestuurd met zijn zusje, veel geluisterd naar oudere mensen, die juist grappig en ironisch zijn, niet liefhebbend, maar grappig en ironisch. Hij weet dus hoe hij die taal moet gebruiken, terwijl Megsie een gewone boerenmeid is, dus haar taalgebruik is, in tegenstelling tot Cyril, heel simpel, maar ook heel fel: "If you touch that jam, I'll mash you". Ze heeft op de boerderij al veel moeten verpulveren dus het is onderdeel van haar leven en spraak geworden. Dialoog is, naast het plot natuurlijk, het meest essentiële van een scenario.
Was er tijdens het schrijven van je scenario een 'inciting incident', het moment in je script 'that kicked the story into motion'?
Zoals ik je eerder vertelde; in de gesprekken met kinderen over wanneer Nanny McPhee moest verschijnen, ik had in een eerdere versie geschreven dat ze overdag aankwam, bleek dat ze haar per se 's nachts wilden zien aankomen. Er is geen 'incident', de inspiratie kreeg ik in Duitsland toen ik de promotie deed. Ik zat in hotel Adalon en toen was ik aan het nadenken. Zou dit hotel tijdens de oorlog gebombardeerd zijn geweest? Toen dacht ik, bommen? Interessant!. En toen dacht ik aan de Tweede Wereldoorlog; zou het niet te gek zijn als Uncle Phil, net zoals in The Godfather, in plaats van een paardenhoofd, nu een bom onder zijn dekens vindt? Precies hetzelfde shot. Dus in de eerste versie van mijn scenario vindt Phil een bom in zijn bed. Precies hetzelfde shot, van buitenaf bij de mansion met de vogeltjes die fluiten en dan ga je naar binnen, nou de rest weet je. Dus mijn invloeden zijn 'foreign'-wise, maar tijdens het schrijven ben ik gewoon aan het schrijven. En schrijven is de grootste niet-gebeurtenis in de wereld, het is heel eenzaam en je kunt niets anders dan zitten, en schrijven.
Kun je deze film als een sequel zien?
Het is belangrijk dat dit geen sequel is, het is een ander verhaal en het enige wat hetzelfde is, is Nanny McPhee. Waarom zou je een sequel willen? Dan zou je dus terug moeten gaan naar de kinderen uit deel één, de kinderen die ouder zijn geworden, waarom gedragen ze zich dan nu weer slecht? Saai, saai, nee.. Het einde van dit deel heeft een heel kleine emotionele connectie naar deel één, ook kent Nanny McPhee sergeant Jeffreys, dus waarschijnlijk was ze ook zíjn Nanny, het gaat erom dat ze een Nanny is geweest van vele kinderen, in ieder geval toen ze nog klein waren.
Wat is het verschil tussen de kinderen uit het eerste deel en de kinderen uit dit deel, zeker ook omdat in dit deel de magie vanuit het script, Nanny McPhee , eigenlijk een beetje weg is. Nanny McPhee is nog wel magisch, alleen weet je als kijker dat ze eraan komt. En dan kunnen deze kinderen dat weten, toch?
Gelet op het feit dat deze kinderen de kennis hebben van Nanny McPhee, dat is iets wat heel opwindend voor ze is. Ze nemen die kennis voor lief en laten we wel wezen, we weten ook wat er gaat gebeuren in Toy Story , je weet dat Clint Eastwood niet doodgaat, dus er zijn al bepaalde dingen die je weet als je een film bekijkt. En ik denk dat de voorkennis van Nanny McPhee, zeker voor de kijker, ervoor zorgt dat je nog meer kunt genieten van deze film. De kijker weet meer van datgene wat er gaat gebeuren en er is niets uitdagender dan meer te weten dan de karakters van het verhaal. Dat is een geweldig gevoel voor kinderen, daar houden zij van. En daar houden wij als volwassenen ook van. Kijk maar eens naar de tweede Harisson Ford Indiana Jones film, hoe veel hielden wij niet van die hoed, van de score van John Williams, van de zweep, van Spielberg die wide op de zweep zit met zijn camera, iedereen weet dat die zweep tevoorschijn komt en een geweldige prop zal zijn. Wij als kijker weten het en dat maakt het zo mooi en magisch.
Heb je tijdens de draaiperiode op welk moment dan ook het gevoel gehad dat dit wel eens de moeilijkste draaidag zou kunnen zijn?
Als ik in mijn kostuum en volle make up zit, is het heel heet, maar vooral ook heel zwaar. Mijn ribbenkast wordt ingedrukt, waardoor ik minder makkelijk kan ademen. Het is een beetje alsof je de Mount Everest aan het beklimmen bent, je heel snel de laatste honderd meters de top moet bereiken, anders ga je dood. Zoiets. En als ik even niet aan het draaien ben, dan moet het allemaal uit, dat duurt zeker een uur, maar het moet want ik krijg niet genoeg ZUURSTOF!
Er was ook een moment dat de kinderen naar biggetjes moesten kijken, terwijl die in het water aan het dansen waren. Maar biggetjes kunnen helemaal niet in het water dansen, dus ze stonden bij het water en waren aan het lachen. Maar het was niet overtuigend genoeg, dus ik zei tegen de first assistant director: "Drag me into the water and pretend to drown me". Dus dat deed hij en wanneer je in de film de kinderen aan het water ziet lachen, dan weet je dat ze om mij lachen en niet om de biggetjes. Het is heel moeilijk om kinderen die energie te geven die ze nodig hebben, zodat ze kunnen reageren zoals je van ze wilt. En omdat we een vitale mix hebben van realiteit en CGI; eerst zie je de biggetjes rennen, waarna de digitale biggetjes in het water springen, dus dat was heel moeilijk, maar ook heel uitdagend om te doen. Ook heb je de vogel, mister Edelweiss, die echt op mijn schouder komt aanvliegen, maar eenmaal erop, zie je een digitaal vogeltje dat zijn hoofdje naar mij toedraait. Alleen op het einde, het al eerder genoemde Shane -moment, waar Nanny McPhee wegloopt, hier vliegt het vogeltje echt en landt hij op mijn rug, waarna hij dus blijft zitten. Hier is geen CGI gebruikt, ook liep ik honderden meters vooruit.
De vogel was niet vastgelijmd op je schouder?
Nee, hij was niet vastgelijmd of vastgeniet, maar natuurlijk denk je dat wel. Hoe moeten ze dat nu erop lijmen, nee, echt niet!
Was het een lange draaiperiode, heb je bijvoorbeeld last gehad van een depressie, nu je 'baby' wederom is geboren?
Nee, eigenlijk niet want we waren doodmoe met zijn allen na vier maanden intensief draaien, ook nog in de zomer, dus niemand had een break; het was best zwaar. Maar toen het draaien er eenmaal op zat, waren we heel gespannen op een gezonde manier. Ik denk dat ik dat wel veilig voor iedereen kan zeggen.
Wanneer wist je dat Susanna, de regisseur, de juiste vrouw voor de klus was, en hoe heeft haar methode je al dan niet boven jezelf doen laten ontstijgen?
Ze begreep het allemaal heel erg goed, en we hadden maar een halve zomer. Ook wat betreft locaties en casting was ze een genie. Persoonlijk denk ik dat een groot deel van regisseren, het casten van de juiste personen is. Susanna had gewoon ideeën waar ik nooit mee zou zijn gekomen. Ralph Fiennes? Had ik nooit aan gedacht. Rhys Ifans? Ook niet, terwijl ik heel blij met hem ben, hij maakt de rol van Uncle Phil erg grappig. Susanna heeft ook een heel goed gevoel over de situatie van het karakter, gespeeld door Maggie Gyllenhaal, juist omdat zij zelf ook moeder is. Zij is gewoon een heel gevestigde filmmaker dus we waren heel blij dat we haar konden krijgen.
Tot slot, waarom dan niet verder met de regisseur van het eerste deel?
Het was niet hetzelfde ding, we wilden een andere stijl, we hebben natuurlijk wel gesproken met Kirk Jones, maar het hele punt is dat we een nieuw verhaal wilden, een nieuwe sfeer, daarom dachten wij dat een nieuwe regisseur wel zo gewenst zou zijn.
Delen met