Wat moet het geweldig zijn om een zombie in een horrorfilm te spelen. MovieSense redacteur Peter de Jonge weet dat als geen ander.
Je zit natuurlijk wel uren in de make-up en al dat spul er weer afkrijgen is ook geen pretje, maar als je eenmaal getransformeerd bent tot een hersenloos en verminkt stuk vreten, dan is dat genieten geblazen. Je zit onder het nepbloed en zodra de regisseur “actie!” roept, kan je volledig losgaan. Ben je een beetje domme en langzame zombie? Zo eentje die een huis probeert in te komen door herhaaldelijk, als een vlieg die niet snapt dat hij niet door glas kan, op het raam te slaan? Of misschien mag je wel een moderne zombie spelen en al krijsend achter een groep mensen aanrennen. Je kunt het zo gek niet bedenken, als zombie mag je alles, maar de meeste mensen zullen deze kans niet zo gauw krijgen. Ik heb wel zo’n kans gehad en ja, het is zo leuk als ik het hierboven schets.
Een jaar geleden heb ik onder leiding van ‘Mr. Horror’ Jan Doense in een korte en simpele zombiefilm mogen spelen. Jan Doense gaf destijds, in opdracht van Stichting Nowhere en naar aanleiding van het Imagine Filmfestival (dit jaar van 13 tot 23 april) een ontzettend leuke workshop over horror, waarbij de deelnemers onder andere zelf een korte horrorfilm mochten maken. Met een laag budget hebben we er nog best wat leuks van weten te maken, zeker omdat Suzi Terror (die vorig jaar met haar film de Imagine Time Capsule won op het Imagine Filmfestival) zo aardig was om de make-up te verzorgen. Op een gegeven moment in de film moest ik veranderen in een zombie en met een handige (ahum) montage was dat geen probleem. Mijn hoofd zat volgeplakt met (warme) make-up, in mijn nek zat een ‘bijtwond’ en in mijn mond proefde ik het ontzettend zure en lauwe nepbloed dat Suzi Terror had bereidt. Ik hoor het Jan Doense nog zo tegen mij zeggen: “ ”. Goed, dat nepbloed in mijn mond smaakte verschrikkelijk, wat de drang om het uit te spugen alleen maar groter maakte, maar om nou Mr. Horror onder te spugen? Enfin, uiteindelijk was het zover en Jan had er zelf om gevraagd, dus op het moment suprême spuugde ik zo hard als ik kon klodders bloed naar hem toe. Z’n hele overhemd zat onder en na afloop vertelde Jan mij dat ik hem wel met een flinke rochel te pakken had. Ach ja, je vraagt mij om je onder te spugen met nepbloed of je doet het niet. Uiteindelijk werd ik met een flinke klap van een hamer op mijn hoofd om zeep geholpen en zover gaat mijn rol als zombie in dit korte horrorfilmpje, dat onder de naam (2010) hieronder te zien is.
Mijn rol zat erop, want als een zombie met een hamer op zijn kop wordt geslagen is die natuurlijk pas écht dood. Het enige dat nog ontbrak, was het shot waarin je ziet dat ik een flinke wond op mijn zombiekop heb en dus dook ik de make-up weer in. Suzi nam mijn hoofd weer onder handen en terwijl ze bezig was, vroeg ik mij af hoe ik al dat plakkerige spul weer uit mijn (weliswaar gemillimeterde) haar zou krijgen. Na de opnames wilde het met wat warm water en flink(!) schrobben lukken om al de make-up te verwijderen. Alhoewel, niet al de make-up. Ik zat nog steeds onder een dun laagje nepbloed, wat pas bij thuiskomt na een douchebeurt eraf wilde komen. Als het shot in de douche uit Hitchcocks , waarin je het bloed met het kletterende water weg ziet spoelen, zie ik mijn make-up door het afvoerputje verdwijnen. Ja, een zombie spelen is gaaf en alhoewel ik in de inleiding vertelde dat niet veel mensen deze kans krijgen: zo af en toe wordt er in Nederland een Zombie Walk gehouden, waarbij mensen zich verkleden als zombie en met een heuse zombiestoet over straat lopen. Dat is misschien niet in een film, maar dat mag de pret niet drukken. Mocht een Zombie Walk je te ver gaan en ben je iemand die jaarlijks vrolijk meedoet met Halloween, wees dan een keer een zombie. Het is leuk, neem dat maar van mij aan. Ga alleen niet zomaar mensen onder spugen met nepbloed, dat mag alleen in een film.