Na het artistieke succes van de cultklassieker Suspiria uit 1977, keert Argento in 1980 terug naar het verhaal over ‘The Three Mothers’ en levert met Inferno één van de meest sfeervolle horrorfilms van de jaren tachtig af.
Voor mensen die het bovenstaande stuk tekst als Chinees lezen, Argento is één van de grote namen in de Italiaanse horrorcinema. Films als L'uccello Dalle Piume di Cristallo ( The Bird with the Crystal Plumage , 1970) en Profondo Rosso ( Deep Red , 1975) maakten van deze man een instant maestro en kreeg hij de, niet al te onverdienstelijke bijnaam ‘The Italian Hitchcock’. In 1977 gooide hij uiteindelijk internationaal hoge ogen met Suspria (dat tevens een briljante tagline had met "The only thing more terrifying than the last 12 minutes of this film are the first 92"). Het verhaal over een Duitse dansacademie waar nieuweling Suzy Bannion erachter komt dat er wel heel veel vreemde dingen gebeuren. Nu was het niet zozeer het plot of het acteerwerk waar Suspiria in uitblonk, maar een tour-de-force in cinematografie, zowel technisch als artistiek. De film maakte gebruik van felle primaire kleuren waardoor het geheel iets weg had van een duister sprookje. Inferno gaat verder met het verhaal over De Drie Moeders en visuele filmkunsten.
Inferno
Drie jaar naar de gebeurtenissen op de dansacademie in Suspiria gaat Amerikaans student Mark Elliot (Leigh McCloskey die Rome studeert, naar New York nadat zijn zus Rose (Irene Miracle) daar op mysterieuze wijze is vermoord. Zijn zus was bezig met het oplossen van bizarre incidenten en nu volgt haar broer het pad dat zij was ingeslagen.
The Three Mothers
In Suspiria kregen we Mater Suspiriorum over ons heen. In Inferno krijgen we te maken met Mater Tenebrarum. In 2007 zag het laatste deel in de trilogie, La Terza Madre ( Mother of Tears ), toch eindelijk het daglicht en betrof Mater Lachrymarum. Het thema van de drie moeders liet Argento losjes baseren op Thomas de Quincey’s Suspiria de Profundis .
The Three Mothers
Al die moeders toch, maar wie zijn ze nu eigenlijk?
Mater Suspiriorum ; Moeder der Zuchten, is de oudste en wijste van De Drie Moeders. Haar echte naam is Helena Markos, maar ze is ook bekend als The Black Queen. Ze is gevestigd in Freiburg.
Mater Tenebrarum ; Moeder der Duisternis, is de jongste en gemeenste van De Drie Moeders. Haar echte naam is niet bekend. Ze is gevestigd in New York.
Mater Lachrymarum ; Moeder der Tranen, is de mooiste en krachtigste van De Drie Moeders. Haar echte naam is niet bekend. Ze is gevestigd in Rome.
Style over Substance
Waar Suspria al niet heel veel verhaal had, daar is bij Inferno het woord verhaal zelfs iets te hoopvol. De film laat zich meer zien als een aaneenschakeling van zogeheten ‘set-pieces’ waar Argento een meester in is. Ook gaat Argento weer volop verder met zijn cinematografische kleurenpalet om de film te verpakken als duister sprookje. Het ontbreken van enig helder narratief komt ten goede om de kijker een nachtmerrieachtige ervaring te bezorgen. Net als in een droom gebeuren dingen meestal zonder enige (heldere) reden, zo ook in Inferno . Hoewel de opdruk ‘The Italian Hitchcock’ zeker van toepassing is, lijkt bij sommige van zijn films, en vooral bij Inferno , ‘The Fellini of Horror’ nog meer van toepassing. De kracht van Inferno ligt vooral in het geforceerde artificiële karakter waarin zelfs de matige nasynchronisatie helpt dit te versterken.
Hoewel Inferno nog minder plot bevat dan Suspiria , en logica nog verder te zoeken is, is de structuur wel te vergelijken met de vorige film. Ook Inferno begint meteen met één van de sterkste set-pieces, een onderwater gelopen balzaal, en eindigt met een grote vuurzee. Verder is Inferno gefilmd met een nog sterker kleurenpalet, waardoor het soms lijkt alsof je naar een bewegend schilderij zit te kijken.
Dario Argento essentials:
Een selectie uit de films van Dario Argento die niet gemist mogen worden.
- Non Ho Sonno ( Sleepless ), 2001
- La Sindrome di Stendhal ( The Stendhal Syndrome ), 1996
- Opera (ook bekend als Terror at the Opera ), 1987
- Phenomena (ook bekend als Creepers ), 1985
- Tenebre, 1982
- Inferno, 1980
- Suspiria, 1977
- Profondo Rosso ( Deep Red ), 1975
- L'uccello Dalle Piume di Cristallo ( The Bird with the Crystal Plumage ), 1970
Muziek
Na het grote artistieke succes van Suspiria , mede door de geweldige helse soundtrack van Goblin, zou je voor een vervolg zeker een terugkeer verwachten van deze muzikanten. Argento wilde voor Inferno echter een meer delicate score die meer aansloot bij de stijl van de film. Hierom koos Argento voor Keith Emerson van de legendarische prog-rock formatie Emerson, Lake & Palmer. Emerson zorgt met zijn bijdrage voor een deels theatrale en deels droom-achtige soundtrack die perfect aansluit op de visuele stijl van de film. Ook maakt Argento prominent gebruik van een selectie van Giuseppe Verdi’s Nabucco . Emerson heeft tevens een variatie hiervan in zijn eigen stijl gecomponeerd, dat in een bepaalde scène te horen is.
Extra’s
De dvd bevat een aantal trailers en tevens wat filmmateriaal dat gefilmd is tijdens het Amsterdam Fantastic Film Festival(nu Imagine) in 2001, waarin Dario Argento van Jan Doense een Lifetime Achievement Award in ontvangst nam en hij tevens zijn destijds nieuwste film liet zien, Non Ho Sonno ( Sleepless ).
Conclusie
Inferno is een visueel juweeltje om naar te kijken en een beklemmende filmervaring. Als conceptueel vervolg op Suspiria gaat de film op fascinerende wijze verder met surrealistische beelden en een logica die meer iets wegheeft van een droom, of meer nog, een nachtmerrie. Inferno is meer nog dan bij Suspiria , stijl boven inhoud, gezien het ontberen van enig helder narratief. Maar dit werkt alleen maar versterkend om de droomlogica te verwezenlijken. Met dit alles is Inferno een knap staaltje filmkunst en hierdoor één van de mooiste en sfeervolste, maar ook erg ondergewaardeerde horrorfilms van de jaren tachtig.
Film: Extra's:
Titel: | Inferno |