Nederlands Film Festival eert vergeten 'wederopbouw-cineast' met een bescheiden retrospectief.
Er was eens een periode dat de Nederlandse cinema het geweldig deed op internationale filmfestivals en men de makers als voetballers onthaalde wanneer ze weer een prijs hadden gewonnen op een buitenlands filmfestival. Het waren echter geen fictie filmers, maar documentairemakers die gezien werden als voortzetters van een grootse kunsttraditie die ooit geïnitieerd was door de grote schilders van de afgelopen eeuwen. Deze stroming stond ook wel bekend als de Hollandse Documentaire School. Bert Haanstra, vooral bekend vanwege de Oscar die hij won voor zijn korte film , was de bekendste, Van der Horst een wat minder bekende, maar niet minder belangrijk in deze. De filmers van de Hollandse Documentaire school maakten vooral opdrachtfilms en stonden bekend om hun duizelingwekkende camerabewegingen en virtuoze montagesequenties. Herman van der Horst maakte zelfs in zijn hele carrière alleen maar opdracht films, maar was daarin wel inventief en bleef zich steeds ontwikkelen. Zijn ontwikkeling is goed te zien in de selectie van films die op het NFF draaien, maar blijft toch een bescheiden collectie uit het bijzonder rijke oeuvre van Herman van der Horst.
Rotterdam aan den Slag
Rotterdam aan den Slag is onderdeel van een aantal wederopbouw films die Van der Horst vlak na de oorlog maakte, en speelt zich, zoals wel meerdere van zijn films, af in Rotterdam. Met een korte 9 minuten laat de film vooral het puin in Rotterdam zien, vlak na de oorlog. De film heeft nog een voice over en bombastische klassieke muziek en mist de subtiliteit van zijn latere werk. Dat is niet totaal onbegrijpelijk aangezien Van der Horst autodidact was, en tot dan toe slechts voorlichtingsfilms had gemaakt. Wel bevat de film al een aantal virtuoze sequenties waarin Van der Horst zich al een meester in ritme toont. Wat de film wel ook mist is Van der Horst's creatief gebruik van geluid, wat later tot een hoogtepunt zou komen in zijn film over Suriname; Faja Lobbi . Desalniettemin is Rotterdam aan den Slag een fascinerende korte film die goed van der Horst's ontwikkeling laat zien en bijzondere beelden bevat van het door de oorlog verwoeste Rotterdam, en de wederopbouw ervan.
1946 9 minuten
Houen zo!
Het is inmiddels geen geheim meer dat Paul Verhoeven een groot fan is van de films van van der Horst. Van der Horst was voor Verhoeven een belangrijk leermeester die hem leerde dat je elk soort scène interessant kunt maken met beweging. De film waarin dit wellicht het meest zichtbaar naar voren komt in het oeuvre van Van Horst is de film Houen zo! Net als in eerdere films toont Van der Horst in Houen zo! de wederopbouw van Rotterdam in al dynamische montagesequenties en impressionistische soundtracks, die een samenklank en ritme creëren wat de toon zet die zo typerend is voor een Van der Horst-film. Dit komt op prachtige wijze naar voren in de gebouwen die letterlijk uit de grond worden gestampt, zelden werd er in een film zo creatief op de inhoud gemonteerd.
Vanwege de grote stappen die de regisseur maakte voor zijn ontwikkeling met Houen zo! , maar ook gewoon omdat het een bijzonder knap gemaakte film is die zijn tijd ver vooruit was werd Houen zo! in 2007 opgenomen in de Canon van de Nederlandse film, die poogde de zestien belangrijkste filmtitels uit de vaderlandse filmgeschiedenis weer te geven. Ook won de film in 1953 een Gouden Palm in Cannes voor de beste realistische film van het festival.
1952 20 minuten
Prijs de Zee
In zijn kenmerkende ritmische stijl laat van der Horst in Prijs de Zee zien hoe Nederland vecht tegen de elementen, maar ze ook naar zijn hand zet. Molens, kerken, steden, vissers het komt allemaal voorbij in snelle camerabewegingen en virtuoze montagesequenties. Waar Haanstra soortgelijke onderwerpen had in zijn documentaires, voelt Van der Horst nog moderner, met zijn nog experimenteel verder gaande montagesequenties, die vergelijkbaar zijn met de hedendaagse montage van een videoclip. Ook weerhield van der Horst zich van de noodzaak om op oubollige wijze commentaar te geven op wat er in beeld verschijnt, wat ook de reden verklaart dat Haanstra's beste films geen commentaar geven en slechts registreren, terwijl een aantal andere films daardoor ouderwets aanvoelen. Van der Horst was in zijn terughoudendheid misschien al een moderner filmer dan Haanstra, maar om een moeilijk verklaarbare reden minder bekend dan zijn collega documentairemaker. Terwijl Haanstra in 1958 een Oscar won met Glas , won Prijs de Zee in 1959 een Gouden Beer op het filmfestival in Berlin.
1958 21 minuten
Vieren Maar!
Vieren Maar! heeft als een van de weinige Van der Horst-films een hoofdpersoon; een jongetje dat een aantal vergeefse pogingen doet om op een vissersboot mee te reizen. Van der Horst laat de voorbereidingen zien van de vissers en het zware werk op de boten. Ook hier slaat de titel op een roep van een van de vissers die vaak moeilijk verstaanbaar zijn, maar belangrijker zijn voor de sfeer dan wàt ze precies zeggen, hoewel een visser die begrijpt dat er ook mensen zijn die geen vis lusten er wel duidelijk uitspringt. Na het zware werk van de vissers te hebben getoond, keert Van der Horst terug naar de jongen op de pier waar de golven overheen slaan, daar vandaan rent hij na het schouwspel van de vissers weer naar huis.
1954 24 minuten
Faja Lobbi
Van der Horst's langste film is een beeldschone in Technicolor gefilmde impressie van Suriname. In de titels benadrukt Van der Horst dat meteen, terwijl hij ook meteen alle volkeren bedankt die hij voor zijn film in het land mocht registreren: Bosnegers, Creolen, Indianen, Chinezen, Libanezen en anderen. Van het woud met dieren en trommelende bosnegers gaan we naar een indianenritueel, waarna we via een omweg door het bos weer bij een vrolijk spelende man op een ukelele uitkomen. Het ritme versnelt en de beelden worden steeds associatiever, wat door de vloeiende montage en Van der Horst's briljant gebruik van geluid nooit stoort. Zo knipt Van der Horst vlekkeloos van zangerig schreeuwende marktkooplui naar Hindoestaanse rituelen en zingende kinderen in een kerk en met gemak weer terug naar de jungle, zonder dat het geforceerd aanvoelt. In Van der Horst's visie is Suriname een eenheid van volkeren met enorme contrasten en rijkheid. Het is bijzonder jammer dat van der Horst niet meer in het buitenland ging filmen, zoals bijvoorbeeld Joris Ivens dat deed, aangezien zijn impressie van Suriname niet veel onder doet voor Ivens' beste werk.
1960 70 minuten
Ouderwets
Tien jaar na Faja Lobbi zou Herman van der Horst alweer als een ouderwets filmmaker worden gezien. Zijn films waren niet politiek en gaven geen commentaar op de tijd. Van der Horst filmde liever eeuwenoude architectuur of landschappen en trok zich steeds verder terug in zijn huis waar hij ook monteerde. Het gebeurde dan ook regelmatig dat er een schuldeiser voor de deur stond en de familie van der Horst zich binnen opsloot, in ieder geval tot de film af was. Tegenwoordig passen Van der Horst's films weer goed in de hedendaagse opvattingen over film. Zo worden commentaarloze films vooral in documentaire kringen omarmd, juist omdat zij geen duidelijk standpunt innemen. Documentaire en fictie mixt steeds meer met elkaar en nog maar weinig films pretenderen de waarheid in pacht te hebben, en in dat opzicht was Herman van der Horst ver zijn tijd vooruit, in een genre dat later ook wel bekend zou worden als de poëtische documentaire.
Om ook de rest van Herman van der Horst's films toegankelijk te maken voor een groter publiek heeft het instituut voor Beeld en Geluid een dvd box uitgebracht met zijn voltallige oeuvre, die ook op het festival verkrijgbaar is. Deze is uitgekomen in de zogenaamde Dutch Documentary Collection reeks, waarin eerder ook een dvd box met de documentaires van John Appel verscheen. Voor ieder liefhebber van documentaire films is deze dvd box een must, voor de rest een aanrader.
Titel: | Herman van der Horst retrospectief | |
Genre: | Documentaire | |
Regie: | Herman van der Horst | |
Cast: | n.v.t. | |
Première: | NFF 2010 | |
Trailer: | - |