Met Carte Blanche blijft James Bond dé populairste spion van de wereld. Maar of hij ook nog een boeiend personage voor een eigen boek is…
Ian Flemings laatste grote James Bond-roman was The Man With The Golden Gun en werd postuum uitgebracht nadat de Britse schrijver vroegtijdig om het leven kwam door een hartaanval. Hij heeft slechts twee films van de enorme 007-filmserie meegemaakt. Veel regisseurs hebben, met gemixt resultaat, geprobeerd de essentie van Bond op het doek over te brengen. Van de flamboyante dandy (Roger Moore) tot aan de ruige, bijna onsympathieke actieheld (Daniel Craig), de spion blijft een icoon. Geen wonder dat een groot aantal Britse en Amerikaanse schrijvers zich over Flemings erfgoed mocht buigen om nieuwe avonturen te tikken over Bond. Recent nog in 2008, tijdens de honderdste verjaardag van de schrijver, werd Devil May Care door Sebastian Faulks uitgebracht, met goedkeuring van Flemings erfgenamen.
Ware reboot
Carte Blanche moet de ware reboot van Bond zijn. De Koude Oorlog wordt eindelijk afgesloten; niet langer is James een veteraan van de Tweede Wereldoorlog, maar van de Irak- en Afghanistan-oorlogen. Voor de rest merk je eigenlijk weinig van het tijdperkverschil. Oké, James’ horloge is niet langer de populairste gadgetopbergplaats. Spionnen zijn anno 2011 aan de iPhone
Jeffery Deaver
gegaan (tenenkrommend de iQPhone genoemd). M is weer een man, Moneypenny blijft een flirt en afdeling Q wordt nu geleid door een vlotte Indiër. Als je nooit eerder een Bond-roman heb gelezen (zoals ondergetekende niet zonder schaamte toegeeft), dan biedt deze vertelling soelaas. Carte Blanche vertelt namelijk uitgebreid over James’ nieuwe geschiedenis en hoe hij bij MI6 terecht kwam. Hierdoor is het boek een geslaagde reboot, waarmee nieuwe lezers de franchise in kunnen worden getrokken.
Necrofiele, Nederlandse vuilnismagnaat
Jeffery Deaver kreeg de eer van de familie Fleming om Bond 2.0 te scheppen. Geen vreemde keus als je kijkt naar zijn prestaties: 28 succesvolle thrillers gepubliceerd en in 2004 ontving hij van de Crime Writers’ Association de Ian Fleming Steel Dagger Award voor Brandend IJs . Deaver stopt alle plotelementen die we van Bond-boeken en films gewend zijn in de mix. Lees maar mee en kijk hoeveel klassieke Bond-elementen je kan ontdekken: de superspion werkt in het begin aan een spannende operatie die je meteen in de actie plaatst en een veel grotere dreiging blootlegt. ‘Incident 20’ in dit geval, waarbij volgens de ontcijferde boodschap duizenden mensen zullen omkomen. De verdachte bij wie Bond moet infiltreren, is een necrofiele, Nederlandse vuilnismagnaat met oerlelijke nagels als lichamelijke misvorming. Hij heeft een gevaarlijke, zwijgzame assistent en Bond reist ze de halve aardbol, door onder meer Dubai en Zuid-Afrika, achterna. De plot is goed uitgedokterd en de twists die op het einde bijna per hoofdstuk langsscheren, blijven geloofwaardig. Genoeg goede ideeën dus om een topthriller mee neer te pennen.
Geen uitschieter
Alleen zitten er een paar obstakels in de weg. Met name Deaver zelf. De auteur bouwt een goede plot op, maar hij is niet bepaald een stijlschrijver. De zinnen van Carte Blanche zijn volledig functioneel, tot op het kille soms zelfs knullige aan toe. Natuurlijk is het thriller-genre niet ontstaan omdat lezers zo nodig prachtige volzinnen willen, maar een beetje thrillerfanaat met een handvol schrijvers in de boekenkast, merkt gauw dat Deaver geen uitschieter is. Ook van zijn personages in Carte Blanche valt meer te verwachten, vergeleken met recente thrillers. Deaver schenkt zelden een kijkje in de hoofden van zijn personages. Hoe ze intern reageren op situaties of op de vergelijkingen en connecties die ze trekken. Niet iedereen is hier even handig in, maar het maakt fictieve karakters veel menselijker en het is meer dan eens de sleutel tot het ontstaan van menig cultpersonage. Ironisch genoeg denkt Bond, volgens Deaver, nog het meest aan zijn diverse trainingsroutines en de spionagelessen van MI6. Was Bond niet juist iemand die weleens een regeltje of twee breekt? Hij denk het misschien niet in Carte Blanche, maar hij doet het wél.
Inwisselbare actieheld
Ondanks alles blijft Bond een icoon. Hij is charmant tegenover vrouwen en weet het verschil tussen een Côte de Beaune en een Côte de Nuits. Hij is gevaarlijk sterk en sluw in vuist- en vuurgevechten en neemt moeilijke beslissing kordaat, hoe emotioneel slopend die ook voor ieder ander zouden zijn.
De Bond in Carte Blanche heeft veel weg van Daniel Craig's vertolking van de geheim agent
Bond 2.0 lijkt inderdaad nog het meest op Daniel Craigs versie, maar dat is dan ook alles dat er over hem in dit nieuwe avontuur valt te vertellen. Hij is gefrustreerd wanneer hij z’n carte blanche moet inleveren voor beperkte bevoegdheden en een positie in een andere Britse veiligheidsdienst. Er zijn leuke zijsporen in de plot over een moeizame date met een medewerkster die net vrijgezel is geworden en Bonds eigen onderzoek naar de dood van zijn ouders. Maar het blijven slechts voetnoten in de algehele plot, waarin de spion een inwisselbare actieheld is, zoals er nog vele andere van zijn bedacht door mindere schrijvers als Clive Cussler. Deze reboot mist een Bond die verdergaat dan zijn veel populairdere versie op het doek. Het boek telt 400 pagina’s en daar hadden er gerust nog 100 bij gemogen, in ruil voor een iets persoonlijker kijkje achter Flemings spion. Niveautje Lisbeth Salander had niet gehoeven, maar kleine karakterfoutjes zoals die van Mikael Blomkvist hadden wel gekund, toch? Toevallig genoeg speelt Daniel Craig ook Blomkvist in de Hollywood-verfilming van The Girl With The Dragon Tattoo .
Conclusie
Carte Blanche is een prima vakantiethriller om bij weg te doezelen langs het zwembad. Maar de concurrentie in het genre is veel groter dan vijftig jaar geleden. Tegenover al die spannende avonturen en helden, steekt de grote James Bond toch wat bleekjes af als leidend personage.
Titel: | Carte Blanche | |
Genre: | Spionagethriller | |
Auteur: | Jeffery Deaver | |
Te koop: | 26 mei 2011 | |
Video: | Boektrailer |