"Montage maakt een film, en het karakter dat ik speel, staat los van deze structuur."
MovieSense-redacteur Angelo Perez Lebbink had een kort en krachtig onderhoud met acteur Vincent Cassel in hotel Amigo te Brussel. In Le Moine speelt Cassel Ambrosio, die als kind achtergelaten wordt aan de poorten van het klooster van de broeders Kapucijnen. Hij wordt door hen opgevoed en groeit uit tot één van de meeste bekende predikers van Spanje. Maar door de komst van een mysterieuze monnik genaamd Valerio (Déborah Francois) lijkt het pad van de zonde vrij om te betreden.
In Le Moine is het karakter dat je speelt getekend door zijn verleden. Allen is er in de film weinig aandacht voor zijn achtergrondverhaal. Hoe heb je jouw personage ingekleurd zodat het publiek Ambrosio begrijpt?
Ten eerste denk ik dat het niet mijn taak is om het publiek iets te laten begrijpen. Ik speel een karakter en hierbij werk ik vanuit een script. Ik ben in Le Moine in bijna elke scène in beeld, maar het klopt inderdaad dat mijn achtergrondverhaal op zijn minst complex is.
Acteur Vincent Cassel
Zo is de openingscène van de film er één waarin jij direct in close up tegen een donker belichte achtergrond de biecht aanhoort van een karakter dat zich heeft vergrepen aan zijn nichtje. Een scène die in het boek, waar de film op gebaseerd is, pas later plaats vindt. Hoe kijk je naar het verschil in ontwikkeling van jouw karakter in de film en in het boek?
In de film is veel afhankelijk van montage. In deze betreffende scène heb ik vooral moeite gehad met het opnieuw opnemen ervan. Dominik Moll (de regisseur) was niet tevreden over de belichting, waardoor de scène over moest. Ik hou daar niet van, omdat een scène het moment moet vangen. Ik werk zoals gezegd vanuit een scenario, en de ontwikkeling van mijn karakter staat los van hoe de regisseur in de montage de film structuur en ritme geeft. Ik kom op de set, draai mijn scène, en dan is het moment weg. Het maakt dus weinig uit of mijn karakter in deze scène de film opent of, zoals in het boek, later verschijnt. Bovendien denk ik dat de keuze om met deze scène de film te openen meer iets over de regie zegt, dan over de ontwikkeling van mijn karakter.
Ik vond de scène juist een voorbode vormen voor datgene wat komen gaat, en op basis daarvan vroeg ik mij af of jij tijdens je voorbereiding bijvoorbeeld wist of Dominik deze scène als opening ging gebruiken.
Het klopt inderdaad dat de inhoudelijke betekenis die je kunt toeschrijven aan de scène inderdaad een voorbode kan zijn, maar als ik een rol voorbereid, ben ik niet bezig waar welke scène in het verhaal, of binnen de montage van de film, geplaatst zal worden. Ik werk puur vanuit het script, verschijn op de set, speel mijn scène, en dan is het momentum verdwenen. Ik denk ook niet dat je in een scène je dialogen hoeft te onthouden, al is het natuurlijk wel belangrijk. Waar het om gaat is dat de atmosfeer op de set klopt. In de openingsscène waarin ik als Ambrosio de biecht afneem, klopt de set up. Het was alleen jammer dat we de scène opnieuw moesten draaien als gevolg van de belichting. Montage maakt een film, en het karakter dat ik speel, staat los van deze structuur.
Als je een top vijf van door jouw gespeelde personages mag noemen, welke zijn dit? En waarom?
Ten eerste Vinz ( La Haine ) omdat deze rol het feitelijk begin voor mij was en de film ook uitermate belangrijk was in Frankrijk op een maatschappelijk niveau. Ik moet ook zeggen dat ik Mesrine ( L'instinct de mort ) wil noemen. Onlangs draaide ik Notre jour viendra , waarin ik Patrick speel, een film van Romain Gavras. Deze regisseur gaat tot de top van het vak reiken, geloof mij. De ervaring met Jan Kounen tijdens Blueberry , waarin ik Mike Blueberry speel, is ook een rol die ik koester. Tot slot Paul ( Sur mès levres ) en Joseph ( Sheitan ).
In L'instinct de mort speel je een karakter dat aan de buitenkant zijn gevoel laat zien, terwijl je in Le Moine vanuit de binnenkant speelt door voornamelijk gebruik te maken van je gezicht en gebaren. Hoe zie jij het verschil tussen beide karakters?
Ik denk niet dat rollen die ik speel een verband met elkaar hebben. Wanneer ik een rol voorbereid, denk ik niet aan het verschil in of de relatie tot andere karakters die ik heb gespeeld. Natuurlijk is er een verschil tussen Mesrine en Ambrosio, maar Ambrosio is een rol die ik speel zoals Mesrine dat ook is.
Ik bedoel meer te zeggen dat je bekend staat om de uitzinnige rollen die je eerder speelde. Kirill uit Eastern Promises , Vinz uit La Haine , Mesrine uit L'instinct de mort . Vergeleken met hen is Ambrosio een vreemde eend in de bijt.
Weet je wat het is? Ik ben als mens expressief, aanwezig, en altijd uitzinnig in de zin dat ik niet ingetogen ben. Ik barst van de energie, en wellicht dat ik daarom meer rollen heb gespeeld die dichter bij mezelf liggen. Daarom is Ambrosio in Le Moine vanuit een binnenkant-perspectief anders, maar in feite blijf ik een acteur die een rol afzonderlijk, los van eerdere door mij gespeelde rollen, plaats.
Tot slot, in Birthday Girl speel je samen met Mathieu Kassovitch, die La Haine regisseerde. Er is één scène waarin je met hem het personage gespeeld door Ben Chaplin moet intimideren. Wat mij vooral opvalt is dat jullie als Russische gangsters enerzijds komisch en anderzijds bloedserieus moeten zijn. Hoe speelde je dit ambigue personage dat louter dialoog in het Russisch heeft?
Ik kan mij niet heel veel meer herinneren van de scène, maar wat ik wel weet is dat ik geen woord Russisch sprak, en dus heel erg speelde met gebaren, mimiek, en uiterlijk vertoon. In het verhaal heb ik voornamelijk dialoog in het Russisch, maar de komische noot tussen mij en Kassovitch is inderdaad vervlochten met ernst. We zijn daar in die huiskamer om het karakter van Ben Chaplin te intimideren. En dat is zowel komisch, door onze onderlinge relatie, alsook door de ernst. Maar wat ik mij er vooral van herinner is dat ik totaal geen Russisch kon spreken, ha ha!
De recensie van Le Moine kan je hier vinden .