Een wereldberoemd strijkkwartet komt in moeilijkheden, wanneer de oudste van het viertal parkinson krijgt.
InA Late Quartet, het speelfilmdebuut van de veertiger Yaron Zilberman, spelen gerenommeerde acteurs als Hoffman,Walken, Keener en de iets minder bekende Oekraiens-Israeische Mark Ivanir samen in een beroemd strijkkwartet. Er zijn meer films geweest die zich afspelen in de arena van de klassieke muziek, zoals die van Denis Dercourt, zelf ook musicus, die vooral bekend werd metLa Tourneuse de Pages. Zilberman is geen musicus, maar hij heeft er alles aan gedaan om een zo geloofwaardig mogelijk strijkkwartet (in de film hetNew York Fugue Strijkkwartet) neer te zetten. De acteurs hebben vier maanden les gehad om als musici die op hoog niveau een strijkinstrument bespelen te kunnen spelen. Iedere acteur had bovendien een stand-in, en dan waren er nog de camerawisselingen en de montage die van het geheel van vingergrepen, positiewisselingen en vibrato een geloofwaardig professioneel optreden maken. Tijdens de film vergeet je volkomen dat het veertiende strijkkwartet, opus 131, dat Beethoven in zijn laatste levensjaar (1826) componeerde, playback wordt gespeeld. Het strijkkwartet zal dit emotierijke muziekstuk spelen ter gelegenheid van zijn 25 jarig bestaan, een optreden waarvan het doorgaan steeds onzekerder wordt.
Heftige gevoelens
Ook de film gaat over intense gevoelens en net als Beethoven gaat regisseur Zilberman er heftig in. Na de eerste repetitie vertelt de cellist en oudste (Christopher Walken), dat hij de eerste symptomen van de ziekte van Parkinson heeft. Dat zet het voortbestaan van het kwartet op losse schroeven en het woelt gevoelens los die 25 jaar lang zijn onderdrukt ten faveure van een hoger ideaal. Muziek op topniveau vereist discipline, veel studie, intensieve repetities en optredens overal ter wereld. De schok moet verwerkt worden, het afscheid van de cellist voorbereid en een vervanger gezocht. De tweede violist (Philip Seymour Hoffman) maakt zijn wens kenbaar, dat hij ook wel eens eerste viool wil spelen. Wanneer zijn vrouw (Catherine Keeler), de altvioliste, laat doorschemeren, dat ze dit niet zo'n heel erg goed idee vindt, ontstaat er een huwelijkscrisis. En dan begint de eerste violist (Mark Ivanir), een controlfreak die niet durft te spelen zonder zijn partituur vol aantekeningen, ook nog eens een verhouding met de dochter van het echtpaar. Hij geeft het jonge meisje, dat door Imogen Poots met jeugdig elan gespeeld wordt, vioolles.
Verhaallijnen
Deze verhaallijntjes van creatieve rivaliteit, huwelijksstrubbelingen en seksuele spanningen zijn af en toe wel voorspelbaar en neigen soms iets te veel naar het melodramatische. Ze vormen ook niet altijd een hecht geheel met het verhaal van het strijkkwartet. De ontwikkelingen passen wel bij deze hoofdplot, maar ze zijn net iets te opzichtig geconstrueerd en krijgen wat te veel gewicht, waardoor de tragedie van de zieker wordende cellist een beetje op de achtergrond raakt. In het middengedeelte speelt vooral Hoffman een mooie rol. Hij ontroert wanneer hij een one-night-stand probeert af te poeieren en zijn vrouw ten tonele verschijnt. Met een enkele blik maakt hij duidelijk dat zijn wereld op dat moment geheel instort. Tegen het eind keren we terug naar het verhaal van het strijkkwartet en dan eist Christopher Walken met zijn kwetsbnare, tedere spel en zijn fragiele en ingetogen rol van de zieke cellist weer alle aandacht op.
Conclusie
De film is zeker interessant voor liefhebbers van klassieke muziek en geeft een kijkje in de dynamiek van een strijkkwartet, in de onderlinge relaties en het labiele evenwicht, Weggestopte gevoelens, wrevel, irritatie en jaloezie komen naar de oppervakte. Ze worden niet altijd evenwichtig uitgewerkt in de subverhalen, maar het acteerwerk maakt veel goed.