De meest gewaagde sequel aller tijden.
Het is altijd een uitdaging om een goed ontvangen film op te volgen met een minstens zo indrukwekkend vervolg. OmdatRaiders of the Lost Arkeen op zichzelf staand verhaal was, stond het de makers vrij om met de tweede Indiana Jones film een volledig nieuwe weg in te gaan. George Lucas ging aan de slag met het verhaal maar liet het scenario dit keer aan Willard Huyck en Gloria Katz, die voor hem eerder al het goed ontvangenAmerican Graffiti (ook met Harrison Ford) hadden geschreven. Doel was om een donkerder film met een echt duister verhaal neer te zetten. Kindslaafjes, offerrituelen en zelfs hartuittrekkingen werden in de film gestopt. Zijn al deze elementen zelfs voor Dokter Jones een stap te ver?
Toeval
De grap in deze film is eigenlijk dat Jones hier meer per ongeluk in een avontuur terecht komt. Dit in tegenstelling tot de eerdere film waar hij duidelijk met een missie op pad gestuurd wordt. De film begint met een muzikale opening waarin actrice Kate Kapshaw als Willie een Chinese variété versie opvoert vanAnything Goes, en daarmee ook Spielbergs lang gekoesterde wens om een musical te verfilmen vervult. De daar opvolgende subliem opgezette dansstrijd om een diamant leidt ertoe dat Indy en Willie samen ontsnappen in een vliegtuig dat later blijkt toe te behoren aan de slechterikken. Samen met Indy's nieuwe kleine hulpje Short Round weten ze op tijd uit het gesaboteerde vliegtuig te springen en komen midden in India terecht. In een arm dorpje blijken de lokale kinderen en rituele juwelen gestolen te zijn door een nieuwe lokale heerser wonend in het Pankot paleis. Daar treft Indy de schokkende waarheid achter de ontvoeringen aan.
Nieuwe Censuur
Temple of Doom verschilt duidelijk van zijn voorganger doordat het bij vlagen meer een horrorfilm is dan een avonturenfilm. Goed, de slijmerige en kruipende slangen en insecten zijn zo overdreven smerig dat het weer leuk is maar het ritueel waarbij een priester het hart uit een levend persoon trekt was zelfs voor de censuur te schokkend. Op aandringen van de makers van de film werd daarom besloten om tussen de PG en de R waardering (zeg maar 9+ en 16) een nieuwe categorie aan te brengen. Hiermee was PG 13 geboren. En daarmee was de toon gezet voor vele blockbusters die daarop volgden. Ondanks al die engigheid is de film nog steeds subliem in zijn gevoel voor avontuur. Zoals gezegd is de opening een kunstig werkje op zich maar de mijnwagentjes-achtervolging zorgt ervoor dat dit misschien wel de enige film is die het predikaat "achtbaanavontuur" daadwerkelijk verdient.
Exotisch
De exotische locaties en dieren worden ook humoristisch benut. Het diner in het paleis, waar smerig de meest walgelijke dierlijke maaltijden worden geserveerd, is en blijft een heerlijke scène waar je tussen het lachen door niet weet of je maar beter even een teiltje naast de bank moet neerzetten. Zangeres Willy is zo'n diva dat ze zelfs haar stinkende olifant met dure parfum probeert op te vrolijken. Haar hilarische gedrag is pure slapstick en de perfecte tegenpool van de avontuurlijke Indiana Jones. Dit alles wordt bijzonder mooi ondersteund door misschien wel de meest innovatieve score die John Williams ooit heeft gecomponeerd. Het gebruik van exotische instrumenten zoals de sitar en zijn sublieme percussiepartijen zijn een genot om naar te luisteren. De mars van de slavenkinderen is bijna net zo mooi en ontroerend als de Raiders mars. Dit is wederom een prachtig voorbeeld van hoe een filmscore het exotische karakter van een film versterkt.
Conclusie
Indiana Jones and the Temple of Doom is misschien wel de meest gewaagde sequel allertijden. Daardoor is de film met de jaren ook wat verguisd als het lelijke eendje in de reeks. Volstrekt onterecht. Doordat het verhaal en de sfeer net even buiten het comfortabele gebied van de avonturenfilm stapt, ontstaat een nog gewaagder resultaat dat herwaardering verdient en bij vlagen de andere films doet verbleken.