Vandaag twee zeer verschillende kanten van Rotterdam: van volkszanger tot visuele poëzie.
Het IFFR is stevig verankerd in de havenstad. Direct, rauw, internationaal, het slaat zowel op het festival als op de stad zelf. Dat hierdoor de stad ook inspirerend werkt op filmmakers, is al vaak genoeg gebleken. Vele iconen van de stad hebben hierdoor het witte doek gehaald. Alleen Lee Towers was nog niet eerder tot onderwerp van een film gemaakt. Tot nu toe dan. Op het IFFR gaatLee Towers: The Voice of Rotterdamgroot in première. Het is de nieuwe film van Hans Heijnen die eerder documentaires maakte over muzikale legendes als Johnny Hoes en Indo-rockbands. Als basis heeft hij het speciale en eenmalige Ahoy concert genomen dat Lee Towers op 1 november 2011 gaf, 11 jaar na zijn laatste grote Gala of the Year. Heijnen volgt Lee niet alleen bij de repetities in Ahoy, ook alles wat hij ernaast doet wordt genadeloos maar met respect gefilmd. Zo blijkt dat de contrasten voor optredens niet groter kunnen zijn. Zelfs voor een klein café of het Piratenfestivcal voelt hij zich niet te min, hij doet het allemaal met evenveel overgave. Net als het moppen tappen trouwens. Al merk je snel genoeg ook de routine hierin, als je dezelfde grap al vijf keer hebt gehoord. Maar het zijn vooral de gesprekken die Heijnen met Lee Towers heeft die zorgen voor wat verdieping. Over zijn jeugd, zijn vader en het ongekende positivisme dat hem op de been houdt, zelfs na een paar zwarte bladzijdes uit zijn leven. Verder is het qua opzet een behoorlijk traditionele film geworden die niet echt een toegevoegde waarde heeft voor het grote witte doek.
Het label traditioneel is zeker niet te plakken opToegetakeld door de liefdevan Ari Deelder. Inderdaad, de dochter van de Rotterdamse nachtburgemeester (zie hierboven). En dat is meteen te merken bij de stevige jazz soundtrack van de New Cool Collective. Verder is vader Deelder nog even te zien als cameo. De spraakwaterval heeft in die scène echter maar één woord: Hoi. Het verhaal laat zich simpel samenvatten. Een schrijver loopt tegen een writersblock aan, vindt een muze in de vorm van tramconductrice Sonja en krijgt hierdoor literaire inspiratie, tot het moment dat de muze er met iemand anders vandoor gaat. Maar de film zit veel creatiever in elkaar, om te beginnen al door het vele gebruik van animaties. Deze verbeelden de droomscènes van hoofdpersoon Arie (Raymond Thiry), de brodeloze schrijver. Het is een film geworden vol rauwe humor, Nederlands absurdisme en zeer Rotterda Ook het wide-screen filmformaal wordt optimaal benut door het mooie camerawerk. Ook de cast is over de hele linie sterk, met namen als Anna Hermanns, Raymonde de Kuijper en Leny Breederveld. Alleen na verloop van tijd slaat de langdradigheid wat toe, wat de spanning wat uit de film haalt. En de verwijzing naar Tramlijn Begeerte is wel erg overduidelijk met een letterlijke verwijzing.
Morgen maar weer de blik over de landsgrenzen richten!