MovieSense vroeg redacteur Dries Thomas om zijn film top 10 samen te stellen. Het leverde onderstaande lijst op, met films van de jaren '50 tot aan de eeuwwisseling.
Weinigen zullen het ontkennen: lijstjes samenstellen is een aartsmoeilijke taak. Je kan uit meer dan 100 jaar cinema geen 10 films kiezen zonder enkele meesterwerken over het hoofd te zien. Hieronder dus niet de 10 beste films ooit gemaakt, maar 10 films die mijn liefde voor film hebben aangewakkerd.
(1973) van regisseur Peter Yates, bekend van , heeft de allure van een documentaire. Op een bijna emotieloze wijze worden kleine misdadigers uit de arbeidersklasse van Boston gevolgd. De camera is er enkel om zaken vast te stellen, niet om ze te verklaren. Deze bikkelharde, maar bij momenten cynische film, is een unieke kijkervaring, met een schitterende Robert Mitchum als de ietwat simpele, afgeleefde kruimeldief die denkt anderen te slim af te zijn.
(1999) Als je de naam van regisseur Stanley Kubrick laat vallen, denk je meteen aan , of . Even vaak vergeet je waarschijnlijk , het seksueel-psychologische mysterie met Tom Cruise en Nicole Kidman dat destijds door heel wat critici de grond werd ingeboord. In mijn ogen een zwaar onderschatte film van Kubrick, die in 1999 nog voor de première overleed.
(1950) Een film noir die soms – volledig ten onrechte – gepromoot wordt als een Marilyn Monroe-film. De jonge actrice heeft weliswaar een bijrol in de film, maar het zijn karakteracteurs als Sterling Hayden, Sam Jaffe, James Whitmore en Louis Calhern die de show stelen. De misdaadfilm volgt gedetailleerd de voorbereiding en uitvoering van een juwelenroof. De naturalistische stijl van regisseur John Huston komt als een mokerslag aan bij de kijker.
(1963) Hier kon evengoed , , of staan. Paul Newman is in al deze films van een uitzonderlijk niveau. Maar wat zo speciaal maakt, is dat Newman hier zijn natuurlijke charme tegen zichzelf gebruikt. Zijn blauwe ogen en mooie glimlach die normaliter de kijker inpalmen, zijn nu de instrumenten van een arrogante, onberekenbare en zelfingenomen cowboy. Hij zit opgesloten in zijn leeg bestaan en leidt zowel zichzelf als zijn familieleden zonder het te beseffen naar de ondergang.
(1974) Zelden gebeurt het dat een filmmaker in één jaar twee keer hoge ogen gooit. Francis Ford Coppola slaagde er in 1974 in. Hij bracht dat jaar zijn fenomenale -sequel uit en veroverde in Cannes de Gouden Palm met , een thriller waarin Gene Hackman schittert als de nerveuze en introverte Harry Caul, een professionele afluisteraar. De film is een fantastische karakterstudie gecombineerd met een spannende plot en sterke bijrollen van onder meer John Cazale en Harrison Ford.
(1976) Deze satirische film beschikt over een schitterende cast met namen als Peter Finch, Faye Dunaway, Robert Duvall en William Holden, maar toch ligt de kracht van de film in de regie van Sidney Lumet en het scenario van Paddy Chayefsky. Een afstandelijke verteller leidt ons in en brengt ons achter de schermen van televisiezender UBS, een bureaucratisch doolhof waarin hoge kijkcijfers het enige doel zijn. Voor tv-anker Howard Beale het signaal om door te slaan en het begin van een uitzinnige, maar bij momenten ijzingwekkend realistische satire.
(1957) Geen enkele film kan beter als voorbeeld dienen als je wil aantonen wat de kracht van een goed scenario is. Het met ingenieus geformuleerde oneliners, kleine plottwisten en verraderlijke personages gevulde script wordt op geweldige wijze tot leven gebracht door regisseur Alexander Mackendrick. Burt Lancaster en Tony Curtis schitteren als J.J. Hunsecker en Sidney Falco, twee onuitstaanbare rotzakken die de kijker toch weten aan te trekken. De weg naar succes is in New York City een doodlopende straat.
(1974) Meer dan de eerste draagt dit tweede deel de stempel van Francis Ford Coppola. Doordat de nadruk op de vergelijking tussen vader en zoon ligt, is het resultaat een erg persoonlijke film, waarin meer elementen van Coppola dan van schrijver Mario Puzo zitten. De afwezigheid van Marlon Brando als Vito Corleone wordt meer dan voldoende gecompenseerd door een nog jonge Robert De Niro. Al Pacino zorgt bovendien voor misschien wel zijn beste acteerprestatie ooit. Hij is angstaanjagend als Michael Corleone, de machtige maffiabaas die als falende familieman meer schade aanricht dan ooit tevoren.
(1975) Je kent het verhaal en je weet hoe het afloopt. Het Watergate-schandaal betekende in de jaren 70 het einde van president Richard Nixon. Alan J. Pakula spitst zich in zijn film dan ook niet toe op het schandaal an sich, wel op de zoektocht naar informatie, de drang naar waarheid en het enthousiasme van twee jonge journalisten. Robert Redford en Dustin Hoffman zijn steengoed in deze schitterende paranoiathriller, waarin de regisseur meesterlijk met licht en duisternis speelt.
(1976) Robert De Niro blinkt uit als Travis Bickle, de einzelgänger die met zijn taxi slapeloze nachten tegemoet rijdt. De Vietnamveteraan overleeft op frisdrank en pornobioscopen en hoopt op een dag de stad te reinigen van al het vuil. Het camerawerk, de voice-over, de montage, de soundtrack van Bernard Hermann… elk filmtechnisch onderdeel is van een uitzonderlijk hoog niveau en draagt bij tot de paranoia van de protagonist. Travis is een tikkende tijdbom in Martin Scorseses intrigerend en historisch meesterwerk.