Arnon Grunberg en Paul Verhoeven over film

Artikelen
door Admin
zondag, 17 maart 2013 om 7:48
volgens verhoeven

Arnon Grunberg schrijft in de NRC en Vrij Nederland over film en Paul Verhoeven in de Volkskrant. Beiden bundelden hun essays, maar de verschillen zijn groot.

volgens verhoeven

Grunberg

Volgens Verhoeven (op stap door de filmgeschiedenis met Paul Verhoeven) kwam vorig jaar tijdens het Nederlands Film Festival uit. Grunberg publiceerde zijn bundel in februari j.l. onder de titelBuster Keaton lacht nooit, die verwijst naarDe troost van de slapstick uit 1998, waarin Keaton de held is. In zijn nu verschenen bundel, met opstellen uit de periode 1996 - 2010 plus een nieuw artikel over Sam Peckinpah'sStraw Dogs (1971), is dat regisseur Martin Scorsese. Grunberg besteedt vooral aandacht aan diensGangs of New York (2002),The Aviator (2004),The Last Temptation of Christ(1988) en de documentaireIl Mio Viaggio In Italia (1999). Hij noemt de laatste 'een pleidooi' waarin hij zijn liefde voor een aantal Italiaanse films verbeeldt, met name Fellini's vroege filmI vitteloni (1953). Opmerkelijk is wat Grunberg zegt ten aanzien van8 1/2 (1963), de laatste film die Scorsese behandelt: "Gelukkig onthoudt Scorsese zich van gezwam over camerastandpunten...". In zijn 24 teksten heeft Grunberg het zelden over cinematografie. Dat doet hij bijvoorbeeld wel, wanneer hij de close-up beschrijft van de eitjes in de pan, op het moment dat inThe Dreamers (2003) van Bertolucci twee van de drie jonge hoofdpersonages met elkaar naar bed gaan, terwijl de derde, de broer van het meisje, 'ietwat bezorgd' toekijkt.

Thematiek

De thematiek bij Bertolucci komt uitvoerig aan bod. Bij deze romantische filmer gaat het altijd om 'de mens die zichzelf verwezenlijkt en verliest in erotische escapades'. Aan de hand van(1976),(1973),(1990) en(2003) laat Grunberg de verstrengeling van revolutie en seks, politiek en perversie zien. Bij Bertolucci drukt zich "de wil van de geschiedenis (uit) in de buurt van het menselijk kruis". Wie van Grunbergiaanse aforismen en beschrijvingen houdt, kan zijn hart ophalen. Soms duurt het echter wel lang voor hij bij de film uitkomt waar het om gaat. In het artikel over(2004) waarin Ganz' vertolking van Hitler het eigenlijke onderwerp is, dwaalt Grunberg uitvoerig af naar zijwegen als de kunstopvattingen van de dictator. Interessant is ook zijn vergelijking vanvan Annie Proulx, zoals hij het gelezen heeft, en de filmische vertaling ervan door Ang Lee in 2002, die het accent iets meer van het individu naar de gemeenschap verschuift.

Personages

Grunberg vergelijkt soms twee hoofdfiguren, zoals de afluisteraar Harry Caul (Gene Hackman) in (1974 - behoort tot de toptien van de schrijver) en de foto-ontwikkelaar Sy Parrish (Robin Williams) in(2002). Beiden hadden niet moeten luisteren respectievelijk kijken naar wat ze hebben opgenomen of ontwikkeld. Regisseur Billy Wilder is ook een favoriet. Van hem bespreekt Grunberg(1950), missschien wel zijn' meest boosaardige' film, waarin hem vooral de figuur van de butler (Erich von Stroheim) interesseert, enwaarin juffrouw Kubelik (Shirley MacLaine) geneest van de liefde. En dan zijn er nog beschouwingen over(2004) en raciale cliches, over(2006) van Oliver Stone als logisch vervolg op zijn eerdere films, over het(2009) van David Lynch en nog zo het een en ander.

sunset20boulevard

Verhoeven

De artikelen van Verhoeven hebben iets van hoorcolleges, uitgeschreven door Rob van Scheers. Het zijn er 65, meer dan een jaar lang afgedrukt in de Volkskrant. Een paar weken geleden zijn beide heren een nieuwe serie gestart die opende met(2012) waarvoor Verhoeven als lid van de Academy had gestemd (als beste film). Ook de door hem besproken films zijn vooral van Amerikaanse makelij, met klassiekers van onder meer Hitchcock, Welles, Wilder, Coppola, Kubrick, Scorsese, Spielberg en Lean, maar ook van Fellini, Truffaut, Renoir, Antonioni, Bergman en andere grote Europese filmers. Als filmmaker besteedt Verhoeven veel aandacht aan cinematografische vondsten en hij vertelt met bravoure overvan zijn eigen films en de inspiratie die hij opdeed bij de grote klassiekers.

amour

Cinematografie

In zijn bespreking van8 1/2 (behoort tot zijn top vijf) vind je bij Verhoeven volop opmerkingen over camerastandpunten en andere filmische tekens. In deze film laat Fellini, zoals Renoir dat deed in La regle du jour(1939), Welles inTouch of Evil (1958) en Hitchcock inRope(1948), de camera op een gegeven moment doordraaien, een tijdrovende techniek die een heel precieze enscenering vereist. ZegBen Hur (1959) en je ziet de wagenrace voor je. Verhoeven noemt het 'een van de beslissende scenes uit de filmgeschiedenis'. Het was het werk van desecond unit en specialisten als Marton en Canutt met een voor onze tijd veel te dure en complexe scene met eencutting ratio van 263:1. Of neem de belichting in een film noir alsDouble Indemnity (1944). Verhoeven wijst op het werk van de schaduwen en de belichting via jaloezieen. InThe Shining(1980) volgen we de kleine Danny op zijn driewieler "met de vloeiende steadycam - destijds een technische noviteit - en zien het interieur op zijn ooghoogte". Een auditieve scene ook door het geluid van de wieltjes, afwisselend over linoleum en tapijt. Zonderspecial effects wordt zo een occulte wereld opgeroepen.

Filmtaal

Grunberg noemt zijn bundel een autobiografie, maar het is de vraag of je hem beter leert kennen door zijn filmbeschouwingen. Je krijgt in ieder geval een beeld van zijn filmsmaak en hij geeft door zijn uitwaaierende aanpak een interessante kijk op drijfveren van personages en de thematiek van fil

Verhoeven is veel directer en spreekt in filmtaal. Zijn boek bevat ook een lijst met vakjargon en velestllls uit door hem besproken fil Hij geeft niet zozeer zicht op film in relatie tot een zich ontwikkelende wereld, maar hij belicht vooral - soms op een anekdotische manier - de ontwikkeling van de filmtaal aan de hand van klassiekers van de laatste 80 jaar.

Delen met