MovieSense vroeg redacteur Wout van Arensbergen om zijn film top 10 samen te stellen. Dit is de lijst:
Een top 10 van films opstellen is natuurlijk een bijna onmogelijke opgave. Ik kan ook geen top 10 uit m'n muziekverzameling filteren. Simpelweg omdat mijn interesse en humeur iedere dag voor een ander favorietenlijstje zorgen. Maar goed, onderstaande titels behoren zeker tot mijn favorieten, wat betekent dat ik de nodige films door numerieke beperkingen buiten beschouwing heb gelaten. Bijvoorbeeld Pan's Labyrinth , de Coen broers en nog veel meer goeds horen er eigenlijk net zo goed tussen te staan...maar oké, mijn top 10 van vandaag...
(1999) Filosofisch verhaal over realiteit versus schijnwerkelijkheid…en dat met de expressieloze Keanu Reeves. Het verhaal is boeiend. Kies je voor de vervelende realiteit waarin je moet strijden voor je leven maar waar je dus wel echt lééft, of laat je je dan liever besodemieteren in een schijnwereld voorzien van alle gemakken maar die niet meer is dan een droom? Neo kiest het rode realiteitspilletje en bindt de strijd aan met de onderdrukkers. De film speelt steeds met deze twee werelden en zet je op het verkeerde been. Maar de film is vooral indrukwekkend door de special effects. Hoe vaak is het bullet-time concept na niet gebruikt? Het vertragen van tijd om bijvoorbeeld kogels te kunnen ontwijken, was een van de spectaculaire vindingen in dit sciencefiction avontuur. Erg goed. Misschien toch deel twee en drie een keer bekijken? Na zoveel jaar moet ik een avondje Keanu toch wel weer aankunnen?
(1988) Goed opgebouwd verhaal waarin haat en onbegrip van Zuiderlingen tegen de zwarte bevolking centraal staan. Waargebeurd en daardoor nog aangrijpender. In 1964 verdwijnen drie jonge mensenrechtenactivisten in het Mississippi-gebied waar de witte KKK puntmutsen regeren. De FBI start een grootscheeps onderzoek onder druk van politici die raciale gelijkheid wel de moeite waard vinden. FBI-agenten Gene Hackman en Willem Dafoe zijn niet elkaars type, maar moeten noodgedwongen samen aan de slag. Dafoe is vers van de pers en doet alles volgens de regels…en komt geen steek verder. Als kijker zit je handenwringend te wachten op het moment dat Hackman z’n onorthodoxe methodes op de Rednecks mag botvieren. De spanning tussen de twee karakters, het ogenschijnlijk slaperige stadje waarin zelfs kinderen geïndoctrineerd worden met haat alsof het een aflevering van Sesamstraat betreft en het realistische beeld dat regisseur Park van het racisme in zuidelijk Amerika in die jaren schetst, maken het een onvergetelijke film.
(1975) Behoort misschien niet tot de tien beste films ooit gemaakt, maar iets absurds als dit mag niet ontbreken in mijn overzicht. Al dekt ‘absurd’ de lading onvoldoende; Ridders ‘te paard’ maar dan zonder paard (‘You are just banging two coconuts together!’), moordlustig konijntje dat een regiment soldaten uitroeit en onstuitbare zwaardvechter die armen en benen verliest in duel en dan nog op z’n tegenstander probeert te bloeden…en dat zijn maar drie voorbeelden van het overschot aan hilarische bedenksels van John Cleese & co. Zelfs zonder stoned te zijn onnavolgbaar grappig.
(1994) Behoeft weinig toelichting. In beginsel lijkt een samenraapsel van losse verhaallijnen, maar uiteindelijk loopt alles dóór en komt alles bíj elkaar. De absurde dialogen over helemaal niks en de idiote vormen waarin geweld gegoten wordt, vormen na het uitkomen van de film een eigen, en helaas vaak en slecht geïmiteerde, stijl: Tarantinesque. Geniaal.
(1998) Fantastische rol van Edward Norton als neonazi die zich na z’n gevangenisstraf voor moord (gruwelijke scène met kaak en stoeprand, weet je nog?) bekeert en probeert z’n jonge broertje van hetzelfde extremistische pad af te houden. Aangezien iedereen in zijn voormalige circuit hem als grote held zag, gaat dit niet zonder slag of stoot. Film schakelt tussen zíjn tijd als haatzaaiende klootzak en het heden, en toont pakkend hoe diverse omstandigheden Norton zover kregen dat hij iedereen die niet-Arisch is, haatte…en hoe hij daar weer op terugkomt. Beangstigend realistisch.
(1972, 1974, 1990) Het maffia-epos dat alle andere overbodig maakt. We volgen de familie Corleone gedurende decennia. Strijd met andere maffiaclans, familieconflicten (en dat lossen zij toch iets anders op dan wij thuis), liefde en verraad. Dit klinkt als een soap, maar dan met acteurs, script en buitenscènes. Nou vooruit, maar dan wel een soap op Oscarniveau. Verantwoordelijk voor een paar legendarische scènes…iets met een ‘offer you cannot refuse’ en een paardenkop. O ja, mensen ‘doorzeven’ werd in naar een hoger niveau getild.
(1993) Schokkend, confronterend en ontroerend. De eerste keer dat ik zag, was, zoals voor zoveel ‘jongeren’, in de bioscoop in kader van het vak geschiedenis. De totale willekeur (nou ja, mensen met een gele ster kwamen er het minst goed vanaf, geloof ik) waarmee de Nazi’s mensen oppakten en het gemak waarmee iemand afgeschoten werd, bleven lang in m’n hoofd rondspoken. Je hebt op school geleerd dat er moordfabrieken bestonden, maar als je de gigantische, as uitbrakende schoorstenen in beeld krijgt, wordt de verschrikking toch net even realistischer. Onbegrijpelijk dat mensen mensen zo kunnen haten…of onbegrijpelijk dat iemand ze zover krijgt?
(2007) Slechts weinig films bezorgen me onrustige kriebels. Zo’n gevoel dat zegt dat ‘je van je luie reet moet komen’. is er zo een. Het verhaal van de dromerige Chris ‘Supertramp’ McCandless die het leventje dat zijn carrièregerichte ouders hebben uitgestippeld direct na z’n afstuderen vaarwel zegt om de wereld (nou ja, Amerika) te gaan beleven, maakte indruk. Niet alleen vanwege de drastische en onvoorwaardelijke manier waarop hij zijn nieuwe leven tegemoet treedt. Maar vooral omdat de film van Sean Penn gebaseerd is op feiten, eerder beschreven door journalist Jon Krakauer in het gelijknamige boek. Er was dus echt een Chris McCandless die al z’n geld en kostbaarheden weggaf, identiteitspapieren verbrandde en door Amerika naar Alaska trok. Dat gegeven, samen met de schitterende beelden, de mooie personages en de perfecte filmmuziek (nummers van Eddie Vedder bepalen mede toon en kleur van de film) zorgden ervoor dat ik buiten de bioscoopdeur al bijna m’n baas had verteld waar ze mijn baan kon steken…helaas nam ze niet op en had ik die maandagochtend gewoon weer de blues.
(1994) Staat niet voor niets op nummer 1 in De Lijst van de befaamde Internet Movie Database (IMDb.com). Mooi verhaal over sullige bankier Andy (Tim Robbins) die gearresteerd wordt voor moord op zijn vrouw en haar minnaar. In de beruchte Shawshank gevangenis in Maine ontmoet hij Red (Morgan Freeman). Andy blijft volhouden dat hij onschuldig is. Na verloop van tijd, en daar gaan wat gewelddadigheden aan vooraf, wordt hij vanwege z’n financiële tips populair onder het gevangenispersoneel, de gevangenen en bij de directeur. Door de vriendschap met Red lijkt Andy te berusten in zijn lot. Maar schijn bedriegt. Eigenlijk is het erg jammer dat deze geweldige film je maar één keer echt kan verrassen…maar dat doet hij wel erg goed. De film, gebaseerd op een verhaal van Stephen King, blijft ook met voorkennis een tweede en derde filmavond waard.
(2001, 2002, 2003) Ja, misschien is het niet eerlijk om de trilogie te nomineren. En ja, de films zijn onderling nogal verschillend. Maar ik maak geen onderscheid. Drie jaar op rij keek ik ernaar uit om met Kerst drie uur lang alles om me heen te vergeten en helemaal te verdwijnen in de fantastische wereld van Hobbits, Orcs en Elfen. Het verhaal van Tolkien is natuurlijk erg goed. Maar vooral de scènes van massale veldslagen en beeldschone (Nieuw-Zeeland is sindsdien nog meer dan ooit vaste prik voor backpackers) maar soms ook beangstigende landschappen zijn simpelweg overweldigend. Midden-aarde bestaat! Ik baal stiekem een beetje dat de prequel is uitgesteld tot eind 2012.