Homo's aller landen verenigt u!
In 1984 besluit de rechts-conservatieve regering-Thatcher een groot aantal mijnen te sluiten in heel Groot-Brittanië. De mijnen zijn voor veel mijnwerkers echter letterlijk van levensbelang, en zij gaan dan ook in staking tegen deze beslissing. Hierdoor worden ze de vijand van de maatschappelijke elite. De overheid sluit de stroom af in huizen van mijnwerkersfamilies, de politie pakt ze onrechtmatig op, en de pers schrijft leugens over hen. De enigen die op een zelfde manier behandeld worden, zijn homoseksuelen. Een groep jonge homo's besluit daarom de mijnwerkers te helpen. Ze richten de Lesbians & Gays Support the Miners (LGSM) 'beweging' op en zamelen geld in voor de mijnwerkers. De vakbonden weigeren echter hun geld aan te nemen, waarop de LGSM maar besluit om buiten de vakbonden om de mijnwerkers te helpen.
Mensenrechten
Prideis een hele warme en humane film. De samenwerking tussen de homo's en de mijnwerkers begint een beetje onwennig ("Ik dacht dat de 'L' in uw groepering stond voor Londen") , maar wanneer beide groepen elkaar beter leren kennen, zien ze dat ze te maken hebben met doodgewone mensen met doodgewone problemen. De film laat heel goed zien dat de strijd voor mensenrechten geen politieke kwestie zou moeten zijn, maar een kwestie van vriendelijkheid. Het is simpelweg prettiger voor iedereen om op een vriendelijke en leuke manier met elkaar om te gaan, dan om dat niet te doen. De scenes waarin we iederen gewoon plezier met elkaar zien maken, behoren dan ook tot de beste in de film, die hierdoor vaak ook ontzettend grappig is.
Links
Prideis echter geen a-politieke film. Dit is een van de meest linkse mainstream films van de afgelopen jaren. Het biedt volledige steun aan de mijnwerkers en hun socialistische lijfspreuken en het is oprecht boos over het onrecht dat hen, en de homoseksuelen, wordt aangedaan. Het wil die boosheid ook op de kijkers overbrengen en is daar behoorlijk succesvol in. Dat doet het vaak door goed gebruik te maken van stiltes, waardoor het de publiek bijna dwingt om wat ze net gehoord en gezien hebben goed op zich te laten inwerken. Regisseur Matthew Warchus maakt echter ook goed gebruik van muziek in dit opzicht. De indrukwekkendste scene in de film komt misschien wel wanneer een vrouwelijke mijnwerkster een feministisch arbeiderslied inzet en na een tijdje bijval krijgt van de gehele zaal. Het is interessant dat Pride,ondanks de onrecht die het toont, ook zeer liefdevol terugkijkt op 1984. Het presenteert deze tijd op nogal nostalgische wijze als een tijd waarin men nog oprecht geloofde dat de socialistische idealen de wereld ten positieve zouden veranderen, en bereid was om hier voor te strijden. En als een tijd waarin politiek betrokken entertainers, zoals Bronski Beat, oprecht streden voor verandering en daar ook voor konden zorgen. Of deze nostalgie terecht is kun je zeker betwijfelen. Voor de film zelf werkt het echter wel, al is het alleen maar vanwege de geweldige jaren 80 soundtrack.
Flauw
Het grootste minpunt vanPrideis echter dat de film zoveel aandacht heeft voor het grote geheel, dat het vergeet om de individuele personages op interessante wijze uit te werken. We leren ze eigenlijk amper kennen. In het geval van Mark (Ben Schnetzer), de leider van LGSM is dat nog te begrijpen. Hij wordt immers gepresenteerd als iemand die zijn persoonlijke leven opzij zet, ten behoeve van de strijd. Problematischer is de presentatie van Joe (George MacKay), die je de hoofdpersoon van de film zou kunnen noemen. Hij is een homo die nog bij zijn conservatieve ouders woont en niet uit de kast durft te komen. Zijn personage is zo clichématig uitgewerkt dat je feitelijk al na twee scenes kan voorspellen hoe zijn verhaallijn gaat verlopen. Dat geldt gelukkig wel een stuk minder voor het koppel Gethin (Andrew Scott) en Jonathan (Dominic West). Die laatste is ook gelijk het beste personage in de film. Aan de kant van de mijnwerkers zijn de personages zo mogelijk nog slechter uitgewerkt. De film bereikt zijn dieptepunt tijdens enkele ontzettend flauwe scenes waar de mijnwerkersvrouwen giechelend allerlei sekspeeltjes otdekken. Gelukkig worden enkele van de mijnwerkers wel gespeeld door acteurs als Bill Nighy en Imelda Staunton, die zelfs van de meest kartonnen personages geloofwaardige mensen weten te maken.
Conclusie
Pridegeeft een mooi beeld van zowel de homogemeenschap en de mijnwerkersgemeenschap in het Groot-Brittanie van Margaret Thatcher. Het is een leuke feel-good film die zeer goed laat zien welk onrecht deze groeperingen is aangedaan en hoe ze daar met succes en overtuiging tegen heben gevochten. Jammer alleen dat de personages zo saai zijn uitgewerkt.