Het hooggegrepen debuut van Matthijs van Heijningen Jr.
Klassieke horrorfilms krijgen tegenwoordig allemaal een 'upgrade'. Je kan er niet omheen en het is vooral hopen op een nieuwe aanpak, die zowel de fans als het nieuw te vergaren publiek weet te bekoren. Een lastige opgave, is al meermaals gebleken, want zelden weet een remake of prequel beide kampen te bekoren. Nu is het de beurt aan The Thing van John Carpenter, een film die op zich al een remake was van The Thing from Another World en die dit jaar, onder regie van de debuterende Nederlander Matthijs van Heijningen Jr, een prequel krijgt.
Prequel
Op Antarctica wordt een grote ontdekking gedaan: een Noors onderzoeksteam stuit op een groot ruimteschip en een nabijgelegen wezen, beiden meters onder het ijs. In het onderzoekskamp leidt deze ontdekking tot een confrontatie tussen de Amerikaanse studente Kate Lloyd (Mary Elizabeth Winstead) en de Noorse wetenschapper Dr. Sander Halvorson (Ulrich Thomsen). Terwijl Dr. Halvorson zich blijft richten op zijn onderzoek, gaat Kate samen met de helikopterpiloot Sam Carter (Joel Edgerton) op zoek naar de buitenaardse levensvorm, die inmiddels is ontsnapt uit de handen van de wetenschappers.
The Thing is in meerdere media bestempeld als remake. Feit is dat The Thing een prequel is, aangezien het het verhaal van de Noren, die we in de beginscène van The Thing uit 1982 zien, vertelt. Best een interessant uitgangspunt, want in Carpenters film wordt de spanning en suggestie hoog opgevoerd door in het begin te laten zien wat het ding over heeft gelaten van het Noorse kamp. Het schept tijdens het kijken vragen op en die geweldige opbouw was één van de drijvende krachten achter de versie van 1982. Van Heijningen's The Thing mist dat, maar heeft, net als Carpenters versie, wel bijvoorbeeld een claustrofobische setting, waar ontzettend veel mee gedaan kan worden.
Vergelijkingen
Het begin van The Thing is best aardig te noemen. De spanning wordt goed opgebouwd en het is fijn dat iedereen zijn eigen taal spreekt. Dit is cinematografisch gezien van nul belang, maar het maakt het geheel een stuk geloofwaardiger, wat weer bijdraagt aan de spanning. Maar zoals het een gegeven is dat we tegenwoordig met remakes en prequels te maken hebben, is het ook een gegeven dat er amper eentje uitspringt die in de schaduw van het origineel mag staan. Ook The Thing is uiteindelijk ten prooi gevallen aan de formule waaraan al deze nieuwe versies lijken te moeten voldoen, namelijk veel inspelen op het schrikeffect, helemaal niets aan de verbeelding overhouden en vooral kant- en klare, uitleggerige nonsens verkopen. The Thing springt nergens boven de middelmaat uit, weet geen moment de setting uit te buiten, voelt nergens claustrofobisch en is gedurende de gehele 103 minuten voorspelbaar.
Een mooi voorbeeld in het aantonen van het verschil tussen John Carpenters film en deze prequel is de ontdekking van het personage van Winstead op een gegeven moment van iets wat lijkt op een tand op de vloer van de badkamer. Ze kijkt ernaar, vraagt zich af wat het betekent en wanneer bij haar het lampje brandt, beweegt ze haar hand richting haar wang om duidelijk te maken aan het publiek dat het hier een tand betreft. Dit is iets wat nooit en te nimmer voor zou komen in de versie uit 1982, die nog rekening houdt met enige intelligentie bij het filmpubliek. De allerbeste vergelijking blijft echter de uitbeelding van Het Ding. Van Heijningen Jr. heeft in verschillende interviews te kennen gegeven dat hij een enorme fan is van het origineel, en vooral van de effecten van Rob Bottin. Het was de bedoeling om niet of nauwelijks met computer-effecten te gaan werken. De uiteindelijke overdaad aan slechte CGI stelt echter een groot vraagteken bij deze bedoeling. De film maakt op een gegeven moment de keuze om over te schakelen op een simpel kat- en muisspel, iets dat we al zo vaak hebben gezien in een horrorfilm. The Thing verandert in de tweede helft in makkelijk monstervermaak. Het ergste hebben de makers echter bewaard voor het eind, waarin geen spaan heel wordt gelaten van de mythe dat Het Ding ooit was en we getuige zijn van één van de slechtst geschreven eindes ooit.
Conclusie
Matthijs van Heijningen Jr's bedoelingen beloven ons nog een waardige prequel, maar uiteindelijk zitten we met niets meer dan de zoveelste middelmatige 're-imagining' van een klassieke horrorfilm. The Thing wordt compleet om zeep geholpen door een groot gebrek aan spanning, de drijfveer van het origineel van John Carpenter, en verzandt uiteindelijk in weinig meer dan een monsterfilm.