Soldaten die met drank hun stress-syndroom proberen weg te spoelen.
"Een oorlog kent geen soldaten die niet gewond zijn." Dit is het motto van een groep soldaten die elkaar hebben gevonden in hun afkeer van oorlog, nadat ze dit aan den lijve hebben ondervonden in Irak en Afghanistan. De documentaire Beer Is Cheaper Than Therapy zoekt de soldaten op om hun verhalen aan te horen waar de legerleiding zich voor afsluit.
Trauma's
De film speelt zich helemaal af in Killeen, Texas, waar Fort Hood is gevestigd, één van de grootste militaire bases van Amerika. De plaats draait op het leger, duizenden mensen verdienen hier hun brood. Vanuit Fort Hood zijn de afgelopen jaren talloze missies uitgestuurd naar plaatsen in Irak en Afghanistan. De banieren en posters die openlijk steun betuigen aan "our troops and heroes" hangen dan ook zo'n beetje aan elke gevel. Overal is het leger zichtbaar, in winkels, op straat en in bars. Militairen die vlak voor hun uitzending staan, verdrijven hun tijd met autoraces. Het enige wat niet zichtbaar is, zijn de trauma's en psychische problemen waar veel soldaten mee terugkomen. In Beer Is Cheaper Than Therapy worden door interviews deze verhalen naar boven gehaald.
De film speelt zich helemaal af in Killeen, Texas, waar Fort Hood is gevestigd, één van de grootste militaire bases van Amerika. De plaats draait op het leger, duizenden mensen verdienen hier hun brood. Vanuit Fort Hood zijn de afgelopen jaren talloze missies uitgestuurd naar plaatsen in Irak en Afghanistan. De banieren en posters die openlijk steun betuigen aan "our troops and heroes" hangen dan ook zo'n beetje aan elke gevel. Overal is het leger zichtbaar, in winkels, op straat en in bars. Militairen die vlak voor hun uitzending staan, verdrijven hun tijd met autoraces. Het enige wat niet zichtbaar is, zijn de trauma's en psychische problemen waar veel soldaten mee terugkomen. In Beer Is Cheaper Than Therapy worden door interviews deze verhalen naar boven gehaald.
Knullige vragen
De titel slaat op een bord bij een bar, want goede nazorg en begrip is er niet bij de legerleiding. De gevolgen zijn dat er veel rondlopen met hevige depressies en een post traumatische stress syndroom. De batterij pillen die sommigen hiervoor slikken, is indrukwekkend om te zien. Ook pleegt een toenemend aantal zelfmoord. Alleen op Fort Hood waren er dat vorig jaar al 19. Documentairemaakster Simone de Vries (in 2007 winnaar van een Gouden Kalf voor Touch me someplace I can feel , een documentaire over cartoonist en singer-songwriter John Callahan) volgt soldaten en hun familieleden in hun strijd om erkenning voor hun problemen. De gesprekken die ze voert, bevatten soms wat knullige of obligate vragen. De Vries is helaas niet één van de beste interviewers. Maar de antwoorden die ze krijgt, bevatten schrijnende antwoorden. Zo zegt een soldaat die net terug is: "Ik ben 22 jaar en heb zeker 30 mensen gedood. In Irak kreeg ik hiervoor een onderscheiding, hier thuis zou ik een seriemoordenaar zijn. Dat zijn moeilijke gedachten die door je hoofd gaan, als het ’s avonds donker wordt.”
De titel slaat op een bord bij een bar, want goede nazorg en begrip is er niet bij de legerleiding. De gevolgen zijn dat er veel rondlopen met hevige depressies en een post traumatische stress syndroom. De batterij pillen die sommigen hiervoor slikken, is indrukwekkend om te zien. Ook pleegt een toenemend aantal zelfmoord. Alleen op Fort Hood waren er dat vorig jaar al 19. Documentairemaakster Simone de Vries (in 2007 winnaar van een Gouden Kalf voor Touch me someplace I can feel , een documentaire over cartoonist en singer-songwriter John Callahan) volgt soldaten en hun familieleden in hun strijd om erkenning voor hun problemen. De gesprekken die ze voert, bevatten soms wat knullige of obligate vragen. De Vries is helaas niet één van de beste interviewers. Maar de antwoorden die ze krijgt, bevatten schrijnende antwoorden. Zo zegt een soldaat die net terug is: "Ik ben 22 jaar en heb zeker 30 mensen gedood. In Irak kreeg ik hiervoor een onderscheiding, hier thuis zou ik een seriemoordenaar zijn. Dat zijn moeilijke gedachten die door je hoofd gaan, als het ’s avonds donker wordt.”
De film werkt het sterkst als je de verhalen van de geïnterviewden hoort bij beelden van de plaatsen waar ze vaak komen; de tattoo-shop, de bars en de desolate straten van Killeen. De kille contrasten tussen de heroïek van het leger, de banieren en de holle retoriek tegenover de echte problemen, de angsten en verdriet pakken op zulke momenten het beste uit. Gelukkig zijn deze momenten talrijker dan de conventionele interviewvorm die soms wat ongemakkelijk overkomt.
Conclusie
Beer Is Cheaper Than Therapy laat zien dat het macho-laagje maar fragiel is in het Amerikaanse leger. De interviews zijn niet altijd even geslaagd, maar de verhalen die worden verteld tegen de achtergrond van een plaats die niet zonder een legerbasis kan, pakken erg goed uit. De schrijnende ervaringen en beelden blijven zo nog lang op het netvlies staan.
Beer Is Cheaper Than Therapy laat zien dat het macho-laagje maar fragiel is in het Amerikaanse leger. De interviews zijn niet altijd even geslaagd, maar de verhalen die worden verteld tegen de achtergrond van een plaats die niet zonder een legerbasis kan, pakken erg goed uit. De schrijnende ervaringen en beelden blijven zo nog lang op het netvlies staan.