Een licht verteerbare benadering van zware thematiek, met een prachtrol van Carice van Houten.
Onlangs werd bij mijn bezoek aan een Amsterdamse Art-house bioscoop de trailer van Komt een Vrouw bij de Dokter, naar het gelijknamige boek van schrijver Kluun, vertoond. Na deze snelle videoclip schamperde een bezoeker, net iets te luid: "Dat wordt dus niks", waarop nagenoeg de hele zaal in lachen uitbarstte. Enige scepsis is dan ook op z’n plaats. Een door critici verguisde bestseller, verfilmd door voormalig soap-ster, producent en regie-debutant Reinout Oerlemans.
Verhaallijn
Het verhaal is bij de meesten bekend. Stijn en Carmen (Barry Atsma en Carice van Houten), een hedonistisch stel in de jaren negentig, hebben alles en leven ‘als God in Amsterdam’. Ze zijn succesvol in de reclamebranche, zeer welgesteld en hebben een prachtig dochtertje. Stijn’s dwangmatige neiging tot vreemdgaan wordt hem vergeven door zijn vrouw, die dit beschouwt als een niet onoverkomelijke slechte eigenschap ‘vergelijkbaar met neuspeuteren’. Als bij Carmen borstkanker wordt geconstateerd, wordt de verhouding tussen het paar op scherp gezet. De film volgt het stel chronologisch in drie hoofdstukken, toegelicht door een voice-over van Stijn, vanaf het ontstaan van de liefde, het daarop volgende ziekteproces, tot het onvermijdelijke einde. Centraal staat de relatie tussen de hoofdpersonen die, als Stijn regelmatig vlucht naar wilde kunstenares Roos (Anna Drijver), uitmondt in een (door Carmen ongewenste) ménage à trois.
Reclamefilm
Geheel in lijn met het beroep van de hoofdpersoon, is Komt een Vrouw bij de Dokter een film met veel vaart. Snel schakelende scènes waarbij ziekenhuisbezoek - waarin het behandelstadium ‘Chemo’, ‘Bestraling’ met typografie wordt aangegeven - wordt afgewisseld met clubbezoek van Stijn, en vrijpartijen met Roos worden afgezet tegen een kotsende Carmen. Veel mooie hippe mensen, expliciete seks en stijlvol vormgegeven interieurs, auditief ondersteund door een obligate soundtrack van commercial-componisten Meirmans, Wiegel en Snitker (piano-thema met strijkers op de ‘gevoelige momenten’), afgewisseld met bekende klassieke werken om de liefde tussen Stijn en Roos te duiden en snoeiharde dance als Stijn gaat stappen. En uiteraard is de titel-song afkomstig van Kane-zanger Dinand Woesthoff, die immers ook zijn vrouw aan kanker heeft verloren. De film bevat meerdere cinematografische trucs, zoals de in volume afnemende dialogen en de focus op een ventilator tijdens een slecht nieuws gesprek. Weliswaar effect-bejag, maar het maakt de film ondanks het loodzware onderwerp wel toegankelijk.
Pareltje
Wat de film desondanks enige diepgang geeft en boeiend maakt, is het prachtige acteerwerk van Carice van Houten. Op naturelle wijze zet zij een door ziekte en verraad vernederde maar desalniettemin sterke vrouw neer. Daar waar Nederlandse acteurs doorgaans op emotionele momenten blijven steken in houterig uitgesproken ‘godverdomme’s’, blijft zij geloofwaardig en lijkt het merendeel geïmproviseerd. Een Gouden Kalf-waardige prestatie. Barry Atsma komt minder goed uit de verf en dan met name in het stille spel, waar hij maar over één gelaatsuitdrukking lijkt te beschikken, en door de wat knullig voorgelezen voice-over.
Sympathieke klootzak
De kernvraag die bij het boek ook al de gemoederen bezig hield, namelijk of vreemdgaan tijdens de ziekte van een partner begrijpelijk of juist ongeoorloofd is, wordt in de film beter uitgediept dan in het boek. Door het veelvuldig in beeld brengen van een ontredderde en twijfelende Stijn en het hierboven beschreven schakelen tussen beelden van liefde en van ziekte, heeft Oerlemans duidelijk zijn best gedaan de motieven van Stijn te belichten en van hem een sympathieke klootzak te maken. Dat maakt het eenvoudiger om je in te leven in de hoofdpersoon en hem niet louter te veroordelen, wat de film eveneens toegankelijk maakt.
Conclusie
Naast het feit dat de thematiek van de film uiteraard ontroerend is, waardoor hij al de moeite waard kan zijn om te gaan bekijken, is het een niet onverdienstelijk regie-debuut. Oerlemans speelt leentjebuur bij zijn voorgangers in het drama-genre door een aantal trucs te hanteren, maar dat lijkt niet onvergeeflijk bij een eerste speelfilm en het komt de toegankelijkheid van de film ten goede. Door de snelheid blijft de film echter wat oppervlakkig en wordt een aantal aspecten niet uitgediept, zoals de relatie tussen Stijn en Roos. Een art-house liefhebber zal daarom geen plezier beleven aan deze film maar het komt mij voor dat dat dan ook niet de doelgroep is, het grote publiek zal de film omarmen. En wat is Carice van Houten prachtig.