Quirky is leuk, maar als het verhaal nergens op slaat, red je het daar niet mee. Toch zit er mooi camerawerk, wat leuke grappen en goed acteerwerk in Gigantic .
Je kunt veel van Gigantic zeggen, maar het verhaal is allesbehalve standaard. Brian (Paul Dano, Little Miss Sunshine ) is een nakomertje uit een gezin dat zich vooral bezig houdt met het drinken van paddo-thee. Om rond te komen werkt hij in een matrassenspeciaalzaak. Niks bijzonders voor een ietwat mislukte jongen van 29 jaar. Toch gebeurt er wat moois; de verkoop van één bed aan Al Lolly (John Goodman, The Big Lebowski ) levert hem niet alleen 700 dollar op; als het geheel betaald moet worden, loopt hij Als dochter Harriet ‘Happy’ Lolly (Zooey Deschanel, (500) Days Of Summer ) tegen het lijf. Haar naam is allesbehalve het raarst aan haar en de film, maar er bloeit iets op tussen Brian en Happy. Zomaar ineens, eigenlijk zonder reden.
Allemaal géén reden
Ondertussen zit er continu een zwerver (Zach Galifianakis, The Hangover ) op de hielen van Brian die hem regelmatig in elkaar beukt of zelfs neerschiet, is zijn beste vriend alleen maar aan het werk in een troosteloos, met albinoratten gevuld lab, zwemt de omvangrijke vader van Happy in het geld en is Happy behoorlijk... unhappy. Tussen neus en lippen door jaagt Brian zijn grote droom achterna en dat is (ja, het kan gekker) het adopteren van een Chinese baby. Dat is het verhaal van Gigantic en dat heeft allemaal géén reden.
Quirky, maar niet zoals het moet
Dat is waar het meteen misgaat. Het verhaal hangt teveel van toevalligheden, onverklaarbare situaties en ongeloofwaardigheden aan elkaar… op het irritante af. Elk personage heeft wel een gekke naam, is zo vaag dat zo iemand nooit kan bestaan, doet precies het tegenovergestelde van wat je verwacht of zegt zo iets belachelijks dat je afhaakt. Het lijkt alsof de makers de hele tijd met het idee van ‘kijk ze eens lekker gek doen’ in hun hoofd zaten. Met een ander woord; quirky, maar niet zoals het moet. Hierdoor krijgen het verhaal of de personages geen enkele diepte.
Jammer
En dat is jammer, want op het acteer- of camerawerk is weinig aan te merken. Alle hoofdrollen worden vertolkt door acteurs die zich inmiddels wel bewezen hebben. Paul Dano lijkt het dromerige, sukkelige uit Little Miss Sunshine te hebben vastgehouden, Zooey Deschanel speelt – as always – een vreemd, maar charmant, bloedmooi, grootogig meisje (hoewel ze hier met haar pinguïnloopje iets té vreemd wordt) en John Goodman is een groot acteur, Gigantic in elk opzicht.
Het decor is New York en dat is goed gekozen. De onafgewerkte, maar daardoor enorm hippe appartementen en locaties sluiten naadloos aan op het indie-gevoel dat Gigantic wil uitstralen. Als dat dan ook nog scherp en speels in beeld is gebracht, dan is daar gewoon weinig op aan te merken. Punt. Matt Aselton heeft dat allemaal in zijn regiedebuut goed voor elkaar.
Aselton is geen verhalenverteller
Regie is alleen niet het enige waar Aselton zich mee bezig heeft gehouden, hij is ook (samen met Adam Nagata, dat wel) verantwoordelijk voor het script van Gigantic , het punt waar het dus misgaat. Laat er geen misverstand over bestaan: het camerawerk is prima, de grappen zijn vaak grappig en het acteerwerk staat, maar Aselton is geen verhalenverteller. Hij is wèl iemand die een verhaal goed in beeld kan brengen. Gigantic bewijst dat dat beter niet zijn eígen verhaal kan zijn..
Conclusie
'But nothing ’s normal' is een citaat uit de concluderende scène van Gigantic en dat nam schrijver/regisseur Matt Aselton wel heel letterlijk. Technisch is het allemaal dik voor elkaar, maar het verhaal hangt van zulke toevalligheden, abnormaliteiten en onverklaarbare dingen aan elkaar dat het leuk doen om het leuk doen is. Wil je een quirky film zien, houd het dan bij Juno of Little Miss Sunshine of misschien wel de volgende film van Aselton die hij niet zelf geschreven heeft. Dit is het bewijs dat een goede film staat of valt met een goed verhaal of idee erachter.