Top 10 boekverfilmingen

Top 10
door Admin
dinsdag, 24 mei 2011 om 12:00
godfather
Geen inspiratiebron zo rijk als het boek. MovieSense stelde een lijst met de tien beste en meest opzienbarendste boekverfilmingen samen.
Een lijst samenstellen met de tien beste boekverfilmingen? Eigenlijk is het onbegonnen werk. Het boek is immers één van de meest dankbare bronnen om een film op te baseren. Niet gek dus, dat er door de jaren heen duizenden rolprenten zijn gebaseerd op hun al dan niet gelijknamige geschreven bron. Hierbij dan ook geen dappere poging de tien beste daar uit te filteren, maar een lijst met persoonlijke favorieten die opzienbarend, slecht, komisch, eng of spectaculair genoeg zijn om in een Top 10 als deze een plaatsje te mogen hebben. Genoemd zijn de films, met daarachter de schrijver en de eventuele alternatieve titel.
Steven Spielberg had het druk rond 1993. Niet alleen zou het zwartwit geschoten en veelbesproken Holocaust drama in premiere gaan, het was tevens het jaar dat een heel ander soort film van zijn hand in de cinemazalen verscheen. Een film over dinosaurussen nog wel. Inspiratiebron was het tamelijk dunne boekje van schrijver Michael Crichton over een rijke zakenman die het voor elkaar heeft gekregen dinosaurussen te klonen, om deze vervolgens in een pretpark ter bezichtiging te stellen. Een proefrondje door het park, onder leiding van Sam Neill als paleontoloog Alan Grant, resulteert - uiteraard - in een grote chaos, waarbij een mooie hoofdrol is weggelegd voor de T-Rex. Een baanbrekende film, omdat Spielberg en zijn team het gebruik van CGI ( ) op een overdonderende manier naar een hoger plan tilde. De animaties van de dino's zijn zó levensecht dat het zelfs anno 2011 moeilijk voor te stellen is dat de film alweer achttien jaar oud is. Een monsterhit voor Spielberg en een nog groter succes aan de winkelkassa's, waar de 'JP-merchandise' niet aan te slepen was.
boek 10
Hem viel dan net niet de eer ten deel om naar huis te mogen met een gouden beeldje, Russell Crowe deed wel degelijk vriend en vijand versteld staan met zijn sterke vertolking van de geniale, maar geesteszieke wiskundige John Nash in uit 2001. Regisseur Ron Howard baseerde zich op de biografie over John Nash geschreven door de econoom Sylvia Nasar uit 1994. Hoewel ondergetekende het boek nooit gelezen heeft, is de kijkervaring van de verfilming ervan één om nooit te vergeten. Een slimme vertelstructuur, uitstekend acteerwerk en een prachtig sfeervolle cinematografie resulteren in een confronterende kijk in de wereld van schizofrenie.
boek 9
Met stip het engste boek op de lijst voor Nederlands op de middelbare school. Het verhaal over een jong stel dat op vakantie gaat in Frankrijk en waarbij het meisje op een tankstation spoorloos verdwijnt, werd in 1988 verfilmd door George Sluizer. Het mooie, en daarom juist angstaanjagende, van de Nederlandse verfilming is de nauwgezetheid waarmee Sluizer aan het bronmateriaal vasthoudt. Inclusief een einde dus, dat zowel bij lezers van het boek als bij kijkers van de film nog in het geheugen gegrift zal staan. De Hollywood-remake van dezelfde regisseur, met Jeff Bridges en Kiefer Sutherland in de hoofdrol, uit 1993, was niet eens zo onaardig, maar mist nu juist dat einde. Een finale waarin filmhorror in zijn puurste vorm getoond wordt, omdat het zo inspeelt op de basale angsten in ieder van ons, mag gewoonweg niet veranderd worden. Dat de Nederlandse cinema zich daar beter voor leent dan de Amerikaanse bewijst deze remake en dat is best een Top 10-notering waard.
boek 8
Voor sommige boeken is er slechts één persoon in de wereld geschikt zich eraan te wagen. In het geval van de verknipte en hallucinerende zielenroerselen van William S. Burroughs is die gevonden in de persoon van regisseur David Cronenberg. (1991) vertelt het verhaal van William Lee, die in opdracht van een nogal vreemde politiemacht zijn vrouw vermoordt en vervolgens terechtkomt in een wereld die hier moeilijk in woorden te vangen is. Klinkt wazig? Kan kloppen, want het gelijknamige boek van Burroughs ís ook wazig. Dat het gedeeltelijk autobiografisch is, is des te schrijnender, omdat de schrijver - die zijn levenswandel veelal onder invloed van hallucinerende middelen doorbracht - zijn vrouw ook werkelijk doodde, toen hij boogschutter Wilhelm Tell wilde nadoen. De absurdistische maatschappijblik en het vakmanschap van Cronenberg bleken bij uitstek geschikt om het samenraapsel van verwarde ideeën dat feitelijk is om te smeden tot een relatief samenhangende film met een leuke hoofdrol voor Peter " " Weller.
boek 7
O'Brien staat niet bekend als een productieve auteur. Kan ook niet meer, want hij maakte, vlak nadat bekend werd dat zijn enige boek, , zou worden verfilmd, een einde zijn leven. Een treurig gegeven, want laat de protagonist in zijn verhaal nu net een mislukte scenarioschrijver zijn die zijn baan en gezin verliest en besluit zich letterlijk dood te drinken in Las Vegas. Mike Figgis was degene die het boek koos als bronmateriaal voor een film en liet Nicholas Cage in een geweldige (zo niet zijn beste) hoofdrol opdraven. We zien Cage al zwalkend door de helverlichte straten van Vegas zijn eigen fatalisme met iedere slok whiskey een handje helpen. In die onvermijdelijke neerwaartse spiraal leert hij de eveneens ongelukkige prostituee Sera ( Elisabeth Shue's beste rol) kennen. Hoewel beide in elkaars lot berusten en het onvermijdelijke, onder begeleiding van Sting's rokerige jazz-score, zienderogen dichterbij komt, ontstaat er een liefde tussen de hoofdpersonen die prachtig is, maar tegelijkertijd ook zo deprimerend. Een sublieme filmische paradox, waar de schrijver zijn hoed voor zou afnemen.
boek 6
Francis Ford Coppola's Vietnam-film is geen directe adaptatie van Conrad's boek over een kapitein die stroomopwaarts de nog onontdekte stukken Afrika afstruint, op zoek naar de geheimzinnige Kurz die in het hart van het donkere continent - - huist. Het is wel een parabel daarop, waarbij Afrika plaats heeft gemaakt voor Vietnam en Kurtz (gespeeld door een corpulente Marlon Brando) een geschifte kolonel is die in hartje jungle een eigen nederzetting met harde hand leidt. Martin Sheen speelt kapitein Willard, die naar hem op zoek gaat. De film is niet alleen een metafoor op het originele boek, maar ook op de weg die een mens in zichzelf kan afleggen van beschaafd naar normloos en barbaars. Prachtig gedaan, maar niet van harte. Het uiterst moeizame proces tot de totstandkoming van de film is minstens even beroemd als het werk zelf. Die uitputtingsslag is door Coppola's vrouw vastgelegd in de documentaire
boek 5
Degene die het waagde het onfilmbaar geachte epos van Tolkien toch te verfilmen moet erg dapper zijn geweest en van goede huize zijn gekomen. Ralph Bakshi toonde zich in 1978 absoluut een dapper man, maar faalde jammerlijk in zijn animatieadaptatie van het boek over de avonturen van Hobbit Frodo en kompanen. Lange tijd waagde niemand zich daarna aan het fantasieverhaal, tot daar in 1998 in één keer ene Peter Jackson zich aandiende. De sympathieke Nieuw-Zeelander was tot dan toe vooral bekend van obscure, maar oh zo vermakelijke pulp als en , maar bood zich vol overtuiging aan om het immense project op zich te nemen. In eerste instantie zou het een tweeluik worden (en dat stootte risicoberekende geldschieters al tegen de borst), maar dat werd een trilogie. De rest is geschiedenis; Jackson kreeg de zaak rond en maakte met behulp van acteurs Viggo Mortenson, Ilijah Wood en Ian McKellen, een hele hoop Orc-figuranten en nog meer knappe koppen op de special effects-afdeling één van de meest geslaagde, indrukwekkende en vooral lange boekverfilmingen allertijden. Het -tweeluik is in aantocht, maar het is de vraag of Jackson ooit nog zijn eigen gelegde lat weet te evenaren.
boek 4
Deze film behoeft eigenlijk helemaal geen uitleg meer. Puzo's romannetje was vermakelijk, maar dat het de blauwdruk vormde voor een zoveel malen betere film kon niemand gedacht hebben. is zoveel meer dan enkel een gouden interpretatie van een bekwaam regisseur, het is een film die het beeld van de georganiseerde misdaad voorgoed veranderde, het vormde de springplank in de carrière van één van Hollywoods grootste acteurs (Al Pacino) en toonde tegelijk hoe het welhaast perfect samengaan van verhaal, cinematografie en een subliem vakmanschap van cast en crew resulteert in een drie uur durend kunstwerk. Typisch gevalletje van: vergeet het boek, kijk de film.
boek 3
Zo'n gevalletje is nu juist niet. Op zichzelf bekeken is het lezen van het boek van Brett Easton Ellis een vele malen intensere ervaring dan het kijken van de film. Het bronmateriaal parodieert op een scherpe en uiterst humoristische wijze de New Yorkse yuppencultuur van de jaren tachtig, maar neemt de lezer tegelijkertijd op een ongekend stuitende wijze mee in het geschifte brein van iemand die uit diezelfde cultuur is voortgekomen: een nachtelijke seriemoordenaar, die overdag succesvol zaken doet op Wall Street. Die hoofdpersoon wordt in de verfilming van Mary Harron vertolkt door de tot dan toe redelijk onbekende Christian Bale. De film excelleert nergens, maar is absoluut onderhoudend. Wat ook gezegd kan worden van Bale - hoewel zijn acteerprestaties vrijwel altijd van een hoog niveau zijn. Wat Harron wél doet, is bij het verfilmen van het boek het kernaspect daarvan (expliciet, gedetailleerd geweld) juist achterwege laten, en toch eenzelfde effect sorteren. Waar boeken dikwijls de fantasie van de lezer prikkelen door bepaalde zaken, zoals geweld, tot de verbeelding over te laten, doet Bret Easton Ellis dit niet en beschrijft alles tot in den treuren. Harron zag haar kans schoon en speelde op een interessante wijze met die eeuwige tweestrijd tussen boek- en filmliefhebbers: de film verpest nu eens niet die altijd zo zorgvuldig eigen geconstrueerde wereld van de lezer, maar daagt hem uit die te herzien.
boek 2
Een beetje filmliefhebber zal het verhaal van het ontstaan van Stanley Kubrick's verfilming van wel kennen. Het gelijknamige boek van Stephen King diende in dit geval slechts als kapstok voor een heel eigen invulling van het verhaal en daar was de schrijvende meester niet gelukkig mee. Dan was er nog het verstikkende perfectionisme waarmee Kubrick tot het eindproduct wilde komen. Zo schijnt hoofdrolspeelster Shelley Duvall door Kubrick te zijn gedwongen tot 127 takes van één en dezelfde scene. Een opoffering die de moeite waard was; is een kunststukje geworden, die gebruik maakt van King's prima neus voor sfeer en locatie en tegelijkertijd toont hoe de juiste regisseur invulling kan geven aan de vele hiaten in het oorspronkelijke verhaal. King gaf (ongewild) de voorzet en Kubrick schoot hem er met souplesse in. Het verhaal over Jack Torrance, schrijver met een alcoholprobleem, die met zijn vrouw en helderziende kind een winter als concierge doorbrengt in een hotel in de bergen, sleurt de kijker onder begeleiding van een beklemmende soundtrack en paranoïde cameravoering mee naar een spannende climax. Sfeer, Jack Nicholson en een bijl. Dan eindig je natuurlijk op 1.
boek 1
Welke films zijn volgens jullie gigantisch over het hoofd gezien of juist overschat in deze lijst terecht gekomen?
Delen met