Bryan Singer’s nieuwste X-men film heeft zijn gebreken, maar is bovenal aangenaam comic vertier.
Het is alweer veertien jaar geleden dat de eerste Bryan Singer film van de X-Men franchise verscheen, drie jaar later opgevolgd door de tot nog toe beste uit de serie,X2. Helaas maakte Bryan Singer de trilogie niet af, waarop er een uiterst teleurstellende finale volgde. Ondanks datThe Last Stand behoort tot één van de slechtste delen uit de reeks, wist het ook de succesvolste omzet van de franchise te behalen, maar eventuele vervolgfilms werden sindsdien steeds minder zeker. Al helemaal niet toen de teleurstellende stand-alone film van Wolverine uitkwam. Toch volgde er een degelijk vervolg enX-Men: First Classbewees nogmaals dat mutantenhelden steeds niet weg te slaan zijn op het witte doek. Nu Bryan Singer terug is, herenigt hij de oude helden met de nieuwe generatie.
Tijdloos spektakel
De film opent met een glimp in een apocalyptische toekomst waarin professor Xavier (Patrick Stewart) ons vertelt dat de meeste mutanten uitgeroeid zijn door Sentinels. Deze robotachtige wezens zijn gecreëerd door Dr. Bolivar Trask, gespeeld door de Lannisterlilliputter uit The Game of Thrones, Peter Dinklage. Om deze toekomstige genocide te voorkomen, sturen ze de vergrijsde Wolverine naar de jaren ´70, waarin hij McAvoy/prof. X en Fassbender/Magneto moet overtuigen dat ze Mystique (Jennifer Lawrence) moeten stoppen om haar voor een ernstige fout te behoeden, die Trask de laatste sleutel geeft tot de massaproductie van zijn moordmachines. Hoewel ogenschijnlijk een bad-guy naar voren treedt, is het opnieuw Magneto die zijn verbolgenheid naar de mensheid niet opzij kan schuiven en voor de climax moet zorgen. Laatstgenoemde is niets minder dan spectaculair, maar los van het enorme vliegende stadion doet het je denken aan de bank-stand-off uit X-men (2000) en aan de climax van First Class .
Puberaal spelletje
Niet alleen dit, maar veel ideeën en verhaallijnen van de oudere franchisefilms maken een rentree. De kleine metalen bolletjes die Magneto gebruikt om een aantal bewakers uit te schakelen of een plastic gevangenis waarin hij wordt vastgehouden, zijn de twee grotere voorbeelden uit een lange reeks. Dit zorgt meteen voor de juiste setting om ook een aantal nieuwe vondsten aan de man te brengen, zoals Peter aka Quicksilver. Evan Peters ( American Horror Story , Kick-Ass ) zet deze flamboyante puber geweldig neer en steelt daarbij stiekem de beste scène uit de film: een Clockstoppers -momentje waarin het van Quicksilver´s perspectief lijkt alsof de tijd stilstaat en hij op een grappige wijze een aantal bewakers binnen een halve seconde real-time uitschakelt. Met dit gegeven is het metaforische wedstrijdje verplassen tussen The Avengers ´ en X-Men s Quicksilver officieel begonnen.
Toekomstvisie
Deze scène komt al vrij vroeg in de film en smaakt naar meer. Het is dan ook teleurstellend dat hij er zo snel uit is geschreven en je tot 2016 moet wachten op X-Men: Apocalypse om meer van hem te zien. Vanaf dat punt zakt de film ook redelijk in door de afwezigheid van actiescènes, wat ruimte creëert voor extra karakterverdieping. Daarbij schakelt Bryan Singer ook wat vaker naar de toekomst. Veel van deze scènes zijn over het algemeen aardig, zoals het moment dat de jonge en de oude Xavier op miraculeuze wijze met elkaar contact leggen, maar voelen ook logischerwijs gedwongen, zodat het tijdreizenelement en de oudere X-men niet verwateren of te ver van elkaar af komen te staan. Echter voelen deze pogingen vaak vreemd en verwarrend aan, waarbij je niet het idee hebt dat deze twee delen in harmonie zijn.
Conclusie
Hoe dan ook laat Bryan Singer je met de nieuwe X-Men film een leuke avond beleven. Zijn welbekende kunde op CGI en actiegebied zit opnieuw meer dan goed en er komen uit onverwachte hoeken goede grappen tot stand. Daartegenover staat wel dat het plot zijn gebreken laat zien, maar dit is voor elke superhelden-fanaat meer dan te behappen, omdat Bryan Singer over de gehele film een lekker tempo hanteert en het ambitieuze project om beide generaties bij elkaar te brengen door middel van tijdreizen overzichtelijk heeft gehouden. X-Men: Days of Future Past is daarmee geslaagd, maar schaart zich qua niveau achter X2 , de eerste X-men en Matthew Vaughn's reboot.