De wet van de remmende voorsprong - op setbezoek bij Razend

Interviews
donderdag, 16 juni 2011 om 21:00
setbezoek razend rfotografie rrijntjes 14

MovieSense op setbezoek bij Razend , de nieuwe film van Dave Schram.

'Staan die prullenbakken niet in beeld? Oké jongens, ga maar gauw, we gaan draaien want het gaat zo regenen' . Regisseur Dave Schram, die in 1987 samen met zijn vrouw Maria Peters en met Hans Pos de productiemaatschappij Shooting Star Filmcompany oprichtte, werkt vandaag aan opnames voor zijn nieuwe film Razend , naar een boek van Carry Slee. Schram regisseerde eerder de Carry Slee-boekverfilmingen Timboektoe (2007), Radeloos (2008), en Lover of Loser (2009). MovieSense is op setbezoek bij de filmopnames van Razend .

Razend vertelt het verhaal van Sven (Ko Zandvliet) die niet erg gelukkig is thuis. Zijn vader drinkt en geeft hem regelmatig een pak slaag. Sven vlucht in het filmen en wil regisseur worden. Niemand mag echter weten dat hij thuis wordt geslagen, zelfs Roosmarijn, op wie hij verliefd is, niet. Roosmarijn wordt gespeeld door Abbey Hoes, bekend als de zus van Tirza (Sylvia Hoeks) uit de gelijknamige film. Thijs Römer speelt als leraar Bob iemand die zich probeert te verplaatsten in het denken en de leefwereld van de jongeren.

Het schoolplein van het Zaanlands Lyceum ziet er kaal uit. De wind blaast door de groene bladeren van de bomen. De crew wacht. Dave Schram staat naast de camera en roept: 'Actie!' Roosmarijn (Hoes) rent de school uit naar haar fiets, hemelsbreed een meter of dertig. Wanneer zij haar fiets uit het rek pakt, komt leraar Bob (Römer) haar achterna rennen. De blik op het gezicht van Roosmarijn staat op de bewolkt en buiten is het niet veel beter. Wanneer leraar Bob haar niet achterna gaat en voor het fietsenrek tot stilstand komt, roept hij haar na: 'Roos, Roos, Roos, Roos'. Dave Schram stopt de opname en loopt naar Römer. 'Probeer iets later naar buiten te komen'. Het shot wordt andermaal gedraaid.

Dave Schram zit als regisseur dicht op de huid van zijn acteurs. Hij neemt niet plaats achter een monitor, maar staat naast de camera. 'Maria [Peters] kijkt heel erg op details in beeld, en wat er naast de acteurs gebeurt. Ik merk dat ik graag dicht bij de acteurs wil zijn omdat ik dan vlak voor de opnames nog iets tegen hen kan zeggen. Soms geef je aan acteurs zoveel informatie, bijvoorbeeld 'kun je een stapje eerder daar zijn?', 'kun je iets meer zo draaien dat we je over-the-shoulder hebben?', 'kun je die zin tien, twintig procent harder zeggen?'. Als je dan naast de camera staat, kun je extra de nadruk leggen op aspecten die bij de repetitie zijn vergeten. En dit helpt heel erg omdat de interactie tussen mij en de acteurs een band creeërt.

Regisseur Dave Schram

Schram is op een draaidag als deze uiterst relaxed, en enthousiast. Een relatief kleine crew, ik schat een man of vijftien, is druk bezig een nieuw camerastandpunt op te bouwen. Een mooie gelegenheid om de regisseur wat vragen te stellen over zijn nieuwe film.

Waarom kies je ervoor een boekverfilming als project te nemen?
We verfilmen vaak boeken omdat een boek bewezen heeft dat er een publiek voor is. Film is heel erg duur en als je een film met veel overheidsgeld maakt, dan wil je ook dat de mensen het gaan zien. Als er maar drie mensen op af komen, is het te duur om te doen. De boeken van Carry Slee zijn intens en hebben goede thema's. Je grijpt eerder naar een verhaal dat al bewezen heeft goed te zijn, en in dat opzicht ben ik heel erg enthousiast over Carry Slee.

Het verleden toont ook resultaat, dat moet een goed gevoel geven.
Carry heeft natuurlijk veel succesvolle boeken geschreven. Ik denk dat haar kracht is dat iedereen zich wel kan herkennen in de onderwerpen die zij in haar boeken behandelt. Aan de ene kant vertelt ze een heel mooi spannend verhaal, aan de andere kant behandelt ze dus onderwerpen die herkenbaar zijn voor heel veel mensen.

Ik zag op het draaischema dat er vandaag 37 shots gedraaid zouden worden verspreid over 4 scènes. Dat is behoorlijk ambitieus. Werk je altijd zo snel?
Ik monteer heel veel. Ik wil acteurs graag in hun ogen kijken, en vaak kies je dan voor het drama. Je kunt mensen ook op de rug filmen want daar zit meer drama in omdat je dan denkt wat zij denken. Ik wil zien wat er gebeurt. Dat past ook bij de onderwerpen die Carry behandelt. Als je bijvoorbeeld een autoshot hebt, kan ik ervoor kiezen om op de achterbank te gaan zitten met de camera omdat dat spannend is. Ik kies echter liever voor een ingewikkelde constructie op de motorkap zodat je de acteurs in hun gezicht kunt kijken.

Ik kies in de auto dan ook voor meerdere shots, meestal een close, een medium en één vanaf de motorkap, want als je decoupeert kan je in de montage nog doseren hoe lang je een scène laat staan. Want met een pauze van één seconde langer of korter, kan het dramatische effect anders zijn. Als je het in één shot zou doen, is daarmee al bepaald wat de lengte van het drama is. Als je een film monteert, merk je dat sommige dingen versneld of vertraagd hadden moeten zijn. In die zin kies ik voor zekerheid om mijn verhaal goed te kunnen vertellen. Aan het scenario wordt maanden gewerkt en over nagedacht. Ik laat ook bijna nooit toe dat er dingen worden veranderd op de set. Acteurs mogen wel iets veranderen in tekst, maar ik ga niet hele nieuwe acteurs bij elkaar halen.

Links regisseur Dave Schram, rechts cameraman Erwin Steen

Je geluidsman (René van den Berg) is een oude rot in het vak, evenals je regieassistent (Myrna van Gilst), en cameraman (Erwin Steen). Dat moet wel prettig zijn in de samenwerking, vandaar dat je wellicht ook naast de camera plaats neemt?
Met Erwin heb ik op de middelbare school gezeten, en Myrna ken ik al sinds 1985. Je kent elkaar goed en je weet dan ook wat je aan elkaar hebt. Ik richt mij heel erg op spelregie, maar soms heeft drama ook te maken met hoe groot ik een acteur in beeld breng. Als ik naast Erwin sta, zeg ik tijdens een shot vaak: '5 procent inzoomen'. Soms als je een bepaalde lens kiest, hoef je maar tien centimeter naar voren te komen om een heel ander kader te krijgen. Vandaar dat ik niet achter een monitor zit omdat ik dan onrust creeër op de set als ik het roep. Dat is voor mij nog een extra reden om dicht op de camera te staan.

Met al het snijden in cultuur is de toekomst van de Nederlandse film ongewis. Hoe zie jij de toekomst voor mensen die hier werkzaam zijn in de filmwereld?
Cultuur is de basis van alles. Zonder schoonheid in het leven is de waarde van het leven bijna niets. En cultuur is een heel belangrijk onderdeel om die waardes bij mensen bij te brengen. Ik vind dat cultuur de basis moet zijn voor alle leuke dingen waaraan je je kunt vasthouden. Het wordt een beetje gezien als een luxe; de eerste levensbehoeftes zijn eten, drinken en slapen en dan niks. Cultuur is basis. Snijden in cultuur is per definitie niet goed. Je kunt ook zeggen dat er meer creativiteit wordt geëist van de creatieven. In die zin eis je nog eens extra creativiteit van de kunstenaar om iets bewerkstelligen. Wij hebben veel dure producties gemaakt zoals Kruimeltje , Pietje Bell , en nu onlangs Sonny Boy , maar het is natuurlijk een kunst om films te maken met heel weinig geld. De uitdaging is dan groter. Nu draait Rabat in de bioscoop, wat een hele goede film schijnt te zijn. Dat is ontzettend kunstig van die jongens dat ze met weinig middelen zo'n goede film hebben gemaakt. En daar heb ik dan ook respect voor. Het is toch de wet van de remmende voorsprong; op het moment dat je veel geld krijgt, kan het ertoe leiden dat dingen trager gaan. Aan de andere kant kan kunst en cultuur niet zonder overheidsgeld. Als je daarin snijdt, snijd je in de ziel van het leven.

Tot slot, wie is je favoriete regisseur?
Dat is mijn vrouw Maria Peters. Ik vind haar een held. Ze is heel bescheiden en zij maakt supermooie films die bijna vier miljoen mensen naar de bioscoop hebben weten te krijgen.

Razend gaat 13 oktober in première.

Delen met