De engel des doods in Argentinië.
Argentinië in 1960. Vader Enzo (Diego Peretti) en moeder Eva (Natalia Oreiro) staan op het punt om met hun drie kinderen een reis door Patagonië te maken. Als ze bij een tankstation zijn gestopt om de laatste rantsoenen in te slaan, verzoekt een einzelgänger (Alex Brendemühl) of hij ze mag volgen door de woestenij. In zijn Amerikaanse azuurblauwe auto volgt hij de familie in hun jeep over een onherbergzame weg. Totdat sneeuwbuien de colonne dwingt te schuilen. Langzaam geeft de einzelgänger prijs wie hij is. Hij praat in het Duits tegen Eva, en dat schept meteen band, want de vader des huizes, spreekt uitsluitend Spaans.
Duitse school
De reis eindigt aan de rand van een wonderschoon bergmeer. Aldaar betrekt de familie een prachtig met houten ornamenten vormgegeven hotel dat zij binnen enkele weken zullen gaan exploiteren. Ze leven afgesloten van de buitenwereld, met een Duitse school als middelpunt van een kleine gemeenschap. Het Duitse volkslied wordt daar door de leerlingen gepassioneerd gezongen, ook door Eva. Op de steiger achter het hotel aanschouwt Eva’s jonge dochter Lilith (Florencia Bado) hoe een watervliegtuig landt. Dat gebeurt steeds vaker, de familie vraagt zich af wie hun buren zijn. De einzelgänger blijkt een dokter te zijn, die zich bezighoudt met hormonen en veeteelt. Hij biedt aan de eerste gast van de familie te worden, en betrekt een kamer. De einzelgänger heeft in het bijzonder oog voor dochter Lilith (Florencia Bado). Lilith is klein van stuk en heeft een groeiachterstand. Hij besluit haar te helpen. Ook valt hem op dat de zwangere Eva wel een erg grote buik heeft. Hij geeft haar medisch advies en biedt haar een behandeling aan. Het is onduidelijk of de mysterieuze arts gewoon behulpzaam is, of dat hij er een dubbele agenda op achterhoudt.
Time’s Arrow
Wie de synopsis vanWakoldaleest, weet dat Lucía Puenzo’s (XXY), die haar eigen boek bewerkte, zich richt op oorlogsmisdadiger Josef Mengele (Brendemühl). Tegelijkertijd roept het herinneringen op aan films alsBoys From Brazil en boeken alsTime’s Arrow. Het is een ambitieuze roeping voor Puenzo, om een kleine doorsnede van Mengele’s leven te bieden. Zeker nu nazi’s de laatste tijd weer prominent in de media zijn. En na gezapige openingsscènes slaagt ze er in om Brendemühl neer te zetten en te regisseren als een koelbloedige sadist. Want pas tegen het einde komt de ware aard van Mengele ten tonele, als hij op het punt staat ontmaskerd te worden door de sceptische vader Enzo, met hulp van een Mossad agente. Dan zien we zijn met onbegrip en woede vervulde gelaat. Maar wie Mengele’s geschiedenis kent, weet dat hij tot minstens 1979 zijn schandelijke praktijken voortzette in Latijns-Amerika. Als cowboys bewogen deze nazi's zich langs de frontier. Ze begaven zich in desolate gebieden, waar ze werden opgevangen door sympathisanten en waar nodig hun gezicht lieten verbouwen. Want zoals Mengele toelicht: het zijn desonnenmenschen die beschermd moeten worden. Dit wordt onderschreven in een ‘ontroerende’ scene waarin een collega van Mengele dweept met de führer, die volgens hem nog in leven kan zijn.
Anachronistische muziek
Maar Brendemühl’s geloofwaardige portrettering van de engel des doods neemt niet weg dat er een aantal zaken inWakolda flink haperen. De omgang tussen kinderen, ouders en schoolpersoneel lijkt wat eigentijds. De kinderen zijn wel erg vrijgevochten geesten, en de dialoog draagt daar in negatieve zin aan bij. In de openingsscènes worden sequenties bijgestaan door een soort Argentijnse cajun muziek. Sommige regisseurs (Tarantino) kunnen vervreemding bij de kijker stimuleren door anachronistische muziek te plaatsen onder fragmenten, Puenzo is daar helaas niet in geslaagd. Zeker de rockballad op het einde roept vreemde associaties op. Waar Puenzo daarentegen wel in slaagt, is het gebruik van de porseleinen poppen in de film, die stille getuigen lijken, op metaforisch niveau, van de ellende die Mengele al die kinderen heeft aangedaan. Net als zijn oratie over bloed (het bloed van desonnenmench) en zijn naargeestige schetsboek met groteske afbeeldingen, weet Puenzo daarin wel een schrikbarend beeld van het Derde Rijk te verbeelden. Ook de rol van de taal Duits beklijft. De zingende koortjes lijken de jongere zusjes en broertjes van de Hitlerjugend. En telkens als Duits wordt gesproken, lijkt de taal te verwijzen naar een traumatische geschiedenis.
Conclusie
Desalniettemin wordtWakolda nergens bijzonder. Het kwaad is te introvert afgebeeld. Dit is duidelijk anders dan in het recenteLore, waarin het kwaad wordt gezien als een opvoedkundig probleem, niet als een genetisch probleem. Op veel punten weetWakolda niet te beklijven. Lucía Puenzo heeft met dit zware onderwerp teveel hooi op de vork genomen.